50.000 euro voor kadaster van alternatieven voor dierproeven

De Brusselse regering kent de VUB een subsidie van 50.000 euro toe om de oprichting van een kadaster van alternatieve methodes voor dierproeven voort te zetten. Met een grotere toepassing van deze methodes is het niet enkel de bedoeling om het dierenwelzijn te verbeteren, maar ook om het aantal gebruikte proefdieren te doen afnemen.

Op voorstel van Brussels minister van Dierenwelzijn Bernard Clerfayt (Défi) verbond de Brusselse regering zich er donderdag toe om de ontwikkeling van alternatieve methodes voor dierproeven voort te zetten. Daarom werd een subsidie van 50.000 euro voor de VUB goedgekeurd. Met dat geld kan de universiteit de oprichting van een kadaster van alternatieve methodes voor dierproeven voortzetten, en de verspreiding ervan verzekeren.

“Dit kadaster is tot op heden het referentiepunt voor alternatieven voor dierproeven,” klinkt het in een persbericht van de minister. “Het inventariseert alle bestaande initiatieven. Uiteindelijk zal een grotere toepassing van deze methodes niet alleen het dierenwelzijn verbeteren, maar ook het aantal gebruikte proefdieren verminderen.”

Naast de toekenning van de subsidie, stemde de Brusselse regering er ook mee in om de wetteksten met betrekking tot statistieken in overeenstemming te brengen met de Europese normen. Om procedures te vereenvoudigen, een snellere verwerking van dossiers mogelijk te maken en efficiëntere controles uit te voeren, zullen alle procedures worden gedigitaliseerd.

"Ik wil het lijden van proefdieren zoveel mogelijk vermijden. De bescherming van dieren en de ontwikkeling van alternatieve methodes blijven twee van mijn belangrijkste prioriteiten”, aldus Clerfayt.

In 2019 werden 62.641 proefdieren gebruikt door de 68 in het Brussels Gewest erkende laboratoria, tegenover 82.086 in 2018. Er werden geen apen gebruikt.