Workshop Route 10+: Met kinderogen kijken naar de stad
H et is vrijdagmiddag. Op het Bethlehemplein zijn de kinderen al in groepen ingedeeld. Ik vraag aan Imane, uit het vijfde leerjaar van de Bronschool, wat er deze middag op het programma staat. "We gaan door onze buurt wandelen en ideeën geven om ze beter te maken."
Ik ga mee op pad met een tiental kinderen van diezelfde Bronschool. De eerste halte op de tocht door hun dorp in de stad is het Agorapleintje, in de schaduw van de twee vierkante woontorens aan de Hallepoort. Hier komen heel wat emoties naar boven. Joshua trekt zich een beetje los van de groep en gaat bij het hek voor het voetbalterrein staan. "Wij willen hier ook voetballen, maar er is nooit plek, of de grotere kinderen jagen ons weg." De kleinere kinderen zien zich genoodzaakt te improviseren en maken dan maar een voetbalterreintje in een zanderig hoekje. Anderen, zoals Imane, zouden op deze plek liever een schommel zien.
Ook op het Munthofplein voelen deze kinderen zich niet welkom. Met sprokkelhout maken ze dan maar doeltjes op het Sint-Gillisvoorplein en voetballen ze daar. Ze 'hacken' dus bepaalde ruimtes, bij gebrek aan alternatief.
Elk kind schrijft zijn besognes, frustraties of impressies neer op voorgedrukte stickers. Die zijn er in verschillende vormen en kleuren en corresponderen met een hele waaier aan mogelijke gevoelens. Elke sticker krijgt een kort tekstje en wordt vervolgens op de juiste plek op de kaart geplakt.
Onze volgende bestemming ligt aan de andere kant van het Bethlehemplein. Yasmina, fier als een gieter als ik haar Nederlands prijs, wijst naar een groepje jongeren dat tussen de auto's op de straat hangt. "Kijk, die jongens gaan niet naar school. Willen die niet slagen in het leven of zo?" Mondig is ze wel, Yasmina, en dat lijkt me ook geen overbodige luxe als je hier opgroeit. Thuis hebben de meesten geen tuin, het leven leren ze op straat.
De meeste kinderen hebben tot mijn verbazing een fiets, maar die gebruiken ze eerder op pleintjes of skateparken dan voor praktische doeleinden. Een van de kinderen vertelt dat ze vaak gaat spelen op een soort werfplek in de buurt van de De Merodestraat. Die kinderlijke inventiviteit brengt leven in wat je maar moeilijk als een aangename wijk kunt omschrijven.
Wat ook opvalt, is hoezeer deze kinderen zich bewust zijn van zogenaamd sociaal onwenselijk gedrag. Drugs en geweld veroordelen ze sterk. In plaats van op te kijken naar de oudere jongeren tonen ze hun afkeer voor hun gedrag. Of heeft dat met de leeftijd te maken?
Onderweg naar een ander sportplein in de buurt van de Dethystraat passeren we de rotonde aan de Praagstraat. De plek is niet veel meer dan een betegelde cirkel. Een jongeman, die wel een van de Barons lijkt uit de gelijknamige film, stationeert zijn fraaie wagen midden op de rotonde. Geniaal, denk ik, maar daar oordelen de kindergeesten toch iets anders over. Ze krijgen zin om een sticker op de wagen te plakken, of een boete uit te schrijven.
Ondertussen weet niemand het zogenaamde pleintje aan de Dethystraat liggen. Onder een stralend lentezonnetje kondigt begeleider Wauter dan maar aan dat we rechtsomkeert maken.
Verbod, gebod
Nadat we de kinderen uitgewuifd hebben, nodigen de organisatoren de begeleiders en enkele andere volwassenen, die deze workshop volgen in het kader van een symposium van het Human Cities-festival, uit op een nabespreking.
Begeleiders van de drie groepen vertellen over hun ervaringen van deze middag. Artdesigner Thomas Laureyssens en Caroline Claus van Yota! - de organisatie binnen JES die zich inzet voor participatie van kinderen in de stad - modereren het debat. Wauter, de begeleider van onze groep, betwijfelt of het wel een goed idee is om nieuwe speelterreinen te bouwen. "Het lijkt me vooral belangrijk om de bestaande speelpleinen aan te passen aan kinderen van alle leeftijden. Het is misschien opportuun om de speelpleinen op bepaalde tijdstippen exclusief door de kleinsten te laten gebruiken."
Iemand werpt op dat we deze kinderen misschien 'gevarieerder' moeten leren spelen. "Voor sommige kinderen lijkt voetballen het enige ter wereld te zijn. Misschien is het een idee om moeders een oogje in het zeil te laten houden, of om andere tussenpersonen aan te duiden die voor een nieuwe dynamiek kunnen zorgen."
Laureyssens speelt hier handig op in en denkt na over mogelijke ingrepen in de bestaande infrastructuur. "We zouden op een lege muur van het speelplein allerlei spelletjes kunnen schrijven of tekenen die de kinderen daar wél mogen doen. Gebod in plaats van verbod, zou dat kunnen werken?"
"Dit is een oefening in het luisteren en kijken naar kinderen," zegt Laureyssens nog. "Via enkele heel eenvoudige visuele attributen kunnen de kinderen ons iets leren over hun beleving van de buurt."
Claus vertelt dat deze workshop kadert in een bredere visie op stadsvernieuwing. "De analyse en resultaten van deze workshops zullen we proactief gebruiken in het werkveld. Dat wil in dit geval zeggen dat we ze zullen voorleggen op de vergadering van het wijkcontract Bosnië, dat binnenkort begint te lopen. We hopen dit experiment later uit te breiden naar andere wijkcontracten of projecten."
Volgens Claus wordt er vaak voor kinderen beslist, maar nog niet voldoende naar hen geluisterd als het gaat over het bouwen van de stad. "Met Yota! willen we kinderen hun stad mee vorm laten geven. We vinden het daarbij belangrijk om op tien- tot twaalfjarigen te focussen, omdat die groep vaak uit de boot valt."
Lees meer over: Sint-Gillis
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.