Zazie op kamp... in het rusthuis
Het bejaardentehuis Akapella ligt in de rustige gemeente Kapelle-op-den-Bos, op een mooi domein met een grote tuin en een vijver. Vijf dagen lang kregen de oude mensen die daar wonen, het vrolijke bezoek van twaalf kinderen uit Sint-Joost-ten-Node. Beyza en Mustafa (13) - hun ouders komen uit Turkije - zijn twee van hen. Ze vertellen waarom ze in Akapella op kamp wilden.
Mustafa (M): Enkele weken geleden zijn we met de hele klas al eens komen kijken, en toen mochten we al eens mee-eten met de oudjes. Dat was tof. Ik hou van oude mensen. Als je naar hen lacht, of je vraagt: "Hoe gaat het?", dan zijn ze al blij. Daar word ik zelf blij van. Ik ga thuis in Sint-Joost ook vaak met mijn oma en opa wandelen. En op de middag ga ik dikwijls bij oma eten, ze woont naast de school.
Beyza (B): Ik vind oudere mensen ook echt schattig, die wangen zo... (lacht) Allez, die zijn zo anders, zo vol rimpels. Ik heb wel een beetje moeten zeuren bij mijn mama om mee te mogen naar Akapella. Uiteindelijk mocht ik.
En tegelijk leren jullie hier ook beter Nederlands praten?
M: Ja, maar om eerlijk te zijn, ik heb me daarvoor niet echt ingeschreven. Ik ben hier voor 75 procent voor de oudjes, en voor 25 procent voor mijn vrienden (lacht).
B: Ik ben hier ook maar voor één procent omwille van het Nederlands. Meer voor de oude mensen, en ook omdat hier veel natuur is. In Brussel zijn er zoveel auto's en uitlaatgassen, pfff, en ik heb wat last van astma.
Maar hebben jullie toch het gevoel dat jullie hier meer, of makkelijker, Nederlands leren?
M: Ja zeker, we praten hier bijna de hele dag Nederlands. In de klas niet, daar praten we altijd meteen Turks met elkaar, bijvoorbeeld als de juf eens even naar het kopieerapparaat gaat. Als ze dat hoort, moeten we wel honderd keer schrijven: "Ik moet op school Nederlands praten."
B: We leren hier ook meer dialecten, en soms van die heel grappige dingen, zoals de puntjes op de i zetten. Dat vind ik echt leuk. Ik hoorde dat voor de eerste keer toen ik Victoire interviewde, en ze heeft me dan uitgelegd wat dat betekent. (Victoire is een vrouw van 85 jaar, met wie Beyza elke dag gaat praten.)
Jullie interviewen dus ook vaak de oudere mensen. Waarover praten jullie zoal?
B: Over vroeger. Ik ben wel geïnteresseerd in verhalen uit de verleden tijd. Ik hoorde bijvoorbeeld dat de meisjes vroeger op school altijd een klein rokje moesten dragen. Zelfs in de winter, hé!
M: Ik ga elke dag praten met Paul en zijn vrouw Lisette. Als ze antwoorden, praten en lachen ze meestal tegelijk. Ik denk dat ze blij zijn met ons, want ze hebben hier niet zoveel te doen. Vandaag ging het over hun favoriete vakanties en zo. Ik weet al veel over hen, ook over hun kinderen en kleinkinderen. Op het einde van de week moeten we een samenvatting maken van alles wat we hebben opgeschreven, en op het slotfeest gaan we hun levensverhaal vertellen.
En stellen die oudjes ook af en toe vragen aan jullie?
B: Ja, soms is dat grappig. Aan onze tafel bij het eten zit er een mevrouw en die vraagt altijd hetzelfde: "Welke taal spreken jullie in Zuid-Afrika?" Wij antwoorden dan dat we niet uit Zuid-Afrika, maar uit Brussel komen. De dag nadien is ze dat weer vergeten en dan vraagt ze opnieuw hetzelfde (lacht).
M: Ze heeft een beetje alzheimer, denk ik.
Wat vonden jullie tot nu toe het leukst van dit kamp?
M: Gaan zwemmen in het zwembad van Londerzeel!
B: De volleybalmatch, de jongens tegen de meisjes.
M: Ook heel leuk was toen we ons examen rolstoelrijden moesten halen. Daarvoor moesten we minstens vijf bonnetjes winnen. Ik heb er zes gewonnen. Die konden we verdienen door de oefeningen zo serieus mogelijk te doen.
Geef eens een voorbeeld van zo'n oefening?
B: Met de rolstoel van het voetpad op de straat geraken. Dat moet je altijd achterwaarts doen, en met de grote wielen eerst, dan gaat het vlotter. We hebben nu allemaal ons rolstoelrijbewijs gehaald!
M: Ja, en op een keer gingen we wandelen met de oudjes in het park. Toen we terugkwamen, had ik een bejaarde van wel honderd jaar in de rolstoel. Ik ben toen heel snel met haar terug naar Akapella gekomen. De anderen riepen 'STOP!', maar zij vond dat superleuk. En toen we aankwamen, zei ze: "Amai, jij bent een snelle jongen, zeg!" (En iedereen schiet in de lach...)
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.