De renovatie van de Philipstoren aan het de Brouckèreplein is voor bouwmeester Kristiaan Borret de uitgelezen kans om de bouwambitie voor de hele voetgangerszone op te krikken. ‘We kunnen de lat niet hoog genoeg leggen’, zegt hij.
Bouwmeester: 'Architectuur in de voetgangerszone moet beter'
“Tussen 1872 en 1876 heeft de Stad Brussel architectuurwedstrijden georganiseerd voor de nieuwe gebouwen langs de nieuwe centrale lanen. Vandaag is opnieuw een belangrijk moment in de geschiedenis van die boulevards. Waarom zouden we dat dan niet opnieuw doen?”, vraagt Borret zich af.
De aanleiding voor de oproep van de bouwmeester, is de polemiek rond de renovatie van twee iconische gebouwen aan het de Brouckèreplein: het Philipsgebouw aan de kant van Sint-Katelijne en het Muntgebouw aan de kant van de Muntschouwburg. De bouwmeester is betrokken bij de renovatie en herbestemming van het Philipsgebouw, maar niet bij die van het Muntgebouw.
Tweederangs shoppingcenter
“De verbouwing van de sokkel van het Muntgebouw is stedenbouwkundig slim omdat de winkels voortaan meer naar buiten gericht zullen zijn. Zo waardeer je de publieke ruimte op langs alle zijden van het gebouw. Maar de architecturale verpakking is wel heel erg banaal. Het doet me denken aan een tweederangs shoppingcenter in een Franse provinciestad. In de negentiende eeuw was er meer ambitie dan nu”, reageert hij verbolgen.
De bouwmeester is sowieso betrokken bij publieke bouwopdrachten, maar niet bij projecten van privé-ontwikkelaars. Die samenwerking verloopt vrijwillig.
Daarom ijvert Kristiaan Borret ervoor dat bouwontwikkelaars architectuurwedstrijden organiseren voor hun projecten. Die kan de bouwmeester dan begeleiden. Hij vormt namelijk de link tussen de overheid - het Gewest, de Gemeente of de Stad - en de privé-ontwikkelaar. Borret is ook blij met de open geest van zo'n samenwerking voor de Philipstoren, die een gedaanteverwisseling zal ondergaan zonder de eigenheid van het gebouw te verliezen.
“Het is de architecturale ambitie om de sterke elementen uit het gebouw te behouden en uit te spelen in het nieuwe ontwerp. Ik vind het interessanter om op zoek te gaan naar de waardevolle elementen van iets dat op het eerste gezicht iets lelijks uit de jaren 1960 of 1970 is. Dat levert architectuur op in meerdere lagen. Het is geen liefde op het eerste gezicht, maar divers en rijkelijk gelaagd. Een beetje zoals Brussel zelf”, besluit de bouwmeester.
Lees meer over: Brussel-Stad , actua , Samenleving , Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.