Union, Anderlecht en RWDM kennen hun plaats op de ranglijst. Maar voetbal stopt nooit, dus spelen onze clubcolumnisten de bal door aan Michaël Bellon, die het EK van de Duivels vijf weken lang volgt.
Randje buitenspel: vijf weken lang EK voetbal met een Brusselse sjerp
Lees ook: Randje buitenspel: gegokt en verloren
In het stadion van Union kunnen supporters de speler aan de cornervlag influisteren hoe hij zijn hoekschop moet trappen. Als Marc Coucke in het Lottopark een sigaar opsteekt, leidt de rookontwikkeling tot een wedstrijdonderbreking. Op RWDM springen ultra's soms het veld op om mee te spelen. Alleen in het te grote Koning Boudewijnstadion blijft iedereen noodgedwongen op afstand. Met zijn matige linker en beperkt kopspel was Boudewijn geen echte topspits, zijn stadion is dan ook geen echt voetbalstadion.
"First we suffer het Koning Boudewijnstadion, then we take Berlin"
EK-watcher
Toen architect bOb Van Reeth het in de jaren negentig (ver)bouwde op het puin van de Heizel, stak hij het antieke fronton van het Jubelfeeststadion uit 1927 in een strakke gevel van gelijmde rode baksteen. Ook de rode atletiekpiste die het zicht op het veld ontneemt, bleef bewaard. Ik meen er vorige week tijdens de uitzwaai-overwinningen van de Rode Duivels tegen Montenegro en Luxemburg Kevin De Bruyne te hebben zien spelen, maar die overtuiging is niet op precieze waarnemingen gebaseerd. Door het beperkte zicht zijn beide supportersclans in Brussel soms overtuigd van de overwinning, omdat ze de goals aan de overzijde niet hebben geregistreerd.
Voor de uitsupporters is dit buitenmaatse stadion wél een gemak. Hun tribune ligt door de enorme dimensies veel dichter bij hun thuisland, waardoor het niet om zo'n verre verplaatsing gaat. Toch zou er misschien geen sprake geweest zijn van het Heizeldrama, als de supporters dichter bij het veld en bij elkaar hadden gestaan. Agressie is immers vaak het gevolg van verveling en vervreemding die door afstand worden gecreëerd.
De reden waarom het geplande Eurostadion er nooit kwam, is in dezelfde richting te zoeken. Ja, er was rivaliteit tussen clubs, promotoren en overheden. Er waren hoge maatschappelijke kosten, bureaucratische bouwprocedures en anti-Belgische sentimenten. We missen ook een autocratisch regime dat aan sportswashing doet en subsidieslurpende voetbalbobo's hun blingbling gunt. Maar er is toch vooral het grote respect voor die eindeloze looppiste die anderen liever niet in hun voetbalstadion zien, middels dewelke wij andere sporten een paar keer per jaar wat aandacht gunnen. Straks gaat dat bovendien renderen, want we spelen de finale van het EK in Duitsland in het vergelijkbare Olympiastadion. First we suffer het Koning Boudewijnstadion, then we take Berlin.
In 2027 zal onze voetbaltempel dan een honderd jaar oud voorbeeld zijn van wat bOb Van Reeth een 'intelligente ruïne' noemde: een gebouw dat zich aanpast en zichzelf recycleert. Misschien moeten we dan wel nog eens een nieuwe naam zoeken. Liefst opnieuw van een bekende Brusselaar uit het verleden, zónder voetbaltalent en mét dikke brilglazen: Stade Toots Thielemans bijvoorbeeld, Paula Sémerstadion, of Stade Rudi Vervoort.
BRUZZ voetbalcolumns
Lees meer over: Brussel , Column , Sport , BRUZZ voetbalcolumns , EK Voetbal 2024 , Rode Duivels
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.