Debeuf: 'Ik nodig Roosemont uit om samen naar de getuigenissen te luisteren'

Dat DVZ-topman Freddy Roosemont de getuigenissen van teruggestuurde Soedanezen in twijfel trekt, kan volgens Koert Debeuf van het Tahrir Instituut niet door de beugel. Volgens hem komen er nog steeds getuigenissen binnen.

Dat Freddy Roosemont, directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), de getuigenissen van teruggestuurde Soedanezen in twijfel trekt, is volgens Koert Debeuf een brug te ver. Hij verzamelde samen met het Tahrir Instituut verschillende getuigenissen van Soedanezen omtrent mishandeling en zelfs foltering nadat zij door België teruggestuurd werden naar hun land.

"Dat ze bij aankomst in Soedan zijn ondervraagd is niet ongebruikelijk,” had Roosemont eerder gezegd. “Maar dat is niet hetzelfde als foltering.”

"Ik nodig meneer Roosemont uit om samen naar de getuigenissen te luisteren, en ik ben er zeker van dat die twijfel helemaal zal verdwijnen," reageert Debeuf op de uitspraken van de DVZ-topman.

Paniek

Volgens Debeuf komen er zelfs nog steeds getuigenissen bij. "Het verzamelen van die getuigenissen heeft in totaal zes weken geduurd, maar er komen nog altijd verhalen binnen. Mensen blijven communiceren, voornamelijk omdat ze in paniek zijn en uiteindelijk hulp nodig hebben."

Debeuf spreekt ook tegen dat het Tahrir Instituut niet onpartijdig is, zoals Roosemont suggereerde. "Wat betekent dat? Als je bezig bent met mensenrechten word je er altijd van beschuldigd partijdig te zijn. In alle landen waar wij actief zijn horen wij die beschuldigingen."