Een hondenspeciaalzaak die een afhaalpunt organiseert, een galerij die zijn kunst vervangt door pakjes, een krantenwinkel zonder magazines maar wel volgestouwd met kartonnen dozen: veel Brusselse kleinhandelaren zien zich financieel genoodzaakt om als halve opslagplaats dienst te doen. “Ik neem ondertussen de gemeenschappelijke gang van het huis in.”
| Kassim van Librairie La Forestoise krijgt dagelijks 600 à 700 pakjes : “Die zijn goed voor zowat een derde van de omzet.”
Librairie La Forestoise is een van de vele Brusselse winkeltjes waar ze vierkant lak hebben aan specialisatie. De zaak op de Wielemans Ceuppenslaan in Vorst biedt kranten en tijdschriften aan, zoals de naam belooft. Maar als BRUZZ om 17 uur de deur openduwt, betreden we ook een bazaar van gokproducten, ijsjes, een verdwaald stuk speelgoed, schrijfwaren, snoep, drank, zonnebrillen en tabak. Geld opsturen? Kan ook.
Geen enkele van al die producten blijkt echter zo in trek als de pakjes. In de winkel staat voortdurend een wachtrij van tien personen, die uitbater Kassim helemaal in zijn eentje bedient. Met een verbazingwekkende efficiëntie jongleert de man met kartonnen dozen, terwijl hij ondertussen ook klanten aan de telefoon te woord staat. Vanuit de pakjesstock achter de winkel slaat een lui uitgestrekte hond het tafereel gade.
Op tien bezoekers die de winkel binnenstappen, komen er acht een pakket ophalen. De rest komt vooral voor gokproducten en tabak. De kranten, die blijven liggen. Kassim knikt. “Dagelijks krijg ik zo'n 600 tot 700 pakjes, goed voor zowat een derde van de omzet.” Met een inkomst van circa 40 cent per pakket, moet het de krantenwinkel dagelijks circa 200 à 300 euro opleveren. Of alles in één stockageruimte past? De verkoper slaakt een lichte zucht. “Neen, ik palm ondertussen al de gemeenschappelijke gang van het huis in.”
Minder vervuilend
La Forestoise is maar een van de 950 ophaalpunten die Brussel ondertussen heeft. Vaak gaat het om krantenwinkels, elektronicashops of kruideniers, de een-beetje-van-alles-winkels. Maar ook cafés, werkklerenwinkels of zelfs een hondenspeciaalzaak nemen er een pakketfunctie bij. De tarieven die ze daarvoor krijgen, variëren volgens het postbedrijf, het gewicht en de omvang, en schommelen tussen 15 en 90 cent per afgehaald pakket.
Het aantal afhaalpunten zit in de lift. Eind 2017 waren het er met 650 nog 300 minder, blijkt uit cijfers van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT). De gegevens omvatten overigens ook automatische afhaalpunten met lockers. De aantallen daarvan zijn nog bescheiden, maar wel in opmars: van 21 eind 2017 naar 103 eind 2022.
De toekomst? Die brengt nog meer afhaalpunten, zowel in winkels als in pakketautomaten. Marktleider Bpost wil zijn Belgische netwerk bijvoorbeeld uitbreiden van 3.100 tot 4.000 afhaalpunten de komende jaren. Het bedrijf wil op die manier “een antwoord bieden op het groeiende pakjesvolume, maar ook een volwaardig alternatief bieden voor thuislevering,” legt woordvoerster Fanny Mindombe uit.
Tachtig procent van de klanten kiest vandaag voor thuislevering, maar de formule zorgt voor hoofdbrekens. Het is duurder voor de postdienst, het zorgt voor meer verkeer en dubbelparkeren en ook het klimaat wordt er niet blij van. In de stad betekent een aan huis geleverd pakket 30 procent meer CO2-uitstoot dan een pakje dat een klant zelf afhaalt.
Dat het aantal afhaalpunten toeneemt, heeft alles te maken met de gestaag groeiende pakjesmarkt. Een cijfer? Tussen 2017 en 2022 verdrievoudigde het aantal pakjes dat Bpost in België behandelde, van 190.000 tot 550.000 per dag. Ook afgelopen jaar hield die groei aan.
Kunst wordt karton
In de Marollen stappen we binnen bij Max Post in de Blaesstraat. Onze zoektocht op Google Maps leverde nog beelden op van een galerij, met warme portretten, ingekaderde 3D-lippen en recyclagekunst. Ter plaatse blijkt de kunst volledig verdwenen. Achter de toegetrokken gordijnen voor de etalageramen verschuilen zich stapels van kartonnen pakjes, meer niet. “Tijdens Covid viel de galerij-activiteit stil,” vertelt de Braziliaanse uitbater Rafael. “Daarna hebben we nog wat schildercursussen aangeboden. Maar toen de kunstenaar stopte, moest ik een ander inkomen zoeken. Ik moet tenslotte ook eten. Vier maanden geleden startte ik met pakjes. Dagelijks krijg ik er zo'n 150 en daar kan ik net van leven. Misschien neem ik er binnenkort nog loterijproducten of geldtransfers bij.”
Het gesprek wordt onderbroken als de chauffeur van Bpost aanklopt. De man brengt makkelijk twee kubieke meter aan postzakken en dozen binnen en moet daarna haastig weer vertrekken. Achter zijn bestelwagen wacht een geduldige lijnbus, maar daarachter bevindt zich een veel minder geduldige politiepatrouille, die haar ongenoegen ventileert via sirene en luidspreker. De Bpost-chauffeur mompelt wat verwensingen en stapt in.
“In Polen woedt de discussie over de te grote lockerautomaten nu al”
Economisch geograaf UA
Max Post en La Forestoise tonen hoe de groeiende pakjeshonger niet enkel het aantal afhaalpunten doet toenemen. In tal van winkels worden pakjes langzaam de belangrijkste activiteit. Als we in oktober zelf een pakket moeten afhalen, komen we zo in een boekhandel terecht die een ronduit droevige aanblik biedt: hier en daar staan nog een tiental literaire boeken, op rekken die voor de rest door honderden kartonnen pakjes worden ingenomen. Max Post illustreert hoe ver de slinger soms kan doorslaan: helemaal.
Boze klanten kopen niet
Is die pakjesopmars nu een goeie of een slechte zaak voor de handelszaken die afhaalpunten worden? Dat hangt ervan af. De twee zaken die BRUZZ hierboven bezocht, leven er echt van. Ook veel afhaalpunten met een kleiner pakjesvolume zijn blij met de extra activiteit. In Libreria Bohemia in de Marollen (souvenirs, tabak, loterijproducten,…) schat uitbaatster Gloria dat het extraatje haar maandelijks ruim 400 euro opbrengt. “In de wijk komen al een tijdje minder klanten, ongeveer sinds de oorlog in Oekraïne begon,” vertelt de Colombiaanse uitbaatster. “Met de kranten ben ik gestopt. Ik verkocht er niet veel en ik maakte er op den duur verlies op. De pakjes compenseren dat en zorgen voor wat extra passage. Soms kopen die mensen nog iets anders. Het voordeel is ook dat je niet moet investeren om ermee te beginnen.” Een voorwaarde voor succes is wel dat de leverservice efficiënt is. “Met Postnl ben ik gestopt. Ik kreeg vooral boze klanten over de vloer, en die kopen geen extra's.”
Helemaal woedend is Srikanth, een kruidenier die liever anoniem blijft. Tien maanden geleden bonjourde de man alle pakjesleveranciers buiten, op Bpost en DHL na, die hij “betrouwbaar en georganiseerd” noemt. Als hij er vandaag over vertelt, trilt zijn stem nog steeds. “Het was verschrikkelijk. Omdat ik tot 20 uur open ben, kwamen chauffeurs hier regelmatig enorme bergen pakjes leveren die ze niet meer kwijt konden in andere winkels die eerder sluiten. Ik kon niet meer door mijn winkel wandelen of mijn gewone klanten bedienen. Ik ben nu 30 jaar in België en probeer mijn werk goed te doen. Maar die chauffeurs veegden er hun voeten aan, ze lieten pakketten buiten staan op het trottoir. En dan de klanten: sommigen lieten hun pakje hier twee weken staan en foeterden dan als ik het niet stante pede vond. Ik krijg 30 cent voor een pakje, dat is dus twee cent per dag. Maar nu is dat gedaan.” C'est terminé. De kruidenier zal het een tiental keer herhalen.
“De chauffeurs veegden er hun voeten aan, ze lieten pakketten buiten op het trottoir staan”
Srikanth is niet de enige die onder pakjes bedolven raakte. Enkele weken geleden berichtte BRUZZ nog over winkels die er plots vijfhonderd pakjes bij krijgen voor klanten die erg ver wonen. In minstens één geval ging het om leverancier DPD. De pakketdienst spreekt bij navraag over “een overvloed aan pakketten”. Dat fenomeen zou niet zozeer aan de boom van het klassieke shoppen te wijten zijn, maar vooral aan zogenaamde customer-to-customer verkopen (C2C), zoals bij Vinted. Ruim de helft van de reguliere e-shoppers maakt ondertussen gebruik van C2C-platformen, weet DPD uit zijn eigen e-barometer.
Levenslijn
Professor retail Gino Van Ossel (Vlerick) begrijpt dat een aantal zaken opnieuw afstappen van de pakjesservice. “Ooit beschouwde men benzinestations als de ideale plek waar je ook pakjes kon afhalen. Ook daar zijn veel uitbaters teruggekrabbeld. Soms is dat omdat het gewoon niet rendabel is, maar vaak weegt ook de zogenaamde opportuniteitskost door. Als er zo'n lange wachtrij voor pakjes staat dat de andere klanten rechtsomkeer maken, is dat een probleem.”
Zijn collega en economisch geograaf Joris Beckers (UA) wijst erop dat veel supermarkten om die reden hun pakjesactiviteit afstootten. “Ecologisch gezien zijn supermarkten een prima keuze omdat mensen dan meteen ook hun boodschappen kunnen doen. Maar pakjes zitten er vaak in de weg van de hoofdactiviteit. Zaken met een goed businessmodel zullen er niet zo snel pakjes bijnemen.”
Voor andere handelaars zijn pakjes dan weer een levenslijn, denkt Gino Van Ossel. “Het lijkt me een typisch Brussels of grootstedelijk fenomeen: mensen zonder opleiding, vaak met een migratieachtergrond starten een kleine zaak en zien die pakjes als een middel om de inkomsten wat op te krikken. Zeker als je personeel een deel van de tijd niets om handen heeft, is het enkel winst.” De verkoper in Night ‘n Day, een voedingswinkel in Vorst, is het daar helemaal mee eens. “Zonder pakjes mogen de boeken hier dicht,” weet Salahedin.
Thuisleveringen zorgen voor meer verkeersmiserie, afhaalpunten zijn in dat opzicht een verbetering. Maar de opstopping voor de deur van Max Post toont dat het ook aan afhaalpunten kan knellen. “Meestal hebben die geen laadplekken voor bestelwagens,” weet Beckers. “Die situatie is ontstaan omdat de postbedrijven in het begin vooral verwikkeld waren in een race naar zoveel mogelijk afhaalpunten. Eens je overal van die punten hebt, is het moeilijk om als beleid nog te sturen. Terwijl een overheid die er meteen bij is ook van bij de start aan laadzones kan denken en de punten ook zo kan plannen dat de verkeersstromen naar het afhaalpunt woonwijken mijden.”
Bij de pakketautomaten proberen enkele steden het heft nu wel in eigen handen te nemen. Mechelen bekeek zo samen met Bpost op welke 50 plekken in de stad er automaten kunnen komen. Heleen Buldeo Rai (VUB-Mobilise) verwacht in de toekomst vooral een debat over welke plek die pakjesautomaten in de openbare ruimte mogen innemen. “De uitdaging zal zijn om postbedrijven te laten samenwerken zodat we een wildgroei aan automaten per postbedrijf vermijden.” Joris Beckers deelt die analyse. “Kijk naar Polen, dat een voorloper is in het gebruik van die automaten. Daar woedt de discussie over de te grote lockerautomaten nu al.”
Lees meer over: Brussel , Economie , pakjespunt , Afhaalpunt , koeriers , Bpost , krantenwinkel
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.