PPP sleept Belgische staat en Bpost voor rechtbank om krantenbedeling

PPP, het bedrijf dat bij de aanbestedingsprocedure voor het krantencontract als beste uit de bus kwam, heeft de Belgische staat én Bpost voor de rechter gesleept. De twee partijen zijn uitgenodigd om woensdag voor de ondernemingsrechtbank in Brussel, Franstalige rol, te verschijnen. Dat schrijft zakenkrant L'Echo.

Volgens PPP, dat in december hoopte de aanbestedingsprocedure voor de verdeling van kranten en tijdschriften te winnen, is er in de nieuwe regeling sprake van "illegale staatssteun." Het bedrijf vraagt aan de rechter om alle steun stop te zetten, op straffe van een dwangsom van 494.000 euro per dag.

Het was al langer bekend dat PPP naar de rechter wilde stappen nadat de federale regering eind vorig jaar uiteindelijk besliste om het krantencontract niet toe te wijzen. Maar het bleef lange tijd onduidelijk voor welke rechtbank men zou kiezen.

Krantenconcessie

De concessie voor de verdeling van kranten en tijdschriften wordt stopgezet, zo besloot de regering: er zullen enkel nog subsidies worden gegeven voor de levering in dunbevolkte gebieden en voor uitgaves binnen de non-profit tot eind 2026. Voor 2024 geldt nog een overgangsperiode van zes maanden, waarbij bpost nog 75 miljoen euro steun krijgt. Het is die steun die PPP nu viseert, omdat er geen goedkeuring is gegeven door de Europese Commissie.

Bpost bevestigt dinsdag dat het een dagvaarding van PPP heeft ontvangen. "We zijn die aan het bestuderen en geven voorlopig geen commentaar," zegt de woordvoerster van het bedrijf.

De FOD Economie van zijn kant, die de regering een gunstig advies gegeven had voor PPP in het kader van de aanbestedingsprocedure voor het krantencontract, zegt zich ter beschikking te houden van het gerecht.