Ze wonen illegaal in het land en werken voor weinig of zelfs geen geld: de informele economie in Brussel draait op een grote groep vrouwen die kwetsbaar zijn voor uitbuiting. In het licht van de verkiezingen eisen ze meer bescherming. “Ik kan nergens naartoe, ik zit vast in een grote openluchtgevangenis.”
Schaduweconomie buit kwetsbare vrouwen uit: ‘Ik werkte aan twee euro per uur’
Toen Ernestine, een vrouw van in de veertig met krachtige, donkere ogen, in 2015 in België aankwam, hoopte ze haar leven te verbeteren. Maar het ging van kwaad naar erger. “Ik was het politieke en huiselijke geweld in Congo ontvlucht. Mijn drie kinderen - de jongste was toen acht jaar - liet ik achter bij mijn zus. Ik heb ze sindsdien niet meer gezien. Hoe dat voelt, valt niet uit te leggen,” zegt ze stilletjes tegen BRUZZ.
“Bij mijn aankomst nam een kennis me in huis. Ze had via via gehoord dat ik hulp zocht, en bood onderdak aan. Ze was alleenstaande en zwanger, en ik was dankbaar voor de veilige plek.” Niet lang daarna beviel ze van een premature baby die veel zorg nodig had. In ruil voor kost en inwoon hielp Ernestine met de baby en het huishouden. Een deal die ze toen acceptabel vond.
“Ik zorgde voor het kindje alsof het mijn eigen dochter was. Maar na een tijdje zag ik dat haar intenties niet zuiver waren. Omdat ik niets verdiende, kreeg ik soms geld van mijn zus toegestuurd. Dat eiste ze op, om elektriciteit of water mee te betalen. In januari 2021 - het kleintje was toen zes jaar - zette ze me plotseling buiten, van de ene op de andere dag. Daar stond ik dan: op de stoep, zonder netwerk, zonder geld, in het midden van de winter.”
Het was het begin van een donkere periode, getuigt Ernestine. “Ik wist niet waar ik heen moest, dus ik belde de ex-man van mijn werkgeefster op. Hij stuurde een taxi die me naar een Afrikaans winkeltje bracht. Daar kon ik aan de slag: groenten snijden en klaarmaken, en helpen in de winkel. Elke dag werkte ik van zeven uur 's ochtends tot tien uur 's avonds, aan twee euro per uur. De bazin van het winkeltje bood me een slaapplek aan in een hoek van een volgestouwd kamertje. Af en toe kreeg ik eten. De huurprijs was 300 euro per twee weken. Dat hield ze van mijn loon af, waardoor ik bij haar in de schulden stond.” Het was een vreselijk leven. Ik had geen moment voor mezelf.”
Na een jaar ging Ernestine er weg. Via een omweg kwam ze bij La Ligue des travailleuses domestiques terecht, en meer en meer drong het tot haar door dat haar situatie niet oké was - verre van oké zelfs. “Wat had ik die afgelopen jaren gedaan? Ik begreep dat het geen menswaardig werk was,” zegt Ernestine in retrospectief.
Politieke moed
In december stond Ernestine daarom voor het Brussels Parlement te protesteren, samen met een groepje dat La Ligue des travailleuses domestiques kon mobiliseren. Reden van de bijeenkomst? Een betere bescherming eisen tegen uitbuiting, vooral voor vrouwen die actief in Brussel zorgtaken opnemen in vaak precaire, onderbetaalde omstandigheden.
De timing was niet toevallig: in het parlement werd op dat moment gestemd over een nieuwe Verordening over economische migratie. De Ligue hoopte dat er rekening werd gehouden met hun actiepunten. Die zijn: toegang tot legaal werk, bescherming bij misbruik door de werkgever en toegang tot professionalisering en vormingen voor knelpuntberoepen. “Veel van de leden werken voor 2 tot 3 euro per uur, 12 tot 13 uur per dag, ook op zaterdag en zondag,” zegt Magali Verdier, drijvende kracht achter La Ligue. “Toegang tot legaal werk is niet alleen nodig om het werk van mensen zonder de juiste papieren te erkennen, maar ook om het tekort aan personeel in diverse sectoren te verhelpen.”
De Ligue bestaat sinds 2018 en is een initiatief van MOC - de Franstalige tegenhanger van beweging.net - en de christelijke vakbond CSC Bruxelles. Enkele tientallen vrouwen uit Peru, Ecuador, Brazilië, DR Congo, Kameroen en de Filipijnen sloten zich aan bij de organisatie. Met ludieke acties komt de Ligue op straat en wijst ze politici erop dat de situatie niet (langer) houdbaar is.
De afgelopen jaren diende La Ligue onder andere een motie in bij het Brussels Parlement en hielden ze een tribunaal voor politieke moed aan het Brusselse justitiepaleis. In de week voor het protest aan het parlement bezorgde La Ligue al kerstcadeautjes aan alle leden van de meerderheid om hen eraan te herinneren werk te maken van hun belofte voor meer sociale bescherming.
Gemakkelijke prooi
De vrouwen waar La Ligue voor strijdt, zijn doorgaans aan de slag als schoonmaakster, kinderverzorger of verpleegkundige: allemaal jobs op de Actiris-lijst van knelpuntberoepen. Het zijn beroepen waar de vraag het aanbod overtreft, onder andere door de vergrijzing en een stijging van eenoudergezinnen. “Ze doen vaak het schoonmaakwerk, zorgen voor gehandicapten, doen de boodschappen en zorgen voor de kinderen van anderen terwijl ze de zorg voor hun eigen kinderen aan hun familie overlaten,” aldus Verdier.
“Ik hielp een oude vrouw die erg ziek was. Ze was vaak agressief. Soms stond ik huilend te werken, maar ik kon nergens heen”
Demograaf Johan Surkyn schat de groep op enkele tienduizenden vrouwen. “In België verblijven in totaal een kleine 50.000 vrouwen zonder geldige verblijfspapieren. Opgeteld voor leeftijden tussen 20 en 40 jaar oud zijn dat er ongeveer 30.000 à 35.000 zijn.”
Al zijn er vermoedelijk heel wat meer vrouwen informeel aan de slag in huishoudens, stelt Surkyn. “In dat cijfer zitten geen EU-onderdanen, want die hebben geen visum of verblijfsvergunning nodig. Ook ontbrekend in de cijfers zijn au pairs, die naar België kwamen met een EU-paspoort, maar aan de slag zijn zonder arbeidscontract en een gemakkelijke prooi zijn voor uitbuiting. Tenslotte is er nog inwonend huispersoneel bij gezinnen uit de diplomatieke wereld in Brussel, en andere EU-onderdanen die zich wettig in België vestigden, maar door hun isolement en gebrek aan kennis over hun rechten uitgebuit worden in informele arbeid.”
Ondergronds circuit
Wie aan de slag gaat zonder papieren is kwetsbaar. Want zonder de juiste papieren is er geen recht op wettelijke bescherming, en wanneer het misloopt, kan je bij ziekte, pensioen of seksueel geweld nergens op terugvallen en kan je amper onderhandelen over je uurprijs of werkuren.
Dat ondervond ook Régine. Ze kwam, net als Ernestine, in 2015 in België, vluchtend uit de DRC met een studievisum. “Tijdens mijn verblijf in België stierven mijn vader en mijn oudere broer. Toen mijn visum was afgelopen, wilde ik niet teruggaan zonder diploma. Dus ik schreef me in aan een privé-instelling. Op een bepaald moment kreeg ik het bericht dat ik gedwongen uit het land werd gezet. Ik nam een advocaat onder de arm, en het uitwijzingsbevel werd vernietigd. Ondertussen probeerde ik met verschillende advocaten mijn verblijfsvergunning in orde te krijgen, maar die procedure loopt nog steeds.”
Via enkele omwegen belandde Régine in het ondergrondse circuit, waar ze zorgde voor een oudere vrouw. “Ze was erg ziek. Ze had een hoge bloeddruk en diabetes, en ze was vaak agressief. Soms stond ik huilend te werken, maar ik kon nergens heen. Hoewel het beloofd was, kreeg ik nooit een loon voor dat werk.”
“Als je zoals ik nog in een procedure zit, en je werkgever maakt misbruik van je, sta je nergens,” zegt Régine. “Mensen zonder papieren worden naar een detentiecentrum gestuurd en uitgewezen. We kunnen nergens heen.”
Federale bevoegdheid
Zowel Régine als Ernestine vonden een netwerk bij La Ligue. Ernestine kwam al verschillende keren op straat demonstreren met La Ligue, voor Régine is het in december de eerste keer. Aan het parlement staat een kartonnen kerstboom, en met een krachtige stem zingen ze, aangevoerd door het ritme van de trommel: “Well I went down to the rich man's house, and I took back what he stole from me. Took back my dignity, took back my humanity.”
“Ik wil graag terug naar Congo, maar het is er verschrikkelijk onveilig”
Heeft dit demonstreren wel zin? Magali Verdier wijst op de inconsistentie van de Brusselse meerderheidspartijen: “Zij ondertekenden in 2022 een motie waarin ze zich achter onze eisen schaarden, maar die bleef al die tijd dode letter.” De Ligue zal haar politieke acties opvoeren richting de verkiezingen, om de programma's te beïnvloeden en later ook het regeerakkoord. Of althans: dat is de ambitie.
Of dat veel indruk zal maken? Het kabinet van Bernard Clerfayt (DéFi), in Brussel bevoegd voor werk, wijst in een schriftelijke reactie op de bevoegdheidsverdeling van België en leidt de kwestie af naar het federale niveau. Daar ligt volgens Clerfayt het kalf gebonden, toch wat betreft het regulariseren van werknemers zonder papieren.
“De bewegingsruimte van het Gewest wordt beperkt door de federale wetgeving,” aldus de woordvoerder. “We kunnen niet verder gaan dan wat de federale wetgeving bepaalt. We kunnen dus geen vergunningen afleveren aan illegalen, want dat zou een inbreuk zijn op de federale loyaliteit.”
Regularisatie door werk is daarom geen optie, aldus het kabinet. “De ordonnantie kan enkel worden gebruikt om economische migratie te vergemakkelijken.”
Openluchtgevangenis
Maar wat als de situatie van al die vrouwen in de informele economie niet verbetert? Wat betekent dat persoonlijk? “Ik zou graag teruggaan naar Congo, maar ik kan het echt niet. Het is er verschrikkelijk onveilig,” zegt Régine. “Zelfs als ik hier weinig verdien, kan ik eten. In Congo lukt dat soms niet, zelfs wanneer je werkt.”
Ook Ernestine mist haar thuisland Congo, en haar familie. “Zonder verblijfsvergunning kan ik niet reizen,” zegt ze, en ze wijst naar de lucht. “We zijn hier gevangen, in een grote openluchtgevangenis.”
Lees meer over: Brussel , Economie , schaduweconomie , kwetsbare vrouwen , economische uitbuiting , arbeidsmarkt , poetshulp
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.