Tickets te koop voor de Koninklijke Serres

De Koninklijke Serres van Laken gaan dit jaar open van 18 april tot en met 11 mei. De serres trekken altijd veel bezoekers. Dit jaar is de laatste kans om de grote serre 'De Wintertuin' te zien vóór de renovatie.

De serres zijn grote glazen gebouwen bij het kasteel van Laken, waar de koning van België woont. Ze werden gebouwd in 1873 door architect Alphonse Balat, de leraar van de bekende architect Victor Horta. De serres lijken een beetje op een glazen dorp tussen de heuvels.

Drie weken per jaar kunnen mensen naar de serres komen kijken. Er komen altijd veel bezoekers naartoe. In 2023 ging het om ongeveer 100.000 mensen, vorig jaar waren het er 148.000.

Dit jaar kun je tijdens je bezoek kiezen voor twee routes. De korte route is ongeveer twee kilometer en gaat alleen door de serres. De lange route is ongeveer drie kilometer en begint met een wandeling door de tuinen en gaat dan naar de serres.

Soms zijn de serres ook ‘s avonds open. Dit heet een 'nocturne'. Op die momenten kun je alleen de korte route volgen. Ook op 6 mei is er een speciaal parcours van ongeveer twee kilometer voor mensen in een rolstoel. Op die dag mogen bezoekers alleen dit parcours volgen.

In de serres zijn verschillende planten te zien. Het Palmenplateau heeft serres met palmbomen, azalea’s, geraniums en spiegels. De Perronserre was vroeger de ontvangstzaal voor gasten. In de Congoserre groeien subtropische planten. In de Oranjerie staan oranjebomen en laurierbomen. De Wintertuin is een grote serre met palmbomen en varens.

Renovatie van De Wintertuin

Na dit jaar sluit De Wintertuin voor een grote renovatie. Het metalen gebouw moet worden hersteld omdat het roest. Het is dus de laatste kans om deze grote serre te zien, voor hij enkele jaren sluit.

Tickets zijn te koop op de website van de Koninklijke Serres en kosten 7 euro. Kinderen tot en met 12 jaar mogen gratis binnen.

Dit artikel kadert in een samenwerking met het Huis van het Nederlands rond Eenvoudig Nederlands. Meer over dit project vind je hier terug. Lees het originele artikel hier en hier.