Reportage

Babyknuffelaars kinderziekenhuis Fabiola bestaan vijf jaar: ’Wij geven onze energie door'

TP
08/06/2024

UKZKF

| De dienst Neonatologie van het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF)

De afdeling neonatologie van het Kinderziekenhuis Koningin Fabiola is veel meer dan voortdurend zoemende couveuses of flikkerende beeldschermen. Sinds vijf jaar krijgt het medisch personeel ook steun van vrijwilligers met een wel heel aparte taak: baby's knuffelen. "Alles is nog mogelijk als ze zo klein zijn."

In het najaar van 2018 zag Francine de Bisscop (78) een tv-programma dat haar op een idee bracht. "De uitzending ging over een gepensioneerde man uit Amerika die in zijn vrije tijd op vraag van een hospitaal baby’s knuffelde", vertelt de voormalige psycho-pedagoge. "Ik voelde meteen de aandrang om in België hetzelfde te proberen."

De Bisscop stond niet alleen met haar enthousiasme, stelde ze al snel vast. "Via Facebook legde ik contact met tien andere vrouwen, die eveneens opgetogen waren over het plan. Korte tijd later besloten we om samen een vzw op te richten, ‘Câlineurs de Bébés’ - simpelweg omdat we baby’s knuffelen."

Al enkele maanden na de oprichting mocht de groep aan de slag in het Kinderziekenhuis Koningin Fabiola. "We zijn begonnen op de dienst intensieve zorgen, daarna kwam pediatrie erbij en nog eens enkele weken later informeerde ook de afdeling neonatologie naar onze activiteiten."

"Een baby die in het ziekenhuis ligt, heeft nood aan geruststelling, een gevoel van veiligheid en het wegnemen van stress."

Francine de Bisscop

vrijwilliger Les Câlineurs de Bébés

20240606_knuffelaars

Les Câlineurs de bébés

| Een babyknuffelaar aan het werk.

Ontwikkeling

De vrouwen focussen op kindjes van 0 tot 18 maanden. "Dankzij neurowetenschappers en andere specialisiten hebben we ontdekt dat knuffels bij hele kleine baby’s essentieel zijn", legt de Bisscop uit. "Wanneer een baby geknuffeld wordt, ontspant hij of zij zich. Baby's op deze afdeling zijn vaak getraumatiseerd door die moeilijke eerste levensuren en hebben in de eerste plaats geruststelling nodig. Of een gevoel van veiligheid waardoor de stress, die soms gepaard gaat met een verblijf op deze afdeling, wat wegvalt."

Wanneer daaraan voldaan wordt, komen er hormonen vrij, endorfines, die niet alleen helpen de pijn te bestrijden, maar ook specifieke vaardigheden ontwikkelen. "Daarmee", vertelt de Bisscop, "bedoel ik onder andere affectie en sociale kenmerken. Voor zulke kleine wezens is het heel belangrijk om geknuffeld te worden. Alles is nog mogelijk wanneer ze zo klein zijn, denk maar aan de neuronen die zich nog volop aan het ontwikkelen zijn. Een baby'tje wil op die leeftijd maar één ding, en dat is opgevoed worden."

Pediater Annick Le Brun werkt in het Kinderziekenhuis en geeft ook aan dat je duidelijk aan baby's kan zien of ze al dan niet verzorgd worden. "Baby’s die geen aandacht krijgen, ontwikkelen niet goed. We proberen dus aandachtig te zijn voor symptomen van verwaarlozing bij onze patiënten. Als kinderen bijvoorbeeld ons nooit aankijken, maken we ons echt wel zorgen."

Zulke baby’s hebben volgens Le Brun alleen maar baat bij knuffelaars.

"Op lange termijn heeft die baby zijn ouders nodig. Om dan aan ouders te vragen of iemand anders voor hun kindje mag komen zorgen, ligt moeilijk."

Annick Le Brun

Pediater

"In een ideale wereld", aldus Le Brun, "zouden we graag hebben dat ouders hier 24 op 7 zijn, maar dat is geen redelijk verzoek. Er zijn er die thuis ook nog voor hun gezin moeten zorgen of die omwille van gezondheidsproblemen niet vaak langs kunnen komen."

Soms heeft hun afwezigheid ook geen praktische oorzaak, maar ligt er een mentaal aspect aan ten grondslag. "Op neonatologie en intensieve zorgen liggen premature kindjes en zieke baby’s, soms schrikt dat ouders af om naar hun eigen kindje om te zien."

Op zulke momenten roept het ziekenhuis de hulp in van de vrijwilligers, zegt Le Brun. "Mensen zijn erg sociale wezens. Er moet gezorgd worden voor ons. Ons team wil ook tijd doorbrengen met de kindjes, maar daarvoor hebben we onvoldoende speling. In de eerste plaats moeten wij ons bezighouden met de gezondheidsproblemen van de kinderen. Dan is het dus belangrijk om hulp te krijgen van de knuffelaars. Zij hebben doorgaans wel de tijd en kunnen dan even voor de kindjes komen zorgen."

Toch heeft het een tijdje geduurd voor de knuffelaars welkom waren op de afdeling. De grens tussen ouder, vrijwilliger en kind moet namelijk goed bewaakt worden. "Op pediatrie zijn de kinderen al wat ouder waardoor ze al een gevorderde relatie hebben met hun ouders", legt Le Brun uit. "Bij neonatale kindjes ligt dat anders. Een vrijwilliger de plaats laten innemen van de ouders, is niet goed voor de band tussen ouder en kind. Op lange termijn heeft die baby ouders nodig. Om dan aan ouders te vragen of iemand anders voor hun kindje mag komen zorgen, ja, dat ligt gevoelig."

Tijdens de eerste levensdagen wordt dan ook nooit het voorstel gedaan om een babyknuffelaar langs te laten komen. "Mama’s geven na een tijd vaak aan dat ze meer tijd willen spenderen met hun kindje, maar dat is praktisch gezien niet altijd mogelijk", aldus Le Brun. "Dan is het onze taak om te zeggen dat ze hun kindje alle tijd moeten geven die ze kunnen missen. We leggen dan voorzichtig uit dat hun zoontje of dochtertje daarbovenop nog wat qualitytime kan krijgen met iemand anders. Daarbij benadrukken wij ook dat zo'n periode met een vrijwilliger nooit hetzelfde zal zijn als de tijd tussen ouder en kind."

Om die grens tussen de vrijwilligers en de kinderen te behouden, wordt er niet aan huid-op-huidcontact gedaan. "Dat is echt voorbehouden aan de ouders", vertelt de Bisscop. "Het is niet onze bedoeling om de ouders te vervangen. Als een baby geen ouders heeft en wacht om geplaatst te worden, dan zou huid-op-huid eventueel kunnen, maar we proberen daar wel voorzichtig mee te zijn. Dat is meer de taak van de verpleegkundige die verantwoordelijk is voor de baby."

Ondanks de gevoeligheid van het thema, is er duidelijk vraag naar babyknuffelaars. Ondertussen zijn de vrijwilligers al te vinden in negen ziekenhuizen, verspreid over Brussel en Wallonië: goed voor een totaal van zo’n 60 mensen. "De jongste vrijwilliger is 35. Ik ben de oudste", vertelt de Bisscop. "Ook mannen zijn welkom. Momenteel hebben we er 3 in Charleroi."

Iedereen is dus vrij om zich te melden, "maar dat wil niet zeggen dat ook iedereen geschikt is voor de job", verklaart ze. "Als iemand op gesprek komt, proberen wij echt de advocaat van de duivel te spelen. Dan vragen we bijvoorbeeld wat je moet doen als een baby volhangt met draden en niet stopt met wenen. De job van een babyknuffelaar beperkt zich niet tot enkel een baby’tje in je armen houden."

20240606_fotoknuffelenmetbaby.jpg

Les Câlineurs de bébés

| Een van de vrijwilligers houdt een prematuur kindje vast.

Doorgeven van energie

Knuffelen mag dan wel de voornaamste opdracht zijn, soms komen er ook andere taken aan te pas, zoals flessenvoeding geven. Al blijft dat volgens de Bisscop eerder zeldzaam. "Bij de oudere kindjes gebeurt dat wel eens, maar altijd met toestemming van het ziekenhuis, want er mag zeker geen verslikgevaar zijn. Flessenvoeding is namelijk ook een moment van rust en knuffels voor kinderen. Als het dus kan, wordt het gedaan, maar op neonatologie zijn de kindjes vaak nog niet voldoende ontwikkeld om een flesje te krijgen."

Het is ook niet nodig om nog veel toe te voegen aan de taken, want het knuffelen zelf is al een job op zich. "Het kan best vermoeiend zijn. Wij proberen zo veel mogelijk in synergie te zijn met de baby", legt de Bisscop uit. "Wij geven onze energie door en de baby ontvangt het. Het knuffelen vergt dus veel concentratie."

Daarom worden de vrijwilligers ook heel regelmatig afgewisseld. "Iedere vrijwilliger werkt ongeveer een halve dag", aldus de Bisscop. "7 op 7 is er dus zeker iemand aanwezig in de voor- en namiddag."

Aangezien baby’s veel affectie nodig hebben, proberen de vrijwilligers die uren nu uit te breiden. "We zouden graag hebben dat er iemand tot 19 uur kan blijven. Momenteel is dat er nog niet van gekomen, maar in het Kinderziekenhuis proberen we dat nu wel te realiseren."

Ouders

Hoe intens het contact wordt tussen de ouders en de vrijwilligers is een grens die ernstig bewaakt wordt door de vzw. De babyknuffelaars zien zichzelf als tussenpersoon. "We hebben de regel ingevoerd dat wij ouders niet mogen bellen, maar zij mogen ons ook niet contacteren. Onze job vindt plaats in het ziekenhuis en niet daarbuiten", aldus de Bisscop.

De knuffelaars hadden zich eerst voorgenomen om contact met familie volledig te bannen, "maar dat is onrealistisch", zegt ze. "We moeten menselijk blijven, dus we blijven beschikbaar. Als we een ouder tegenkomen in het ziekenhuis vragen we telkens hoe het gaat, maar we proberen de gesprekken kort en beknopt te houden."

"Onze primaire rol is het opvangen van de baby. Wij zijn niet de vertrouwenspersoon van de ouders."

Francine de Bisscop

vrijwilliger Les Câlineurs de bébés

20240606_knuffelaars.jpg

Les Câlineurs de Bébés

“Het is wel al eens gebeurd dat een moeder in elkaar zakte en niet kon stoppen met huilen. Dan gaan wij natuurlijk helpen. We gaan luisteren, de mama troosten en gerust proberen te stellen, maar onze primaire rol is het opvangen van de baby's. Wij zijn niet de vertrouwenspersoon van de ouders. Daarvoor zijn er psychologen en maatschappelijk werkers beschikbaar.”

Toch ziet dokter Le Brun een toekomst in een relatie tussen de ouders en de vrijwilligers. “De baby van veel moeders is in deze tijd ook de eerste baby die ze ooit vasthouden”, verklaart ze. “De meeste van hen hebben zelfs nog nooit gebabysit, waardoor ze niet weten hoe ze een kindje moeten vasthouden.” In zulke gevallen zouden de ouders baat kunnen hebben bij het zien van de vrijwilligers, denkt ze. Zeker bij angstige ouders vindt dokter Le Brun dat zij en de vrijwilligers de taak hebben om de band tussen ouder en kind te versterken.

"Soms is het nodig om een voorbeeld te geven en niet gewoon te zeggen wat iemand moet doen", verklaart ze. "De vrijwilligers kunnen tonen dat de mama niet bang hoeft te zijn om een liedje te zingen of te praten tegen de baby. Ze kunnen laten zien dat, hoe klein een kindje ook is, hij of zij zal reageren op de stem van de ouders. Want die ouders willen wel bij hun kindje zijn, maar bij prematuren of zieke baby’s kan dat in het begin wat ongemakkelijk aanvoelen."

De Bisscop is dan ook van plan nog lang door te gaan met het project. "We zijn momenteel in gesprek met een Waals ziekenhuis en hopen ooit uit te breiden naar Vlaanderen", vertelt ze. Haast is daarbij niet gemoeid. "Onze filosofie is rust bieden aan baby’s. Zo proberen wij onze vzw ook te leiden: stap voor stap en langzaam maar zeker onze grens verleggen."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Gezondheid , Samenleving , Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola , Les câlineurs de bébés , neonatologie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni