Gezondheid van Brusselaars verbetert, maar kwetsbaren blijven vaker getroffen

De gezondheid van de Brusselaars is de laatste jaren verbeterd, maar de positieve ontwikkelingen blijven ongelijk verdeeld. Kwetsbare mensen vallen nog steeds vaker ten prooi aan ziektes, luchtvervuiling en slechte huisvesting. Dat blijkt uit onderzoek van Vivalis, de tweetalige Brusselse administratie op het gebied van Gezondheid.

De levensverwachting van mannen in Brussel is gestegen van 74,6 jaar in de periode 1999-2001 naar 79,3 jaar in de periode 2017-2019, en die van vrouwen van 80,9 jaar naar 84,1 jaar in dezelfde periode. Tegelijk is de vroegtijdige sterfte door kanker (sterfgevallen vóór de leeftijd van 75 jaar) met zo’n 37 procent gedaald.

Die positieve evolutie verhult echter dat de verbeteringen niet gelijkmatig verdeeld zijn over de bevolking. Zo leven mannen bijvoorbeeld gemiddeld 6,6 jaar langer in Sint-Pieters-Woluwe dan in het arme Sint-Joost-ten-Node. Heel wat ziekten treffen daarnaast ook vaker kwetsbare mensen. In 2021 leed 8 procent van de kansarmen in Brussel aan diabetes, dit is bijna 2 maal zo hoog als bij de welgestelden.

Vocht of schimmel in huis

Een zelfde verhaal klinkt op vlak van luchtvervuiling, in Brussel jaarlijks goed voor 930 vroegtijdige overlijdens. De concentraties van fijn stof en stikstofdioxide daalden tussen 1990 en 2020 met respectievelijk 80 en 71 procent, maar nog steeds wonen de mensen met de laagste inkomens in de buurten met de meeste luchtverontreiniging.

Tot slot blijft ook huisvesting een groot probleem voor veel Brusselaars. Zo’n 10 procent van de bevolking heeft er ernstige problemen met vocht of schimmel in huis, tegenover 5 procent in Vlaanderen en Wallonië. Opnieuw zijn het daarbij de kwetsbaren die het vaakst getroffen worden: 22,8 procent van de mensen met financiële problemen heeft ernstige vocht- of schimmelproblemen vergeleken met 2,7 procent van de meer welgestelden.