Met ruim 1.650 huisartsen in het Brussels gewest lijkt de toegang tot de eerstelijnszorg verzekerd voor alle Brusselaars. Het aantal artsen ligt ver boven de federale norm, maar ze zijn niet gelijk verspreid over het hele gewest. Een derde van de Brusselaars woont in zones waar het huidige aanbod ontoereikend is. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn.
Studie toont aan: Brussel telt lang niet overal voldoende huisartsen
Volgens de federale norm van de FOD Volksgezondheid moet het Brussels gewest minstens 1.125 huisartsen tellen, of 90 per 100.000 inwoners. Volgens de laatste berekeningen van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van de gewestelijke gezondheidsadministratie Vivalis zijn het er vandaag 1.656. “Je zou kunnen zeggen dat er globaal gezien genoeg zijn, maar dat cijfer zegt weinig over de lokale situatie. Eigenlijk is de situatie niet ideaal, noch voor de huisartsen noch voor de patiënten zelf,” zegt sociologe Sarah Missine.
Zij voerde voor het Obervatorium een uitgebreide studie uit over de spreiding van huisartsen binnen het gewest als opvolging van een studie uit 2018. Toen bracht het Observatorium aan het licht dat er vooral in de wijken in de rand van het gewest een tekort aan huisartsen is. “We waren toen vertrokken vanuit de bestaande geografische grenzen per wijk, hoeveel mensen daar wonen en hoeveel huisartsen er per wijk zijn. Voor de huidige studie hebben we meer gekeken naar geografische toegankelijkheid en zijn we op een veel meer gedetailleerde manier te werk gegaan,” aldus Missine.
In samenwerking met de Brusselse huisartsenkringen heeft het Observatorium het aanbod van huisartsenzorg in kaart gebracht op een schaal die nog kleiner is dan het wijkniveau. Door middel van geavanceerde geografische analyses werd voor elke Brusselaar berekend tot hoeveel consultaties per jaar hij of zij toegang heeft in een straal van 600 meter vogelvlucht rond de woonplaats, een afstand die bepaald werd op basis van ‘de stad op 10 minuten.’ Dat concept houdt in dat basisvoorzieningen zoals zorg georganiseerd worden in de nabijheid van de woonplaats.
Onvoldoende toegankelijk voor een derde van de Brusselaars
Waar onvoldoende consultaties beschikbaar zijn binnen die straal van 600 meter wordt de toegankelijkheid als niet optimaal beschouwd. Daar geldt in andere woorden een tekort aan huisartsen. Volgens de huidige situatie is dat voornamelijk het geval in de tweede kroon, in de perifere delen van gemeenten als Watermaal-Bosvoorde, Ukkel, Vorst, Anderlecht, Molenbeek, Ganshoren, Neder-Over-Heembeek en Haren.

Deze kaart toont aan waar het zorgaanbod volgens de huidige situatie ontoereikend is, voornamelijk in de randgebieden van het gewest.
De gegevens van huisartsen die een patiëntenstop hanteren schetsen een gelijkaardig beeld. In 15 procent van de gevallen hebben huisartsen aangegeven dat ze geen nieuwe patiënten meer aanvaarden, in 43 procent van de gevallen doen artsen dat alleen in beperkte mate en onder bepaalde voorwaarden.
De laagste percentages van artsen met een patiëntenstop vinden we terug in het centrum of in de arme sikkel, terwijl deze cijfers veel hoger liggen in de tweede kroon.

Op deze kaart is te zien waar het aandeel huisartsen met een patiëntenstop het hoogst is.
“Hoe verder je van het centrum woont hoe moelijker het is om een afspraak te krijgen bij de huisarts,” weet Missine. Bijna een derde - 32 procent om precies te zijn - van alle Brusselaars woont in een zone waar er onvoldoende contacten beschikbaar zijn met een huisarts in de buurt. Dat stellen de onderzoekers vast als ze uitgaan van de bestaande situatie. “Maar het is belangrijk om in het achterhoofd te houden dat heel wat artsen ook na hun 65ste blijven werken en veel huisartsen aangeven dat ze minder willen werken.”
Pensioenleeftijd, minder werken en zorgnoden
Het Observatorium berekende dat Brusselse huisartsen gemiddeld 44,8 uren per week werken, waarvan ze 70 tot 78 procent besteden aan rechtstreekse interactie met de patiënt. Maar 57 procent van de huisartsen geeft aan minder te willen werken. Daarnaast is 17 procent van de Brusselse huisartsen ouder dan 65. Als het Observatorium die twee factoren mee in kaart brengt, daalt het aantal beschikbare huisartsencontacten met 35 procent ten opzichte van de huidige situatie.
De zones met tekorten beperken zich dan lang niet meer tot de tweede kroon. De situatie wordt dan in een aantal zones in de eerste kroon en de Vijfhoek kritiek, namelijk in bijna heel Elsene, het lager gelegen gedeelte van Sint-Gillis, een deel van het oosten van Molenbeek en onder meer de zones in het noordoosten van Sint-Joost-ten-Node.
Daarnaast hebben ook de zorgnoden van Brusselaars een aanzienlijke impact op het zorgaanbod. In sommige delen van Brussel liggen de noden veel hoger. Kwetsbare personen hebben doorgaans niet alleen nood aan meer consultaties per jaar, maar ook langere contactmomenten dan de consultatie van gemiddeld twintig minuten.
“Oudere personen van 75 jaar met het statuut van een verhoogde tegemoetkoming hebben bijvoorbeeld gemiddeld negen consultaties per jaar nodig terwijl jonge, minder kwetsbare kinderen gemiddeld aan 1,6 consultaties per jaar zitten,” legt Missine uit. “Kwetsbare mensen hebben vaak complexere gezondheidsproblemen die ook gelinkt zijn aan bepaalde sociale problemen. Een studie heeft aangetoond dat zij vaak het gevoel hebben dat de arts niet genoeg tijd heeft, terwijl dat wel belangrijk is om een vertrouwensband op te bouwen.”
‘Realistisch scenario’: ontoereikend voor 95 procent van de Brusselaars
Ook die factor van langere consultatietijden voor kwetsbare personen heeft het Observatorium mee in kaart gebracht. In combinatie met de andere eerder aangehaalde factoren – de wens van huisartsen om minder te werken en hun leeftijd – leidt dat tot een scenario waarbij 95 procent van de Brusselaars in een zone woont waar het zorgaanbod ontoereikend is.

Als er rekening wordt gehouden met de wens van huisartsen om minder te werken, de pensioenleeftijd en de langere consultatietijden voor kwetsbare personen kleuren nog maar weinig gebieden in Brussel groen.
Enkel in de wijk van het Maximiliaanpark, de Konings- en Europawijk van Brussel-stad, de Vogelzangwijk in Sint-Pieters-Woluwe, en kleine zones in Sint-Lambrechts-Woluwe is er dan voldoende aanbod aan huisartsenzorg.
“Dat is volgens ons het meest realistische scenario, omdat er met veel parameters rekening wordt gehouden,” zegt Hicham Vanborm, coördinator van de Brusselse Huisartsenkring (BHAK). “We verwachten dat er binnen acht tot tien jaar veel jonge artsen zullen afstuderen, maar daarvoor zullen de tekorten alleen maar toenemen.”
Dure immomarkt
In sommige perifere wijken zijn de tekorten historisch gegroeid, stelt de BHAK. “Jonge artsen gaan vaker in het centrum werken en sluiten zich het liefst aan bij bestaande groepspraktijken. Die vinden we vooral terug in gemeenten als Brussel-Stad, Molenbeek en Anderlecht, terwijl we meer individuele praktijken zien in Ukkel en de Woluwes. Daar komen steeds meer huisartsen op pensioenleeftijd.”
Vanuit de overheid zijn er wel stimulansen om nieuwe groepspraktijken op te richten, maar voor jonge, beginnende artsen is dat allesbehalve een evidentie. “Je moet dan eigenlijk al een onderneming gaan beheren en dat schrikt af, terwijl dokters vooral met hun metier willen bezig zijn,” zegt onderzoekster Sarah Missine. “Bovendien zijn veel panden – vaak herenhuizen – in Brussel niet geschikt om om te vormen tot een groepspraktijk.”
Enkele cijfers uit de studie:
- 18 procent van de consultaties bij Brusselse huisartsen wordt ingenomen door niet-Brusselaars. Zij komen voornamelijk uit Vlaams- en Waals-Brabant.
- De 1.656 Brusselse huisartsen zijn actief in 945 verschillende 'klassieke' praktijken, waarvan er 566 individuele praktijken zijn.
- Bij 99,6 procent van de huisartsen kan een consultatie in het Frans
- Engels is de tweede taal: 60 procent van de huisartsen kunnen consultaties in die taal doen, voor het Nederlands is dat 31 procent
- 11 procent van de Brusselse huisartsen kan patiënten in het Arabisch helpen, 10 procent kan dat ook in het Spaans
- Oudere artsen werken langer dan gemiddeld: in de categorie van 60-64 jaar bedraagt een gemiddelde werkweek 53 werkuren
- 38 procent van de Brusselse huisartsen aanvaardt nieuwe patiënten zonder beperking
Bovendien is de immobiliënmarkt in Brussel niet bepaald toegankelijk. Ook dat is volgens de BHAK een obstakel. “Dat speelt een grote rol. Als je een kabinet wil openen in Ukkel of Watermaal-Bosvoorde – maar eigenlijk overal in Brussel – is alles heel duur. Dat is een grote drempel,” weet Els Van Hooste, voorzitster van de BHAK. Volgens haar zou het geen slecht idee zijn als gemeenten zelf panden ter beschikking zouden stellen voor beginnende huisartsen in wijken waar dat nodig is.
“Veel jonge huisartsen willen heel graag in Brussel komen werken, maar als het erop aankomt en je een eigen praktijk wil starten, sta je ineens voor een heleboel praktische problemen,” aldus Van Hooste. Alhoewel het geen typisch Brussels probleem is, zou ook een administratieve vereenvoudiging ervoor kunnen zorgen dat het aanbod aan huisartsenzorg toeneemt. “We zijn als arts heel veel bezig met administratieve zaken, zoals attesten en andere documenten. Als we daarin voldoende ondersteund kunnen worden zodat dat werk ontlast wordt, zouden we veel meer mensen kunnen helpen.”
Interview met Hicham Vanborm, coördinator van de Brusselse Huisartsenkring.
Lees meer over: Brussel , Gezondheid , Brusselse huisartsenkring , huisartsen , huisartsentekort , Observatorium voor Gezondheid en Welzijn