Studie UZ Brussel over long covid: persoonlijke therapie voor voeding en beweging cruciaal

Een persoonlijke behandeling voor patiënten met long covid op vlak van voeding en beweging zorgt niet alleen voor een sneller herstel van de patiënt, maar verbetert ook de levenskwaliteit. Dat blijkt uit een pilootstudie van het UZ Brussel.

Met de pilootstudie trachtten de onderzoekers na te gaan in welke mate een meer persoonlijke aanpak op vlak van voeding en beweging mensen met long covid vooruit kan helpen. Aan het onderzoek deden de diensten Klinische Nutritie & Diëtetiek en Fysische Geneeskunde & Revalidatie van het UZ Brussel en de VUB-onderzoeksgroep Rehabilitation Research mee.

Voor de studie rekruteerden de onderzoekers 65 deelnemers met long covid die in België wonen. De gemiddelde leeftijd was 43 jaar, 65 procent was vrouw en hun gemiddelde BMI was 26 kg/m². De meeste deelnemers hadden een milde COVID-19-infectie gehad, maar de gemiddelde duur van long covid-symptomen, zoals bijvoorbeeld vermoeidheid, was 78 weken.

De deelnemers werden opgesplitst in een experimentele groep en een controlegroep. De patiënten die in de controlegroep zaten, kregen de standaardbehandeling van kinesitherapie voor long covid zonder persoonlijke voedingsbegeleiding. In de experimentele groep kregen de patiënten een veel meer individuele, op maat gemaakte, persoonlijke behandeling - waaronder geïndividualiseerd voedingsadvies van een diëtist en een oefenprogramma kinesitherapie gedurende twaalf weken.

Voedingsgewoonten

De deelnemers in de experimentele groep genoten van gemiddeld tien consultaties bij voedingsdeskundigen en diëtisten, plus vijftien kinesitherapiesessies. Daarbij namen de onderzoekers de lichaamssamenstelling van de patiënt onder de loep en werd het rustmetabolisme gemeten. Ook voedingsgewoonten, zoals het aantal calorieën, de hoeveelheid eiwitten en de kwaliteit van hun voeding, maakten deel uit van de analyse. Op basis daarvan gaf een diëtist persoonlijk advies om naar een beter en gezonder voedingspatroon te evolueren.

Om de effectiviteit van de behandeling na twaalf weken na te gaan hebben de onderzoekers getest hoe vaak de deelnemers uit beide groepen in één minuut konden opstaan vanuit zittende positie. "De deelnemers in de interventiegroep voerden vier extra herhalingen uit, vergeleken met drie in de controlegroep. Een verandering van drie extra herhalingen wordt als klinisch belangrijk beschouwd," stelt professor David Beckwée, hoofd van de VUB-Rehabilitation Research group. De deelnemers in de interventiegroep konden binnen de 6 minuten ook gemiddeld 35 meter langer stappen.

'Nieuwe inzichten van cruciaal belang'

Het onderzoek stemt professor doctor Elisabeth De Waele, tevens diensthoofd klinische nutritie, hoopvol over de toekomstige behandeling van long covid. "Deze pilootstudie is niet geschikt om aan te tonen of patiënten echt genezen, maar de resultaten zijn veelbelovend en versterken de behoefte aan onderzoek naar een multidisciplinaire aanpak van long covid," duidt De Waele. "We zijn er nog niet, maar deze nieuwe inzichten zijn van cruciaal belang."

Een individuele aanpak kan ook volgens Stijn Roggeman, doctor en fysisch geneesheer, soelaas brengen, al zijn de effecten ervan niet zaligmakend en verdwijnen de klachten niet volledig. "Uit de metingen aan de start van het onderzoek bleek dat de algemene fysieke conditie slecht was. Dankzij deze pilootstudie zien we de positieve effecten van een multidisciplinair programma op het vergroten van de weerbaarheid," concludeert Roggeman.