Hervorming uithuiszettingsprocedure goedgekeurd

De commissie Huisvesting van het Brussels Parlement heeft donderdag het ontwerp van ordonnantie van staatssecretaris Nawal Ben Hamou dat de uithuiszettingsprocedure hervormt en een algemeen moratorium invoert van 1 november tot 15 maart goedgekeurd. Dat gebeurde met 12 stemmen tegen 3 van MR en N-VA. Die laatste waarschuwt voor een boomerangeffect van het verbod op uithuiszettingen.

Meerdere commissieleden toonden zich ongerust over de middelen voor de OCMW's, die bijkomende opdrachten krijgen door de ordonnantie. Ook al kondigde de staatssecretaris voor Huisvesting bijkomende middelen voor de OCMW's via het budget voor het Noodplan Huisvesting.

Centraal in de hervorming staat preventie, met een aangepaste uithuiszettingsprocedure, een algemeen wintermoratorium voor alle - zowel openbare als private - woningen in het Gewest, de oprichting van een fonds om huurachterstanden te dekken en de invoering van een monitoring van de uithuiszettingen.

De PVDA noemde het wintermoratorium een belangrijkse sociale stap voorwaarts, maar was minder positief over de toegankelijkheid van het Solidariteitsfonds voor getroffen eigenaars. Dat zou volgens de partij voorbehouden moeten zijn voor de kleine eigenaars.

MR en N-VA vonden dat het eigendomsrecht in gevaar komt en dat er een onevenwicht is tussen de belangen van de huurders en de eigenaars, zoals ook opgemerkt door de Raad van State. De tekst maakt het eigenaars-verhuurders bijna onmogelijk om hun eigendom nog te beheren. De regering maakt de procedure bijzonder zwaar en werpt zoveel belemmeringen op dat het bijzonder moeilijk wordt om huurders, die hun huurverplichtingen niet nakomen, uit te zetten. Tijdens het wintermoratorium wordt een uitzetting zelfs helemaal onmogelijk. "Deze maatregel zal bovendien als een boomerang terugkeren: minder en strengere verhuurders, minder huurwoningen, stijgende huurprijzen en een dalende woningkwaliteit", waarschuwde Mathias Vanden Borre.