Beklaagde proces-Bouissi verandert verklaring en bekent dat hij dodelijke klap uitdeelde

Mohamed Aberkane, een van de vijf beklaagden in het proces over de dood van Badr Bouissi, heeft donderdag voor het hof van assisen in Brussel bekend dat hij de dodelijke klap heeft toegebracht aan het slachtoffer. Hij heeft het hof verzekerd dat het ging om een ruzie die verkeerd was afgelopen en dat hij niet de intentie had het slachtoffer te doden.

Op 18 juni 2022, kort voor 05.00 uur 's ochtends, werd de politiezone Brussel-Noord opgeroepen voor een vechtpartij op het plein voor een van de uitgangen van het Noordstation. De drie patrouilles die ter plaatse werden gestuurd, troffen een jonge man aan die bewusteloos op de grond lag. Hij werd doodverklaard door de hulpdiensten. Het slachtoffer werd geïdentificeerd als Badr Bouissi. De lijkschouwer stelde later vast dat de doodsoorzaak een steekwonde in het hart was.

Drie mensen die vluchtten toen de politie aankwam, werden daarna gearresteerd. Het ging om Walid Ait Ramadane, Mehdi Mohamed Ali El Ouazzani en Sabina Van Vlaenderen. Verschillende getuigen hebben hen geïdentificeerd als deelnemers aan de vechtpartij. Riad Hamamou werd geïdentificeerd op basis van camerabeelden. Hij is nog steeds niet gevonden. Mohamed Aberkane werd op camerabeelden geïdentificeerd als de persoon die de fatale steekwonde toebracht. Hij werd vier dagen later gearresteerd in Barcelona.

'Gevecht dat verkeerd afliep'

Tijdens zijn verhoren hield Mohamed Aberkane steeds vol dat hij niet aanwezig was op de dag van de feiten en dat hij niet de persoon was die te zien was op de camerabeelden. Maar tijdens het verhoor door de voorzitster van het hof veranderde hij zijn versie van de feiten.

"We waren met Walid (Ait Ramadane), Mehdi (Mohamed Ali El Ouazzani) en Sabina (Van Vlaenderen). Een man kwam aan van het station, beledigde Walid, bedreigde ons allen. Walid rende op hem af en ze raakten slaags", vertelde de beklaagde met behulp van een tolk. "Ik raapte een metalen voorwerp op van de grond, ging naar het slachtoffer en sloeg hem. Hij rende de ene kant op en ik de andere. Ik wilde hem niet doden. Voor mij is het een gevecht dat verkeerd afliep, ik dacht niet dat je iemand met zo'n klap kon doden."

Kraakpand Sint-Joost-ten-Node

In tegenstelling tot wat getuigen beweerden, was het voorwerp waarmee hij Bouissi had geslagen, geen mes, maar een "metalen voorwerp in ijzer" dat hij op zijn vlucht weggooide. Hij keerde terug naar het kraakpand waar hij woonde in Sint-Joost-ten-Node om enkele spullen op te halen, voor hij naar Vlaanderen, vervolgens Frankrijk en ten slotte Spanje afreisde. Daar werd hij op 22 juni gearresteerd. "Ik wilde terugkeren naar Algerije", zei hij voor het hof. Ook dat komt niet overeen met wat hij in eerder verhoren verklaard had. Toen zei hij dat hij in Spanje wilde blijven om er te werken.

Op de vraag waarom hij zijn versie van de feiten veranderde, antwoordde de beklaagde dat hij beslist had "de volledige waarheid te vertellen" toen hij kennis nam van de aanklacht, wat volgens hem vijftien dagen voor het begin van het proces gebeurde.

Mohamed Aberkane wordt net als Walid Ait Ramadane en Riad Hamamou beschuldigd van de doodslag op Badr Bouissi. Mehdi Mohamed Ali El Ouazzani en Sabina Van Vlaenderen worden beschuldigd van het niet verlenen van hulp aan een persoon in nood.