Hoofdverdachten krijgen negen jaar cel in Black Eagle-drugsproces

De correctionele rechtbank van Brussel heeft Alfredo H. en Indrit K., de twee hoofdverdachten in het Black Eagle-dossier, donderdag tot negen jaar cel veroordeeld. Ze worden veroordeeld voor het grootschalig transport van cocaïne tussen Latijns-Amerika en Europa, ze waren actief van 2018 tot 2022.

Het onderzoek startte in september 2020, toen Belgische speurders bij een huiszoeking in een garagebox in het Brusselse stootten op een grote hoeveelheid aceton en een vat waarin zowat 600 kilo cocaïne was verdund.

Volgens het onderzoek ging het om clandestiene laboratoria waar cocaïne door chemische processen werd gewonnen uit verschillende legale stoffen zoals fruit, cement of steenkool, die per containers uit Zuid-Amerika via de havens van Antwerpen en Gent werden geïmporteerd.

In het Black Eagle-dossier stonden in totaal veertig beklaagden terecht.

Verschillende verdachten die niet kwamen opdagen zijn bij verstek tot een gevangenisstraf van zes jaar veroordeeld. De meeste andere verdachten kregen celstraffen van vier tot vijf jaar, deels met uitstel. Voorts hebben twee verdachten werkstraffen gekregen en zijn ook vijf mensen vrijgesproken.

'Aantasting van de sociale orde'

De rechtbank beklemtoonde dat de verdachten verantwoordelijk zijn voor een "ernstige aantasting van de sociale orde". Hun daden hebben geleid tot een toename van geweld en hebben bijgedragen aan de wereldwijde drugplaag, aldus de rechter. De verdachten zouden deel hebben uitgemaakt van een criminele organisatie die zich tussen 2018 en 2022 bezighield met de productie en verkoop van verdovende middelen. Ze transporteerden op grote schaal cocaïne tussen Latijns-Amerika en Europa.

De Albanezen Alfredo H. en Indrit K. stonden aan het hoofd van de bende.