De Huurdersbond heeft een klacht ingediend bij de Hoge Raad voor Justitie, gericht tegen drie vredegerechten. Reden was een bevel tot uithuiszetting tijdens de winterperiode. Dat zou volgens de bond niet in overeenstemming zijn met de wet.
Huurdersbond klaagt vredegerechten aan wegens uithuiszetting in winter
Concreet gaat het om de vredegerechten van Ukkel, Elsene en het tweede kanton van Brussel. Zij bevalen in het najaar van 2023 uithuiszettingen wegens onbetaalde huur. Hoewel die uitspraken van september en november dateren, zouden de huurders pas recent een deurwaarder over de vloer gekregen hebben.
Nochtans nam het Brussels Hoofdstedelijk Parlement in juni vorig jaar een ordonnantie aan die uithuiszettingen verbiedt van 1 november en 15 maart. Dat wintermoratorium trad in werking eind november 2023. Vier uitzonderingen op de ordonnantie werden geformuleerd, maar die hebben geen betrekking op achterstallige huur.
Evenwicht
De vredegerechten halen artikel 159 van de Grondwet aan. Dat artikel houdt in dat ‘de hoven en rechtbanken algemene, provinciale en plaatselijke decreten en verordeningen alleen toepassen voor zover ze in overeenstemming zijn met de wet.’
Zo argumenteert het vredegerecht van Brussel dat het moratorium een inmenging vormt in het eigendomsrecht van de verhuurder. Daarbij moet een ‘billijk evenwicht gevonden worden tussen de eisen van het algemeen belang en die van de bescherming van het recht op eerbiediging van de eigendom’. Maar daar zou volgens het vredegerecht geen sprake van zijn.
Dat onevenwicht zou strijd zijn met artikel 11 van de Grondwet, die bepaalt dat ‘het genot van de rechten en vrijheden, welke aan de Belgen zijn toegekend, moet worden gewaarborgd zonder discriminatie’. Het moratorium, een gewestelijke verordening, zou in dat opzicht niet wettelijk zijn en bijgevolg niet toegepast moeten worden, zoals omschreven in artikel 159 van de Grondwet.
Klacht
Een beslissing die te ver gaat aldus de Huurdersbond, die een klacht indiende tegen de vredegerechten bij de Hoge Raad voor Justitie. Ze stellen onder meer dat de uitzondering van onwettigheid zoals voorzien in artikel 159, hoven en rechtbanken niet machtigt een bepaling van wetgevende rang buiten toepassing te laten.
“Het doel is niet om de inhoud van de genomen beslissingen te corrigeren, maar om gelijke toegang tot rechten en rechtvaardigheid voor alle burgers te garanderen”, klinkt het, “om ervoor te zorgen dat elke huurder die met uitzetting wordt bedreigd, kan profiteren van een juridische behandeling die zijn of haar rechten respecteert.”
“Dagelijks worden er elf uitzettingsbevelen uitgesproken in Brussel, een dramatisch aantal. Die kwestie mag niet overgelaten worden aan de betrokken huurders.” De meerderheid van hen, zou volgens de Huurdersbond immers niet over de juiste middelen beschikken om zichzelf te verdedigen. “Slechts 10 procent van de huurders wie een uithuiszetting boven het hoofd hangt, heeft een advocaat.”
Lees meer over: Justitie , Huurdersbond , vredegerecht , hoge raad van justitie