Aantal spoorlopers in Brusselse metro op twee jaar tijd bijna verdubbeld

De MIVB ziet een forse stijging van het aantal spoorlopers in de metro- en premetrostations. Vooral in de ruime omgeving van het Zuidstation zijn er veel incidenten.

De Brusselse vervoersmaatschappij registreerde vorig jaar 477 incidenten met spoorlopers, zo maakte ontslagnemend minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) bekend in het Brussels parlement. Dat komt neer op een stijging met 24 procent in een jaar tijd (384 incidenten in 2023) en zelfs met 73 procent op twee jaar tijd (276 incidenten in 2022).

De cijfers slaan alleen op het aantal incidenten die naar de dispatching zijn doorgeseind en tot onderbrekingen van het metroverkeer geleid hebben. Daarnaast zijn wellicht ook nog niet-geregistreerde intrusies, maar daarover heeft de vervoersmaatschappij geen schatting van de aantallen.

De forse stijging van het aantal spoorlopers is niet los te zien van het toenemend aantal daklozen en drugsgebruikers in de Brusselse metro. Maar er zijn ook andere groepen die zich zonder toestemming op de sporen begeven, zoals taggers, gebruikers van de premetro die snel van perron willen veranderen of metrogebruikers die per ongeluk iets op de sporen hebben laten vallen.

Het is hoe dan ook levensgevaarlijk om op de sporen een smartphone of ander gevallen object te gaan zoeken, zo beklemtoonde Van den Brandt. Niet alleen is er het risico op aanrijding door een aankomende metro, je kan ook geëlektrocuteerd worden door de voeding van 900 volt op de sporen.

Hallepoort

Er zijn vijf stations waar spoorlopers vaker voorkomen dan elders: Hallepoort, Lemonnier, Clemenceau, Zuidstation en Simonis, zo blijkt uit de MIVB-statistieken. Vier van de vijf risicostations bevinden zich dus in of rond het Zuidstation.

De MIVB test in het metrostation Hallepoort momenteel een nieuw beveiligingssysteem uit om daar het aantal spoorlopers terug te dringen. Een uitrol van bijkomende preventieve barrières in elk metrostation zit in de toekomstplannen van de MIVB, maar dat zal niet op korte termijn zijn, zei Van den Brandt nog.