Eén op drie Brusselse kmo’s ziet negatieve impact door nieuwe schoolvakanties

Ruim een op drie Brusselse kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) ondervindt moeilijkheden door de nieuwe vakantiekalender van het Franstalig onderwijs. Ze zeggen dat ze door de nieuwe regeling moeilijker personeel kunnen inplannen en vakantie laten nemen.

35,2 procent van de Brusselse kmo’s meldt moeilijkheden door de gewijzigde schoolvakantieregeling. In Wallonië is dat zelfs ongeveer de helft (48,5 procent). Dit blijkt maandag uit een bevraging door hr-dienstverlener SD Worx. De kmo's maken vooral melding van moeilijkheden om personeel in te plannen en vakantie te laten nemen. In Vlaanderen, waar de traditionele acht weken zomervakantie voor scholen nog steeds van kracht zijn, melden kmo's weinig problemen.

In het Franstalig onderwijs duurt de zomervakantie nu twee weken minder lang, terwijl de carnavals- en herfstvakantie elk verlengd zijn tot twee weken, in tegenstelling tot de eerdere duur van één week.

Blijvende uitdaging

"De schoolvakanties in het Nederlandstalig en Franstalige onderwijs lopen al meer dan een jaar niet meer gelijk, wat een blijvende uitdaging vormt voor werkgevers", zegt Anneleen Verstraeten, juridisch adviseur bij SD Worx. "Kmo's moeten hun werkorganisatie en vakantieplanning grondig herzien. Ouders met schoolgaande kinderen kunnen nu ook buiten de traditionele zomervakantie twee weken vrij nemen, wat de planning ingewikkelder maakt."

"Het is cruciaal om tijdig een duidelijk beeld te hebben van de vakantievoorkeuren om de bedrijfscontinuïteit te verzekeren. Voor ouders met kinderen in beide onderwijssystemen is het al helemaal puzzelen," zo besluit Verstraeten.