Hervorming schoolvakanties kent niet enkel nadelen: 'Voor bedrijven is het een oplossing'

Maandag was de eerste dag van de krokusvakantie in het Nederlandstalig onderwijs. De schoolvakantie in het Franstalig onderwijs volgt over twee weken. Ouders zitten af en toe met de handen in het haar, maar de herverdeling is voor sommigen ook een voordeel. Zo zien bedrijven hun personeel nu gespreider op vakantie gaan.

Sinds vorig jaar is de Franstalige schoolkalender grondig herschikt en loopt die niet meer gelijk met die van het Nederlandstalig onderwijs. Zo komt het dat de krokusvakantie in het Nederlandstalig onderwijs al begonnen is, en nog tot zondag 18 februari 2024 loopt, terwijl die in het Franstalig onderwijs pas op 26 februari begint en nog loopt tot 8 maart 2024.

Op heel wat vlakken moet het Brusselse leven zich aan deze wijziging aanpassen. Al is dat niet altijd negatief. "Voor kleinere bedrijven is het eerder een oplossing, want werknemers nemen nu gespreider hun vakantie," zegt Julie Hunts van Unizo Vlaams-Brabant en Brussel. Ook de Brusselse ondernemersorganisatie Beci, die meer dan twee derde van de tewerkstelling in Brussel vertegenwoordigt, ziet geen graten in de verschillende schoolvakanties.

De publieke sector, waar werknemers gemiddeld meer vakantiedagen hebben dan in de privésector, ziet eveneens meer voor- dan nadelen. "Er is weinig impact op de organisatie, omdat niet alle werknemers op hetzelfde moment verlof opnemen. Het spreiden van de vakanties kan als een pluspunt beschouwd worden," zegt Frederic Pellissier van Vivalis, de Brusselse openbare dienst voor gezondheid en bijstand.

Kampen

Voor ouders die geen vakantie kunnen nemen tijdens een schoolvakantie zijn vakantie- en sportkampen – in het Brusselse ook wel stage genoemd – vaak een oplossing. Daar moeten door de herverdeling wel nieuwe keuzes gemaakt worden.

Zoals in het geval van de zoon van de Nederlandstalige Eveline. Hij is vijftien jaar oud en speelt basketbal bij een Franstalige club in Ukkel. Deze krokusvakantie zal hij niet meekunnen op sportkamp, want dat wordt pas over twee weken georganiseerd, tijdens de krokusvakantie van het Franstalig onderwijs: de sportclubs hanteren de schoolkalender van het onderwijs dat overeenkomt met de taal van de club. Nederlandstalige kinderen die bij een Franstalige club sporten, kunnen hierdoor in de vakantie niet meer bij hun club terecht voor een weekje sport, en omgekeerd. "Mijn zoon zit deze vakantie dus zonder stage."

Maar ook bij de kampen is het niet in alle gevallen miserie. Zo merkten ze in Sint-Agatha-Berchem vorig jaar dat er tijdens de vakanties van het Nederlandstalig onderwijs heel wat meer vragen dan normaal kwamen voor de vakantiekampen die de gemeente organiseert, zo vertelt schepen van Jeugdzaken Katia Van den Broucke (Groen). Franstalige kinderen die les volgen in het Nederlandstalig onderwijs gingen vóór de nieuwe schoolkalender naar Franstalige kampen. Nu zijn ze aangewezen op de Nederlandstalige.

De gemeente breidde de capaciteit uit: ze voorziet dit jaar honderd plaatsen voor vakantiekampen in de paas- en zomervakantie, tegenover 73 vorig jaar. "Ons kampen zitten altijd propvol. Voor ouders maakt het eigenlijk vaak niet veel uit in welke taal hun kinderen opgevangen worden, het is belangrijker voor hen dat er opvang is," aldus Van den Broucke.