Franstalig onderwijsminister wil gezamenlijke vakantieweek met Nederlandstalige scholen

Omdat de schoolkalenders van het Nederlandstalige en het Franstalige onderwijs niet meer overeenstemmen, wil Franstalig minister van Onderwijs Valérie Glatigny (MR) in de toekomst minstens één gemeenschappelijke week schoolvakantie garanderen tussen januari en juni. Dat kondigde ze maandag aan.

Sinds 2022 past de Franse gemeenschap een nieuwe schoolkalender toe. Schoolperiodes van zeven weken worden afgewisseld met twee lesvrije weken. Die wijzigingen zijn niet overgenomen door de Vlaamse en Duitstalige Gemeenschap, waardoor Franstalige kinderen niet meer systematisch al hun vakanties op hetzelfde moment hebben als kinderen in het Nederlands- of Duitstalig onderwijs.

Voor het schooljaar 2026-2027 zijn er geen gemeenschappelijke vakantieweken, met uitzondering van de kerstvakantie. De uiteenlopende kalenders zorgen voor heel wat organisatorische moeilijkheden, zeker in Brussel.

Glatigny, die maandag werd ondervraagd door het parlementslid Mathilde Vandorpe (Les Engagés), gaf aan dat ze zo snel mogelijk de dialoog met de andere gemeenschappen wil hervatten om te proberen de kalenders te harmoniseren.

Overnemen

Sommige Vlaamse partijen willen het Franstalige systeem overnemen, maar de maatregel wordt verre van unaniem gesteund. Zo wil de N-VA er niet van weten.

Als er geen afstemming kan worden bereikt met het Vlaams en Duitstalig Onderwijs, zal Glatigny voorstellen om het Franstalige schoolrooster lichtjes aan te passen, zodat alle Belgische scholieren tussen januari en juni minstens één week vakantie tegelijkertijd hebben, zei ze maandag.