De hervorming van de Franstalige schoolvakanties heeft heel wat gevolgen voor de buitenschoolse opvang van Nederlandstalige kinderen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daar zijn de leden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie het unaniem over eens. Toch is er onenigheid over de oplossing voor het probleem.
Hervorming Franstalige schoolvakanties leidt tot problemen voor Brusselse opvang
In 2021 besloot de Franstalige gemeenschapsregering om vanaf 2022 de schoolvakanties te hervormen. Zo is de zomervakantie met twee weken ingekort en werden herfst- en krokusvakanties met een week verlengd. Dat heeft als gevolg dat de schoolvakanties van Nederlandstalige scholen niet langer volledig gelijklopen met de schoolvakanties van de Franstalige scholen.
Vooral de paasvakantie is een doorn in het oog van de Vlaamse gemeenschap in Brussel, waarbij Nederlandstalige kinderen dreigen uit de boot te vallen bij het vinden van buitenschoolse activiteiten en opvang.
Een situatie die het Nederlands onderwijs in Brussel minder aantrekkelijk zou maken en problematisch kan worden voor ouders en hun kroost in Brussel en rand. Het probleem heeft zelfs invloed op de Brusselse werkvloer en het openbaar vervoer.
'Niet de schuld van Vlaanderen'
De Franstalige paasvakantie vindt plaats in mei, de Nederlandstalige begin april. Hoewel de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel unaniem van oordeel is dat de schoolvakanties in het Franstalige onderwijs tot problemen leiden voor Nederlandstalige ouders en kinderen in Brussel, kwam het tijdens de vergadering woensdag tot een confrontatie tussen de raadsleden van Groen en N-VA.
Volgens de Groen-fractie is er genoeg wetenschappelijke evidentie om het systeem langs Vlaamse kant ook in te voeren. Volgens Groen-raadslid Arnaud Verstraete heeft de Franstalige gemeenschap "een duidelijke hand uitgestoken richting Vlaanderen om het systeem samen te hervormen".
N-VA is het daarmee niet eens en wijst erop dat dat eerst ook nog in de werkelijkheid moet worden vastgesteld. "De Franse Gemeenschap heeft dit zonder Vlaanderen ingevoerd, met alle gevolgen van dien voor Brusselse ouders en kinderen. De Koning Boudewijnstichting stelde in hun studie dat je voor een hervorming van de schoolvakanties twee jaar voorbereiding nodig hebt en een ruimer kader om die verandering in goede banen te leiden. Dat doe je niet op een drafje, zeker als vakbonden, koepels en economische actoren niet mee zijn," zegt Gilles Verstraeten (N-VA).
Sven Gatz (Open VLD), collegelid bevoegd voor onderwijs en scholenbouw, wijst erop dat de VGC zélf geen wijzigingen kan aanbrengen. Hij benadrukt dat er een duidelijk effect is op het VGC-vakantieaanbod, dat veel sneller volgeboekt is dan voorgaande jaren. "We zullen de paasvakantie op de voet volgen en zien wat mogelijk is na 2023 en voor volgende jaren. Het belang van het kind moet steeds centraal staan." Gatz verbindt zich ertoe om de dialoog aan te gaan met de Vlaamse en Franse gemeenschap en het probleem verder op te volgen.
Ook One.Brussels-Vooruit mengt zich in de discussie. "Er zijn families die hun kinderen van school doen veranderen om hun gezinsleven toch enigszins organiseerbaar te houden. Soms in het nadeel van de kinderen zelf, die zich goed voelen op hun originele school. Gelijkvallende schoolvakanties zijn nodig in Brussel", zegt Els Rochette (one.brussels-Vooruit). Uit het antwoord van Collegelid Gatz besluit One.Brussels dat het bij Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) zal pleiten voor een gelijkschakeling van de schoolvakanties. "Een pleidooi dat onze fractie voor 100 procent steunt."
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , hervorming Franstalige schoolvakanties , buitenschoolse opvang , VGC , Vlaamse gemeenschap , Franstalige gemeenschap , paasvakantie