De Vrije Universiteit Brussel (VUB) staat niet in de top 200 van beste universiteiten wereldwijd, opgemaakt door een prestigieus Brits tijdschrift. Dat komt doordat héél grote universiteiten en kleinere universiteiten met elkaar vergeleken worden zonder rekening te houden met de schaal, zegt VUB-vicerector Pieter Ballon, die een eigen ranglijst opmaakte. "Zo’n ranking is nooit helemaal objectief. Er wordt meer gekeken naar grootte dan naar kwaliteit."
VUB stelt internationale ranglijst voor universiteiten in vraag en komt met eigen ranking
Het Britse tijdschrift Times Higher Education (THE) heeft zijn jaarlijkse ranking van beste universiteiten gedeeld. Hoewel de KU Leuven en de UGent enkele plaatsen stegen in vergelijking met vorig jaar, was dat niet het geval voor de VUB. De Brusselse universiteit bengelt tussen plaats 200 en 250, die niet meer gespecifieerd worden vanaf nummer 200.
De THE-ranglijst wordt doorgaans als één van de meest volledige beschouwd, omdat de rangschikking van universiteiten wordt gebaseerd op een brede set van achttien parameters.
Pieter Ballon, vicerector Onderzoek aan de VUB, heeft met een tegenranglijst aangetoond dat die parameters niet zo objectief zijn als ze lijken. "Het is een studie waar een student aan onze universiteit voor gebuisd zou worden", reageert hij aan BRUZZ. Volgens hem hadden de onderzoekers van THE rekening moeten houden met onder meer de schaalgrootte van de universiteit en is het criterium 'reputatie' te ontransparant en subjectief.
Tegenstudie
De VUB maakte daarop een 'eigen' ranglijst, waarin de universiteit vergeleken wordt met andere universiteiten van ongeveer dezelfde grootte in Europa. Daarop VUB scoorde daar veel beter en ook de andere Vlaamse universiteiten pronkten in de top 10.
De tegenstudie van de VUB werd uitgevoerd door het Data Office van de universiteit in Brussel. "Het onderzoek bevestigt dat de vier grootste Vlaamse universiteiten die gemeten zijn, allemaal tot de top in hun categorie behoren. Dit geldt zowel voor het aantal publicaties als voor het binnenhalen van Europese beurzen."
Daaruit maakt Ballon op dat ranglijsten zoals die van THE universiteiten "niet zozeer kwaliteit meten, maar vooral grootte."
"Een student aan onze universiteit zou gebuisd worden voor een studie als die van THE"
Schaalgrootte
Eén van de grote problemen met ranglijsten zoals die van THE, stelt Ballon, is het gebrek aan transparantie over de criteria. "Er is geen duidelijkheid over hoe die criteria precies worden ingevuld en hoe de berekeningen worden gemaakt. Wat we wel weten, is dat maar liefst 33 procent van de scores gebaseerd is op een enquête over de reputatie van universiteiten."
“Bekende grote universiteiten scoren daardoor opeens heel veel punten, omdat ze een groter budget voor marketing hebben," gaat hij verder. "Reputatie is een mening, een subjectieve parameter, en zeker geen objectieve maatstaf. Een objectieve parameter zoals 'research output' telt bijvoorbeeld maar mee voor 5,5 procent."
Een andere belangrijke kritiek is dat THE geen rekening houdt met schaalgrootte. "Zelfs als we alleen naar objectieve gegevens zouden kijken, is het logisch dat een drie keer zo grote universiteit meer publicaties produceert dan een kleinere. Meer onderzoekers betekent simpelweg meer onderzoek."
'Eerlijke rankings'
Is het niet opvallend dat een universiteit zelf een tegenstudie uitvoert en dan volgens eigen criteria beter scoort, zou je je kunnen afvragen? "Mensen mogen het vreemd vinden dat we een eigen ranking hebben gemaakt, maar corrigeren voor schaalgrootte is helemaal niet vreemd," zegt de vicerector.
"Je kunt een universiteit met 60.000 studenten en 10.000 onderzoekers niet zomaar vergelijken met een universiteit met 20.000 studenten en 2.000 onderzoekers. Universiteiten erkennen dit probleem, maar rankings blijven een krachtig marketinginstrument. Vergelijken kan, maar dan moet je rekening houden met schaalgrootte en objectieve criteria. Daarom roepen we op tot betere en eerlijkere ranglijsten."