Bezoekers die orde in Vlaams Parlement verstoren, riskeren zes maanden toegangsverbod

Bezoekers die de orde in het Vlaams Parlement verstoren, riskeren in de toekomst een toegangsverbod tot zes maanden. Daarnaast zal de parlementsvoorzitter ook bezoekers preventief kunnen weigeren op basis van aanwijzingen voor het risico op "ernstige ordeverstoringen".

Dat staat in een wijziging van het bezoekersreglement van het Vlaams Parlement dat het Uitgebreid Bureau van het parlement maandag heeft goedgekeurd en die Belga kon inkijken. Voor oppositiepartijen Groen en PVDA gaan de ingrepen te ver.

Na een incident op woensdag 21 februari 2024 - toen een groep pro-Palestijnse activisten de plenaire zitting verstoorde met slogans en vlaggen - besliste het parlement om de regels voor bezoekers tegen het licht te houden. Die oefening is nu klaar en het parlement is van plan de regels op een aantal punten aan te scherpen, met name om mogelijke ordeverstoringen te vermijden.

Sommige aanpassingen zijn beperkt. Zo mogen bezoekers nu al geen jassen of paraplu's meenemen op de publiekstribune. Maar dat artikel wordt uitgebreid naar "voorwerpen die de orde kunnen verstoren" zoals pamfletten, spandoeken en vlaggen. Al die voorwerpen moeten volgens het vernieuwde reglement samen met de jassen en tassen worden "opgeborgen in de vestiaire of de lockers".

Een strengere fouillering, waarbij niet alleen gecontroleerd zou worden op wapens en gevaarlijke voorwerpen maar bijvoorbeeld ook op vlaggen en pamfletten, is een federale kwestie en "valt bijgevolg buiten de bevoegdheden van het Vlaams Parlement".

Daarnaast zal de parlementsvoorzitter mensen in de toekomst niet alleen uit de tribune kunnen laten verwijderen, maar uit het volledige parlementsgebouw.

Toegangsverbod tot zes maanden

Twee wijzigingen gaan een stap verder. Zo komt er een mogelijk toegangsverbod tot zes maanden voor bezoekers die de orde in het parlement verstoord hebben en "tegen wie om die reden een klacht werd neergelegd". De betrokkene zal dan wel een schriftelijk verweer kunnen indienen bij de voorzitter.

Verder kan de parlementsvoorzitter ook preventief bezoekers de toegang tot het parlement weigeren als er duidelijke aanwijzingen zijn dat die bezoekers de orde willen verstoren. Dat kan bijvoorbeeld als de veiligheidsdiensten aanwijzingen hebben dat een actie "niet vreedzaam en ongewapend zal verlopen" of "wanneer er een ernstig en reëel risico bestaat dat deze persoon of personen er ernstige ordeverstoringen zullen veroorzaken".

Aan die preventieve ingreep zijn wel voorwaarden gekoppeld. Zo kan de beslissing enkel "genomen worden indien minder verregaande beperkende maatregelen, zoals het toelaten van een beperkte delegatie, niet volstaan om de orde te handhaven".

Te ver voor Groen en PVDA

De wijzigingen zijn op het Uitgebreid Bureau goedgekeurd door meerderheidspartijen (N-VA, CD&V en Vooruit) en oppositiepartij Vlaams Belang.

Voor oppositiepartijen Groen en PVDA gaan de ingrepen te ver. "Voor ons zijn die wijzigingen absoluut niet nodig en lossen ze ook niets op", zegt Groen-fractieleider Mieke Schauvliege aan Belga. "Veiligheid is een terechte bekommernis en het parlement moet op een ordentelijke manier kunnen werken en beslissingen nemen.", meent Schauvliege, " egelijk hoort het parlement als hart van de representatieve democratie een open huis te zijn, waar burgers welkom zijn. Een sterke democratie leeft bij gratie van betrokken burgers. Lichte overtredingen die de parlementaire werking niet in het gedrang brengen, horen niet afgestraft te worden met een toegangsverbod van zes maanden."

"De restrictieve visie die aan de basis ligt van deze reglementswijziging gaat te ver", aldus Schauvliege, "laat ons niet in een kramp schieten omwille van een bagatel."

Volgens Schauvliege is bij de huidige formulering van de wijziging "het risico op een willekeurige behandeling te groot".

Ook PVDA-fractieleider Jos D'Haese spreekt van een te verregaande maatregel. "Die zou bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden tegen vakbondsmensen die een zitting die hen aanbelangt komen volgen, of - ik zeg zo maar iets - tegen ouders die met hun baby's op de tribune komen zitten", aldus D'Haese, verwijzend naar het maandenlange protest op de publiekstribune van ouders met baby's tijdens de kinderopvangcrisis.