Hoorzitting rond museum Kanal: 'Budget nog steeds realistisch'

Kanal, het eerste museum voor hedendaagse kunsten in Brussel, heeft in de commissie Territoriale Ontwikkeling uitgebreide uitleg gegeven over zijn financiën en werking. Ondanks eerdere twijfels van de Inspectie van Financiën over de financiële haalbaarheid, biedt het museum nu transparantie. Al zitten Brusselse parlementsleden nog met veel vragen.

Deze zomer uitte de financiële inspectie bezorgdheden over de financiële haalbaarheid van het project. Toen was sprake van een jaarlijkse overheidsuitgave tot 44,3 miljoen euro. De inspectie baseerde zich op de vernieuwde beheersovereenkomst van 2024 tot eind 2028, die de regering deze zomer goedkeurde.

Die budgetten zijn nog steeds realistisch, zo licht ceo Yves Goldstein toe in de commissie. In die periode is jaarlijks gemiddeld 20 miljoen voorzien voor het werkingsbudget van het museum. Daarnaast is jaarlijks gemiddeld 7 miljoen voorzien voor investeringen in het vastgoed en nog eens gemiddeld een ruime 15 miljoen voor de werking daarvan.

Goldstein gaat ook uitgebreid in op de salarissen van de toekomstige museummedewerkers. Niet verwonderlijk: in het eerdere advies dat aan L'Echo gelekt werd door de financiële Inspectie waren er nog vragen over de salarissen.

Het museum zal zo'n 110 voltijdse medewerkers in dienst hebben, met een plafond van 119 medewerkers. Vergeleken met andere musea, zoals de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, zullen de medewerkers in grote lijnen hetzelfde verdienen, verzekert Goldstein. Ook zal het museum niet méér mensen aanwerven dan andere musea van dezelfde grootte.

Ook de artistiek directrice neemt het woord in de commissie. Kasia Redzisz laat weten dat de eerste werken in de collectie van het museum al zijn aangekocht. De werken zijn van kunstenaars als Aline Bouvy, Manon de Boer, Pélagie Gbaguidi en Hana Miletic, die wonen en werken in de hoofdstad.

Opvallend: een groot deel van de werken is direct na aankoop al uitgeleend.

Nog veel vragen

Hoewel de commissieleden enthousiast zijn over de komst van het eerste museum voor hedendaagse kunsten en de rol die het museum zal spelen in de stad, hebben ze nog vragen. Zo wil Geoffroy Coomans de Brachene (MR) meer weten over de investeringskosten. "In 2019 heb ik gezegd dat het museum zo'n 200 miljoen zou kosten, maar dat vond men toen overdreven. Als je nu de bedragen en de btw bij elkaar optelt, komt het in de buurt."

Brussels parlementslid Lotte Stoops (Groen) vroeg zich af of het museum het Brussels parlement op permanente basis inzage kan geven in de werking en de budgetten in de toekomst. Zowel zij als Brussels parlementslid Fadila Laanan (PS) dringt aan op een correcte verloning van de kunstenaars waarmee Kanal zal samenwerken.

Verschillende parlementsleden stellen vragen over de timing van de opening van het museum, de samenwerking met de buurt en de publieke ruimte in het gebouw.

'Een stad in de stad'

Goldstein laat weten dat hij nog altijd mikt op het najaar van 2025 voor de opening van het museum. Ook benadrukt hij dat het museum inclusief tracht te zijn: over de ticketprijzen wordt nog nagedacht, maar zeker is dat de openbare ruimte voor iedereen toegeankelijk moet blijven. Die immense ruimte kunnen we volgens hem zien als 'een stad in de stad'.

Goldstein belicht ook samenwerkingen met een reeks sociaal-culturele en culturele instellingen in Brussel, de geplande samenwerkingen met scholen en het partnerschap met het museum voor hedendaagse kunsten, Pompidou. Volgens hem heeft de samenwerking met het Parijse museum trouwens geen enkele invloed op de keuzes van de Brusselse curators.