De Inspectie van Financiën heeft twijfels over de financiële houdbaarheid voor het Brussels Gewest van de geldstromen naar Kanal, het toekomstig museum dat er komt in de voormalige Citroëngarage aan Sainctelette. Het bracht een negatief advies uit over het beheerscontract. Dat schrijft L'Echo.
Financiële bezorgdheid over Kanal
De opening van het museum KANAL, op de site van de voormalige Citroëngarage aan het IJzerplein in Brussel, is voorzien voor de herfst van 2025. Tegen die tijd moet de nieuwe beheersovereenkomst voor Kanal voor de periode 2024-2028 worden goedgekeurd door de Brusselse regering. Normaal gesproken zou de vernieuwing van de beheersovereenkomst zes maanden vóór het verstrijken van de huidige moeten plaatsvinden, zodat de Kanal-stichting haar plannen kan voorbereiden.
Het beheerscontract is al twee keer uitgesteld in de ministerraad. Er is een toenemende bezorgdheid over het bestuur en de mogelijke impact op de overheidsfinanciën. De kostprijs van Kanal zou voor het Gewest tussen 2024 en 2028 gemiddeld 44,3 miljoen euro per jaar bedragen.
De Brusselse Inspectie van Financiën heeft haar zorgen geuit over de substantiële toename van de jaarlijkse subsidie. Dat voorzag in 29,2 miljoen euro per jaar in 2024 tegenover 43,1 miljoen euro in het nieuwe beheerscontract. Daarnaast wijst de inspectie op het feit dat de initiële investeringssubsidie voor het Citroën-gebouw nu een structurele subsidie is geworden, wat de financiële lasten voor de regio verder verzwaart.
Het negatieve advies van de Inspectie van Financiën benadrukt ook de bezorgdheid over de salarissen binnen de Kanal-stichting, die hoger zouden zijn dan die van andere musea. Ook wil de inspectie gedetailleerde informatie over de kosten voor vastgoedbeheer en IT-investeringen.
Lees meer over: Brussel-Stad , Politiek , Economie , Kanal Centre Pompidou