Al bijna 35 jaar volgt afscheidnemend VRT-journalist Johny Vansevenant de Belgische politiek van op de eerste rij. Ter ere van zijn boek De strijd om de macht wandelde BRUZZ met het journalistieke zwaargewicht langs een rits politieke hotspots in Brussel. “Journalisten moeten niet doen alsof ze het warm water hebben uitgevonden.”
Ivan Put
| VRT-Johny Vansevenant, voor het borstbeeld van de voormalige premier: "Jean-Luc Dehaene had de omgang met de pers als geen ander in de vingers."
Wie is Johny Vansevenant?
- Geboren in Roeselare in 1958
- Studeerde Germaanse filologie in Gent
- Werkte eerst voor de regionale Omroep West-Vlaanderen
- Slaagde in 1987 voor het journalistenexamen van de VRT en ging in 1988 aan de slag op de radionieuwsdienst
- Werd politiek verslaggever in 1990
- Ging in 2023 met pensioen, maar volgde nog de verkiezingen van dit jaar
- Is een grote fan van het wielrennen uit de jaren 1960 en 1970
"Nostalgisch? Van zo’n gitzwarte poort kan je moeilijk nostalgisch worden. Zonder jullie was ik niet snel teruggekeerd.” Ook aan het einde van zijn carrière blijft de Gentse West-Vlaming – met of zonder microfoon een hoeder van onberispelijk AN – zijn koele zelve. Toch kan Vansevenant de lichte glinster in zijn ogen niet onderdrukken onder de milde herfstzon aan een van de verschillende poorten die Hertoginnedal van de buitenwereld afsluit. “Zeven in- en uitgangen volgens Jean-Luc Dehaene, zodat er altijd een vluchtroute was om journalisten te snel af te zijn.”
Het kasteel in Oudergem is een van die mythische plekken die geassocieerd worden met een verwelkte politieke cultuur, al streek ex-premier Charles Michel er het voorbije decennium nog neer om zich met de Zweedse coalitie te buigen over heikele zomerakkoorden. Enkele jaren voordien sloeg ook Yves Leterme er tijdens de onderhandelingen voor een nieuwe federale regering met de regelmaat van de klok zijn tenten op.
Domme dieren
“Het waren steevast lange dagen die gevuld waren met wachten. Maar er waren tenminste al gsm’s,” aldus de 66-jarige Vansevenant. “Dat was ten tijde van Dehaene anders. Toen moesten we met een mobilofoon in de zendwagen zijn woordvoerder opbellen, die wat verderop in het kasteel aan de lijn kwam op de vaste telefoon. Hoe je de uren dan verslijt? Samen met collega’s toch info proberen te sprokkelen, en nu en dan pizza bestellen.”
Dehaene is de figuur die de Wetstraat domineert wanneer Vansevenant er begin jaren negentig voor de VRT volop in belandt. In 1990 start hij op de politieke redactie, twee jaar later legt ‘de loodgieter’ de eed af als premier.
“Dehaene was intelligent en wist vooral hoe hij zaken moest realiseren. Denk aan het Sint-Michielsakkoord en de nodige saneringen om de baan vrij te maken voor de euro,” blikt Vansevenant terug. “Tegelijkertijd viel hij op door zijn excentrieke stijl. Ik herinner me een moment in Zuid-Afrika, in het bijzijn van Dehaene en andere journalisten. Tijdens een safari schreeuwde hij naar zijn chauffeur: ‘Let’s go, I’ve seen enough of these dumb animals’. Hij verwees natuurlijk naar de journalisten.”
Dehaene had ook de omgang met de pers als geen ander in de vingers, zegt Vansevenant. “Toen wij in 1992 nachtenlang aan Hertoginnedal stonden in afwachting van een akkoord over de staatshervorming, kwam hij om vijf uur ‘s nachts opduiken uit de mist, met zijn handen in de zakken en achter hem de felle koplampen van de kabinetsauto. Hij deed dat opzettelijk om een filmisch effect te creëren, want hij kwam vertellen dat er een akkoord was. Die beelden zijn altijd opgedoken in carrièreoverzichten of bij zijn overlijden.”
“In principe zijn er raakvlakken tussen Fouad Ahidar, Groen en zijn ex-partij Vooruit, maar diezelfde partijen zien hem niet graag groot worden”
Wetstraatjournalist voor de VRT
Over de groene tapijten van de Kamer en de rode van de Senaat, tussen de borstbeelden van de premiers of op de flanken van de perstribune: Vansevenant beweegt er met de ogen dicht, weet bij elke hoek een anekdote op te rakelen.
Dutroux ontsnapt
Eén verhaal overstijgt elk anekdotisch karakter en is dan ook vereeuwigd op de cover van het 944 bladzijden tellende opus: de paniek in de leeszaal van de Kamer na de ontsnapping van kindermoordenaar Marc Dutroux in 1998. “Uitgerekend tijdens het vragenuurtje op donderdag ontsnapte Dutroux. In de Kamer was de chaos totaal,” herinnert Vansevenant zich.
“Het lot van de bevoegde ministers Johan Vande Lanotte en Stefaan De Clerck leek bezegeld (beiden traden later ook af, red.). Natuurlijk was die timing bijzonder: net tijdens het vragenuurtje wanneer alle journalisten aanwezig zijn en een heleboel parlementsleden ministers ondervragen, barst zo’n bom.” De omslagfoto van Filip Claus spreekt boekdelen: toppolitici zoals Herman De Croo, Louis Michel en Jef Tavernier, maar ook journalisten Luc Van der Kelen en Ivan De Vadder, kijken ontredderd naar elkaar en in het rond. De onrust en verbijstering spatten van het beeld. Hoe dicht Vansevenant over de decennia heen ook in het zog kwam van allerhande machthebbers, op BV-allures of journalistieke stemmingmakerij viel hij niet te betrappen.
“Ik zie mezelf als doorgeefluik. Journalisten moeten niet doen alsof ze het warm water hebben uitgevonden. We moeten over goede bronnen beschikken, uit alle mogelijke richtingen, en goed kunnen inschatten wat die waard zijn. Als journalist moet je dan de redeneringen en beweegredenen van die bronnen kunnen uitleggen, ze synthetiseren. Maar wij zijn de politici niet.”
Het geheim achter zijn jarenlange staat van dienst: tomeloze energie. “Het is een voorrecht om deze job te mogen uitoefenen. Wat daarbij helpt, is abstractie kunnen maken van je eigen mening. Je moet kunnen zeggen: alle politici hebben een beetje gelijk. Je moet eveneens van het politiek spel kunnen genieten. Een tip is ook: keihard werken wanneer je keihard moet werken en wanneer het rustig is, moet je van die momenten gebruikmaken om wat te bellen, te lezen, rond te lopen … Maar dan, wanneer er een crisis ontstaat, is het alle hens aan dek.”
Kiem voor paars
Een crisis die Vansevenant op zijn bord kreeg toen hij de Wetstraat nog maar net begon te verslaan, is de befaamde abortuskwestie waardoor koning Boudewijn in 1990 tijdelijk in de ‘onmogelijkheid om te regeren’ verkeerde. Het staatshoofd weigerde de abortuswet te ondertekenen.
“Het is de tijd waarin de Senaat nog van tel was,” vertelt Vansevenant tussen de rode zitjes van de ‘refl ectiekamer’ die zowat alle Vlaamse partijen vandaag op de schop willen. “Het abortusvoorstel dat zoveel stof deed opwaaien, werd eerst hier goedgekeurd. Ik herinner me nog hoe een van de initiatiefnemers, de liberale Lucienne Herman-Michielsens, in de armen viel van de socialist Jos Wijninckx. Je ziet er eigenlijk hoe de kiem voor paars geplant wordt.”
Vansevenant zag met eigen ogen hoe door de ‘paarse’ abortuswet de eerste barstjes in de almachtige CVP-staat opduiken. “De CVP stond lang zo sterk dat ze gewoon konden kiezen: nu eens een regering met de liberalen, dan met de socialisten.” Uiteindelijk zingen de christendemocraten het uit tot de ‘dioxineverkiezingen’ van 1999, wanneer de liberalen de grootsten worden.
Na paarsgroen en paars komt met het succes van het kartel CD&V-N-VA het communautaire weer bovenaan de agenda. De ellenlange regeringsonderhandelingen na de verkiezingszege van de N-VA in Vlaanderen en PS in Wallonië waren slopend, herinnert Vansevenant zich. “Soms kom je om vier uur ’s ochtends thuis en krijg je meteen telefoon van de eindredactie met de vraag of je nog snel een analyse kan maken voor na het nieuws van 6 uur in ‘De Ochtend’ op Radio 1. Slapen zit er dan niet in.” Als de regering-Di Rupo na 541 dagen onderhandelen eind 2011 eindelijk in het zadel zit, neemt columnist Tom Heremans het in De Standaard op voor de VRT-stem. “Wat moet er, louter bij wijze van voorbeeld, van die arme Johny Vansevenant geworden, nu alles omzeggens in kannen en kruiken is? Die mens kun je toch niet meer gewoon achter een bureau neerpoten, nadat hij vier jaar lang bij nacht en ontij aan het hek van paleizen en kastelen heeft postgevat om zijn microfoon door het zijraampje van aanstormende limousines te wurmen?”
541 dagen zal het wellicht niet duren, maar vier maanden na de verkiezingen zit de Brusselse formatie helemaal in het slop. Hoewel Vansevenant de Brusselse politiek altijd van een zekere afstand volgde, ligt er in de auto van Hertoginnedal terug naar het centrum meteen een analyse klaar op zijn tong. Sudderen in de oppositie “Het grote probleem is dat de groenen aan Franstalige kant zijn weggeveegd, maar dat ze aan Nederlandstalige kant onmisbaar zijn. In principe zouden er wel wat raakvlakken moeten zijn tussen Fouad Ahidar, Groen en zijn ex-partij Vooruit, maar diezelfde partijen zien hem niet graag groot worden,” is zijn redenering.
“Nu Ahidar in een regering opnemen, betekent wellicht dat een partijgenoot van hem minister wordt. Ministers worden vedetten. De linkse concurrentie wil vermijden dat Ahidar – ook niet meer piepjong – iemand heel zichtbaar kan bombarderen tot zijn opvolger. Ze laten hem liever sudderen in de oppositie. Dus gaat Ahidar zich maar richten in Vlaamse steden en gemeenten met een grote migrantengemeenschap.”
Johny Vansevenant, De strijd om de macht, mijn leven in de Wetstraat, Uitgeverij Lannoo
Lees meer over: Brussel , Politiek , Literatuur , De strijd om de macht , Johny Vansevenant , Belgische politiek , federale regeringsvorming , vrt , Brusselse regeringsvorming
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.