Lid Team Fouad Ahidar moet vraag uitstellen omdat hij ze niet in het Nederlands stelt

Ilyas El Omari van Team Fouad Ahidar heeft dinsdag zijn vraag aan minister-president Rudi Vervoort niet kunnen stellen in de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels parlement. Reden: hij had zijn vraag in het Nederlands ingediend, maar wilde ze in het Frans stellen. Aline Godfrin (MR), die haar partijgenoot Vincent De Wolf opvolgt als commissievoorzitter, wees hem erop dat dit niet kon.

El Omari wilde dinsdagvoormiddag aftredend minister-president Rudi Vervoort aan de tand voelen over de veiligheid van het uitgaansleven in Brussel. Omdat hij lid is van de Nederlandse taalgroep in het Brussels parlement diende hij zijn vraag in het Nederlands in.

Maar, toen hij aankondigde dat hij zijn vraag in het Frans zou stellen, wees commissievoorzitter Godfrin erop dat dat niet kon, omdat de vraag in het Nederlands was ingediend. "Ik zal de vraag dan niet stellen, want ik heb een probleem: ik heb enkel de Franstalige tekst", antwoordde hij.

Ilyas El Omari is een van de drie verkozenen van Team Fouad Ahidar, dat in juni de tweede grootste fractie van de Nederlandse taalgroep in het Brussels parlement werd. Kort na de verkiezingen erkende hij aan BRUZZ dat hij nog hard moest werken aan zijn Nederlands: "Mijn kennis van het Nederlands is goed, maar de politieke taal beheers ik nog niet volledig. Deze zomer ga ik hier hard aan werken, geen vakantie voor mij!", schreef hij toen.

"Het is uiterst zorgwekkend dat een verkozen parlementslid van Team Fouad Ahidar, een lijst die nochtans op de Nederlandstalige taalrol van het Brussels Parlement is opgekomen, zelfs niet in staat is om een vraag in het Nederlands te stellen," reageert N-VA-fractieleider Mathias Vanden Borre. "Als volksvertegenwoordiger moet je de taal van de gemeenschap die je vertegenwoordigt kunnen spreken", vindt hij.

Vanden Borre roept op tot meer aandacht voor de naleving van de taalwet op alle niveaus zodat incidenten zoals dit in de toekomst vermeden kunnen worden. "De taalvereisten zijn geen formaliteit, maar een essentieel middel om vertegenwoordiging te garanderen. De stem van de Nederlandstalige Brusselaars verdient evenveel respect en aandacht als die van de Franstalige inwoners," besluit hij.