110 Sociaal-culturele organisaties vragen VGC om subsidies te indexeren

Ruim 100 Brusselse organisaties in de sociaal-culturele sector stellen dat de subsidies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) onvoldoende worden geïndexeerd. Naar eigen zeggen zouden die organisaties hierdoor in tien jaar tijd 30 procent aan koopkracht hebben ingeleverd. “Afbouw van het middenveld betekent afbouw van de dienstverlening naar de Brusselaar.”

Het is, zo argumenteren de organisaties, noodzakelijk dat subsidies, net als lonen, worden geïndexeerd. De prijsstijgingen “blijven maar doorgaan” en er bestaat een steeds groter risico dat organisaties daardoor moeten besparen ten koste van het personeel en van de werking.

Dat stellen 110 organisaties in de sociaal-culturele sector, waaronder de Federatie Sociaal-cultureel Werk & Amateurkunsten, Sociare, de sociaal-culturele organisatie Voem vzw en Kenniscentrum Welzijn in een open brief. Ze constateren dat de VGC “de enige Vlaamse overheid is die de indexering van alle subsidies niet structureel toepast.”

Automatisch indexeren

Daarom vragen de organisaties in de open brief om vanaf 2025 de subsidies “automatisch en structureel” te indexeren en hiervoor de nodige voorzieningen te treffen. Ze vragen bovendien om de toekenning van social-profitmiddelen in de toekomst te laten verlopen via het sociaal overleg.

De reden waarom de organisaties nu aan de alarmbel trekken, is omdat de zogenaamde 'spilindex' de laatste jaren meerdere keren is overschreden. Sinds begin 2021 zijn de lonen daardoor flink gestegen. Ook in april 2025 zullen de lonen naar verwachting opnieuw met 2 procent stijgen. Deze stijging komt voor de sociaal-culturele sector en de zorg- en welzijnssector bovenop andere akkoorden rond loonsverhoging.

'Inflatie onvoldoende afgedekt'

Volgens de sociaal-culturele sector worden die extra kosten te weinig gecompenseerd. “De inflatie werd in de subsidies niet volledig afgedekt,” klinkt het. “Als de indexering achterop hinkt, vergroot de kloof tussen de uitgaven en de subsidies die men van de VGC ontvangt.”

Voor de periode tussen 2014 en 2024 betekende dit volgens de sociaal-culturele sector een koopkrachtverlies van meer dan 30 procent. Voor veel organisaties betekende het ook een reeks besparingen, die ze nu een halt willen toeroepen. “Afbouw van het middenveld betekent afbouw van de dienstverlening naar de Brusselaar,” onderstrepen de organisaties in hun brief. “En dat ondergraaft het VGC-beleid.”

De brief is gericht aan de uittredende VGC-collegeleden Ans Persoons (Vooruit.brussels) en Sven Gatz (Open VLD), en ook aan de uittredende Vlaamse minister van Brussel, Benjamin Dalle (CD&V). BRUZZ heeft hen, samen met de uittredende collegevoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Elke Van den Brandt (Groen), om een reactie gevraagd.

VGC-collegevoorzitter Van den Brandt is zich ervan bewust dat de sector - net als in andere sectoren - met stijgende kosten geconfronteerd wordt. "In de voorbije legislatuur voerde ik met het VGC-college daarom voor het eerst indexeringen door van subsidiebedragen. Of dit in de toekomst zal kunnen worden toegepast, hangt af van de onderhandelingen met de toekomstige coalitiepartners voor een VGC-bestuursakkoord en van de budgettaire situatie van de VGC," klinkt het bij haar kabinet.