Deze dinsdag vindt voor de vierde keer het taalfeest Allez:NL plaats, een soort ‘Roefeldag’ voor anderstaligen. Met workshops en rondleidingen wordt het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in de kijker gezet. “Bibliotheken, cultuur- en sportcentra spelen een grote rol bij taalverwerving”
1.500 Brusselaars oefenen Nederlands tijdens vierde taalfeest Allez:NL
Borduren, circus, mocktails maken of pannenkoeken bakken: Nederlands leren kan ook buiten een klassiek klaslokaal. Dat wil het Huis van het Nederlands dinsdag nog maar eens bewijzen, met de vierde editie van het evenement Allez:NL. “Een taalfeest,” zegt Brenda Deny van het Huis van het Nederlands. “Deze oefendag leidt mensen die Nederlands leren naar het Nederlandstalige aanbod in de stad.” Het evenement gaat sinds 2018 tweejaarlijks door. De bedoeling is ook daartussen in te zetten op dat hobby- en cultuuraanbod, de bibliotheken en 22 Vlaamse gemeenschapscentra.
“Ik ga in de ochtend naar Muntpunt om te leren welk type vrijwilligerswerk bij mij past (workshop van Steunpunt Vrijwilligerswerk Brussel, red.) en in de namiddag leer ik een nieuwsbericht schrijven bij Bruzz,” vertelt Shanti Badriyah (46), een deelneemster met een vergevorderd niveau van Nederlands. “Daar kijk ik erg naar uit, want ik was vroeger nog freelance reporter in Indonesië, mijn thuisland. Ik hou van taal, ik hou van andere mensen en ik hoop via Allez:NL nieuwe mensen te leren kennen. Momenteel hoor ik in mijn eigen omgeving vooral Engels en Frans.”
'Nu is het Nederlands nog te vaak een verplichte taal om werk te vinden of om de kinderen te helpen op school. Heel weinig mensen leren Nederlands voor hun plezier'
Deelnemer Allez-NL
Badriyah werkt in de IT-sector en reist veel naar Engelstalige conferenties. Ze woont sinds in 2001 in Brussel, ze volgde haar Belgische partner. “Hij is Nederlandstalig, maar onderling spreken we Engels uit gewoonte. In eerdere jobs heb ik wel Nederlands gesproken en ik nam ook al twee keer deel aan Allez:NL in het verleden.” Ze volgt al twintig jaar Nederlandse les: oorspronkelijk bij de VDAB met het oog op een job, maar later ook via evenementen van het Huis van het Nederlands in Brussel. “En ik had in Indonesië al een woordje Nederlands geleerd tijdens mijn rechtenstudies. Veel van onze juridische termen dateren nog uit de koloniale tijd,” vertelt ze. Met die brede ervaring wil Badriyah nu graag zélf workshops helpen begeleiden en andere cursisten motiveren. “Brussel heeft taalambassadeurs nodig. Nu is het Nederlands nog te vaak een verplichte taal om werk te vinden of om de kinderen te helpen op school. Heel weinig mensen leren Nederlands voor hun plezier.”
Recordeditie
Daar kan en moet het Brusselse sport-, cultuur- en vrije tijdsaanbod bij helpen, vindt het Huis van het Nederlands, samen met Vlaams Brusselminister Cieltje Van Achter (N-VA). “We hebben de inschrijvingen deze keer afgesloten met maar liefst 1.500 deelnemers. Een absoluut record,” zegt Deny over deze vierde Allez:NL. “Allemaal Brusselaars met veel goesting om Nederlands te oefenen in de stad. Het evenement is intussen bekend bij onze partners en NT2-leerkrachten, wat onze promotie natuurlijk nog versterkt.”
De dag start met een ontbijt in de Beursschouwburg, van waaruit de deelnemers naar workshops in de gemeenschapscentra, bibliotheken of bij Nederlandstalige verenigingen trekken. Leren fietsen bij Molembike, musea bezoeken in het Nederlands of sollicitatiegesprekken oefenen: het programma is divers. Maar zo één dag per twee jaar, werkt dat ook?
“Elk initiatief helpt en alles hangt natuurlijk af van de promotie en wie je rekruteert,” zegt professor Esli Struys van de VUB, expert in meertaligheid. Momenteel richt Allez:NL zich vooral op anderstaligen die al Nederlandse les volgen, bijvoorbeeld bij de Centra voor Volwassenenonderwijs. “Je kan je altijd richten op een breder publiek, maar de Vlaamse instellingen weten toch al een groot deel van de Brusselaars te bereiken. De Nederlandstalige scholen en crèches bereiken een vijfde tot een kwart van de Brusselse bevolking.” Die scholen leiden anderstalige ouders op hun beurt naar de bibliotheken en gemeenschapscentra.
En dat is belangrijk, want Vlaanderen wil anderstalige ouders de komende jaren sterker betrekken bij het schoolleven én zelfs verplichten tot Nederlandse lessen. Het aanbod voor die NT2-lessen moet daarvoor flink omhoog, schreven we al eerder. “Een taal leren in een natuurlijke context, zoals via hobby’s, zal ook nooit even snel lukken als in een klassiek klaslokaal. Je boekt meer vooruitgang als de leerstof structureel wordt opgebouwd en geëvalueerd,” zegt Esli Struys. “Toch is het een en-en-verhaal. Een klascontext vraagt infrastructuur en leerkrachten en dus een kost aan de maatschappij. We hebben al die plaatsen vandaag in Brussel nog niet. Daarom is het zeker zinvol om Nederlandstalige activiteiten te versterken voor anderstaligen. Plezierige hobby’s of workshops helpen de motivatie te verhogen om de taal te leren, maar ze tonen cursisten ook hoe ze hun talenkennis in de praktijk kunnen toepassen. Dat verhoogt hun gevoel van autonomie.”
“Ik vond Nederlands vroeger zo’n lelijke taal, door de r-klank in de keel. Nu weet ik dat Vlaams veel zachter klinkt. En hoe beter ik de taal spreek, hoe fijner ik het vind"
Deelnemer Allez:NL
Rolmodellen
Hoeveel anderstaligen de biebs en gemeenschapscentra nu al bereiken, is moeilijk in te schatten, want iemands thuistaal wordt in hun werking niet apart geregistreerd. Het laagdrempelig leesmateriaal in de Brusselse bibliotheken, een collectie bedoeld voor anderstalige cursisten, wordt alvast wél meer uitgeleend. “In 2022 waren er 18 procent meer leners dan in 2021 en in 2023 al een kwart meer dan in 2022,” zegt Brigitte Muyle van de Brusselse bibliotheken. De gemeenschapscentra konden nog geen evolutie meedelen. “Hun cijfers zullen vergelijkbaar zijn,” veronderstelt professor Esli Struys, die een grote rol voor deze lokale spelers ziet. “Gemeenschapscentra zijn vaak heel goed ingebed in de wijken. Daar bereik je sneller mensen die meer sociaal kwetsbaar zijn en weinig of geen Nederlands spreken.”
De impact van drie voorbije edities van Allez:NL is daar nog moeilijk in te schatten. “Ik vind vooral de conversatietafels in Brussel super nuttig,” zegt Marina Lagacheva (28) uit Rusland, die pas vorig jaar Nederlands begon te leren. “Ik moest me in mijn inburgeringstraject inschrijven bij het CVO en kon meteen starten op een wat hoger niveau,” vertelt ze, want ze leerde al wat Nederlands op eigen houtje en via haar schoonfamilie in Maastricht. “Ik vond Nederlands vroeger zo’n lelijke taal, door de r-klank in de keel. Nu weet ik dat Vlaams veel zachter klinkt. En hoe beter ik de taal spreek, hoe fijner ik het vind. Ik heb het voorbije jaar zeker aan vijftig conversatietafels deelgenomen in alle hoeken van Brussel. Zo maak je vrienden en leer je echt bij.”
En dat loont, want Lagacheva spreekt bijna foutloos. “Ik heb natuurlijk het geluk dat ik veel steun en tijd krijg van mijn partner. Ik heb me dit hele jaar uitsluitend op Nederlandse les en oefeningen kunnen focussen, zodat ik binnenkort werk kan zoeken. Vroeger was ik receptioniste, maar ik hou van vreemde talen en zoek nu in die richting.” Ze droomt van een job bij het Agentschap voor Inburgering en is nu al vrijwilliger bij hun Brussels onthaalbureau BON.
Zo’n rolmodellen zijn ook voor beginnende cursisten belangrijk, zegt Esli Struys. “De kracht van buddysystemen en conversatietafels is dat verschillende niveaus van elkaar kunnen leren. De moderatoren hoeven zeker niet alleen moedertaalsprekers te zijn,” zegt de professor. “En dat mis ik soms,” zegt Shanti Badriyah over het Nederlandstalige aanbod in Brussel. “Waarom niet wat vaker allochtone begeleiders inschakelen? Dat verhoogt de herkenbaarheid bij nieuwkomers.”
Lees meer over: Samenleving , Allez:NL , Muntpunt , eenvoudig nederlands , nederlandstaligen