De dertigjarige Brusselaar Boris Vermeersch was als danser en fotograaf de vreemde eend in de bijt bij kijkcijferkanon Kamp Waes, maar bracht het er goed vanaf. Tot de beruchte Tender Feet-loop door de Ardense bossen hem de das om deed: "Het is gelopen hoe het is gelopen, maar het pikt nog altijd een beetje."
In Kamp Waes proberen vijftien kandidaten zich te meten aan de special forces, de elite-eenheid van het Belgische leger. Ze zoeken de grenzen van hun fysieke en mentale krachten op. "Ik heb deelgenomen aan het programma omdat ik nood had aan een uitdaging na een moeilijke periode in mijn leven," vertelt Vermeersch. "Het heeft mij deugd gedaan om mezelf te verdiepen in gezonde voeding en sport."
De oriëntatieloop, ook wel bekend als de Tender Feet, was de laatste proef voor Vermeersch. De kandidaten moesten zich in 24 uur een minstens vijftig kilometer lange weg banen door de Ardense bossen met een rugzak van twintig kilogram, en daarbij zelf de weg zoeken.
Het eindpunt van de oriëntatieloop wist hij uiteindelijk niet op tijd te bereiken. "Tijdens de opnames was ik volledig in survivalmodus, daardoor ging al mijn energie ook naar lichamelijke inzet en moest ik onderdoen tijdens de oriëntatieloop qua kaartlezen," meent Vermeersch.
"Alle proeven die wij uitgevoerd hebben zijn gebaseerd op de opleiding van de special forces, alleen hebben zij het nog zwaarder," merkt Vermeersch op. "Zij krijgen dan weer een langere periode om alles te volbrengen en worden meer bijgestuurd tijdens hun traject."
Al bij al kijkt de jonge Brusselaar positief op zijn deelname terug: "Het was een prachtig avontuur en ik zal de volgende weken heel nieuwsgierig blijven volgen hoe de overige kandidaten het er vanaf brengen."
"Dat ik niet tot het einde heb kunnen blijven, pikt nog steeds een beetje. Maar nu kijk ik vooral uit naar nieuwe professionele uitdagingen in de fotografie," besluit hij.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Kamp Waes , Boris Vermeersch
