“De marginaliteit” komt met de trein uit Molenbeek waarna ze “wordt uitgekapt” op het strand. Het zijn de woorden van de voorzitter van het Vlaamse kustburgemeestersoverleg Jean-Marie Dedecker. In het programma Terzake sprak hij eerder deze week over het zwerfvuilprobleem op het strand van Oostende. Brusselminister Benjamin Dalle (CD&V) vindt zijn uitspraken “volstrekt onaanvaardbaar.”
Dalle nodigt Dedecker uit in Molenbeek na controversiële uitspraken over strandafval
Het was warm afgelopen week, en dat hebben de burgemeesters van de Vlaamse kustplaatsen gemerkt. Vooral Oostende kreeg het zwaar te verduren. Daar haalden vrijwilligers volgens De Standaard op één dag 4.000 liter afval op. De branding was bezaaid met blikjes en flesjes. Er werd zelfs een luier aangetroffen.
Actualiteitenprogramma Terzake kaartte het probleem woensdag aan bij Jean-Marie Dedecker, voorzitter van het Vlaamse kustburgemeestersoverleg. De burgemeester van Middelkerke, in juni als onafhankelijke op de N-VA-lijst verkozen in de Kamer, ging over het zwerfvuil in gesprek met John Crombez, Vooruit-lijsttrekker in Oostende.
Volgens Dedecker is de oorzaak van het zwerfvuil een “groot mentaliteitsprobleem.” Bij mooi weer komen veel mensen met de trein naar Oostende en dat opent volgens de politicus een “blik marginaliteit” of een “blik Molenbeek.” “Er komen ook heel wat mensen uit culturen die onze zaken niet respecteren. Die denken dat het strand van Oostende, of onze stranden, zoals die van Mogadishu of Dakar zijn.”
"Het gaat hier om het totaal misplaatst stigmatiseren van een hele bevolkingsgroep. Marginaliteit aan Molenbeek verbinden, klopt niet"
Brusselminister in de Vlaamse regering
Even later deelt Dedecker een anekdote over een groep waarvan hij vermoedt dat ze Marokkaanse roots hebben: “Ze gaan een schapenbout eten en wassen die onder de douche, op de plek waar de mensen normaal uit het water komen. Je moet dan onmiddellijk optreden en durven zeggen: dit kan niet op het strand.”
Dedecker richt zich niet alleen op mensen met een migratieachtergrond, ook kampeerders moeten eraan geloven. “Wie op de camping zit, heeft een andere mentaliteit dan wie in een appartement zit.”
‘Kom naar Molenbeek’
“Volstrekt onaanvaardbaar,” reageert Benjamin Dalle, Brusselminister in de Vlaamse regering. “Het gaat hier om het totaal misplaatst stigmatiseren van een hele bevolkingsgroep. Marginaliteit aan Molenbeek verbinden, klopt niet.” Dalle heeft zelf tien jaar in Molenbeek gewoond, herinnert hij. “Veel mensen daar tonen respect.”
Om dat met eigen ogen te zien, nodigt hij Dedecker uit in Molenbeek. Zo kan hij bijvoorbeeld kennismaken met de Molenbeek Rebels, een diverse basketbalploeg met meisjes uit Molenbeek die de komende tijd in heel België zal spelen.
Volgens Dalle klopt ook de link tussen ‘marginaliteit’ of lage inkomens en afval achterlaten niet. “In alle lagen van de bevolking zijn mensen die geen respect hebben. Ik ken mensen in armoede die heel respectvol omgaan met afval en mensen die het zeer goed hebben die afval achterlaten.”
Ook de link tussen mensen die op de camping verblijven en zwerfvuil stoort Dalle: “Wat hij zegt over het verschil tussen mensen in een appartement en kamperen, klopt niet. Mensen op campings hebben juist veel respect voor de natuur. Dit zijn clichébeelden die doen denken aan Lippens met de frigoboxen.”
De voormalige burgemeester van Knokke-Heist, Leopold Lippens, wilde begin jaren negentig de zogenaamde “frigoboxtoeristen” weren uit Knokke. Bezoekers die hun eigen eten en drinken meenemen in frigoboxen zouden vaker afval achterlaten op het strand en minder kopen bij de lokale horecazaken, beweerde hij.
Dalle is niet van plan om stappen te ondernemen tegen de uitspraken van Dedecker. “Juridisch gezien mag hij dit zeggen,” zegt de Brusselminister.
Haatspraak of niet?
Zijn de uitspraken van Dedecker dan geen hate speech, omdat ze aan zouden kunnen zetten tot haat? Dat beoordelen is niet zo eenvoudig, stelt Koen Lemmens, hoogleraar publiekrecht en auteur van Het wankele recht van spreken. “Volgens het Grondwettelijk Hof moet iemand wetens en willens een uitspraak doen met het idee om bepaalde groepen te viseren, het zogenoemde bijzonder opzet.”
In sommige gevallen is die intentie duidelijk, in andere niet. “Als politicus moet je maatschappelijke problemen kunnen aankaarten. Het is belangrijk om het onderscheid te maken tussen het ‘aankaarten’ van issues en het ‘stigmatiseren’ van groepen,” zegt Lemmens. “Maar die grens is heel dun.” Als iemand een klacht zou indienen over de uitspraken van Dedecker, is die klacht dan ook niet eenvoudig te beoordelen, denkt hij.
"Het is belangrijk om het onderscheid te maken tussen het ‘aankaarten’ van issues en het ‘stigmatiseren’ van groepen"
Hoogleraar publiekrecht (KU Leuven)
Een dergelijke rechtszaak heeft bovendien niet noodzakelijk het gewenste effect, denkt de hoogleraar. “Optreden tegen controversiële uitspraken zorgt er misschien voor dat mensen hun taal gaan aanpassen en hun taalgebruik verzachten, maar de boodschap verandert niet en de ontvangers begrijpen nog steeds wat er bedoeld wordt. Op een bepaald moment staat het rechtssysteem dan met de rug tegen de muur.”
Alwéér Molenbeek
Die vorm van ‘geheimtaal’ geldt in zekere zin ook voor ‘Molenbeek’, dat bijna inwisselbaar gebruikt wordt met ‘Marokkanen’ - terwijl het eigenlijk een heel diverse gemeente is. “Wie er wordt bedoeld wanneer iemand Molenbeek zegt, daarmee kan een rechter niets aanvangen,” zegt Lemmens. “Tegelijkertijd wéten we wel wat er wordt bedoeld, net zoals we weten wat er bedoeld wordt bij ‘Knokke’ of ‘Sint-Martens-Latem’.”
Minister Dalle ontkent niet dat er problemen zijn met vuilnis in Brussel. Toch vindt de minister het spijtig dat opnieuw Molenbeek geviseerd werd; de uitspraken van de sociaaldemocratische politicus Conner Rousseau zitten nog vers in het geheugen. Dat Molenbeek nu weer wordt aangevallen, vindt Dalle dan ook oneerlijk. “In Sint-Niklaas was onlangs een hevige steekpartij. Noemen we Sint-Niklaas nu een symbool voor bepaalde problemen?”
“De uitspraken van Dedecker leiden de aandacht af van de belangrijke zaken,” sluit Dalle af. “Liever zou ik het hebben over concrete oplossingen, zoals het initiatief Swim Safe dat West-Vlaamse redders verbindt met Brusselse jongeren, of dat we met Brusselse jeugdorganisaties op bezoek zijn geweest in de Blaarmeersen. Dat zijn de projecten waarin we moeten investeren.”
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , Benjamin Dalle , koen lemmens , Oostende , Jean-Marie Dedecker