Eén op de drie van de niet-Europese eerste generatie-migranten zit zonder werk en zoekt daar ook niet naar. Dat blijkt uit cijfers die onderzoekers van de Universiteit Gent aanhalen. De inactiviteitsgraad van migranten uit deze groep ligt hoger in Brussel en België dan waar dan ook in Europa, terwijl de reguliere werkloosheid gemiddeld is.
Eén op de drie werkloze migranten van buiten de EU zoekt niet naar werk
België staat bovenaan als het gaat om het percentage inactieven onder niet-Europese migranten binnen de EU. Onder 'inactieven' vallen langdurig werklozen die niet actief op zoek zijn naar werk. Dit blijkt uit het onderzoek van de Universiteit Gent, gebaseerd op statistieken van Eurostat en Statbel. De focus van hun onderzoek ligt op de eerste generatie niet-Europese migranten in de leeftijdscategorie van 20 tot 64 jaar.
In Brussel is meer dan 34 procent van de eerste generatie-migranten werkloos zonder actief te zoeken naar werk. In Vlaanderen bedraagt dit percentage 32 procent, terwijl het in Wallonië bijna veertig procent is.
Als we het Europees gemiddelde als referentie nemen ligt dat rond de 25 procent. In onze buurlanden ligt dit percentage bijna op dertig procent (Frankrijk), iets meer dan 28 procent (Duitsland) en meer dan 27 procent (Nederland). Luxemburg is het enige buurland dat onder het Europese gemiddelde valt, met een percentage van 20 procent.
Als we kijken naar de cijfers van de gewone werkloosheid binnen deze groep valt op dat België vrij gemiddeld presteert in Europa. Het totale werkloosheidspercentage bij niet-EU27-migranten bedraagt ongeveer 7,7 procent, terwijl het Europese gemiddelde 7,9 procent is.
Het zijn vooral de cijfers met betrekking tot inactieven - werklozen die ook niet actief op zoek zijn naar werk - die de aandacht trekken, zo blijkt uit de nota 'Niet-Europese migranten op de Belgische arbeidsmarkt: Evaluatie van hun positie in 2023' van de onderzoekers.
Traditionele rolverdeling
"De lage werkzaamheidsgraad onder niet EU-migranten komt niet zozeer doordat veel migranten geen baan kunnen vinden, maar eerder omdat velen niet actief op zoek zijn," concludeert onderzoeker Stijn Baert op sociale media.
Het gaat - voor alle duidelijkheid - lang niet altijd om mensen die een uitkering krijgen, maar ook om gezinnen met één kostwinner. “Je kunt er op een bepaald moment voor kiezen om andere zorgtaken op te nemen voor de familie en je niet aan te bieden op de arbeidsmarkt,” legt onderzoeker Louis Lippens toe. “Je bent op dat moment niet actief op zoek naar werk, maar dit betekent ook geen directe kost voor de samenleving.”
Opvallend: ook de reden van migratie speelt een rol: slechts negen procent van de migranten kwam in 2023 naar België vanwege werk, terwijl het EU-gemiddelde op 18 procent ligt, aldus Lippens. De overige migranten kwamen via gezinshereniging of asiel.
België heeft volgens de onderzoekers meer arbeidsmigranten nodig, maar die komen veel obstakels tegen. Denk aan de trage erkenningsprocedure voor diploma's of taalvereisten van werkgevers. “Zeker in Brussel is de beheersing van één van de landstalen vaak een vereiste, soms vraagt men zelfs meerdere talen, zoals Frans, Nederlands en Engels."
Arbeidsmarktbeleid
Een verbeterd beleid voor arbeidsmigratie is dan ook één van de oplossingen die de onderzoekers aandragen voor beleidsmakers. Door hier meer aandacht aan te besteden en beleid te ontwikkelen dat de werkgelegenheid voor migranten bevordert, kan België "de economische integratie van migranten verbeteren" en zo bijdragen aan een "inclusievere samenleving", aldus Baert.
Verder zouden beleidsmakers de aanbevelingen van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid in 2018 kunnen doorvoeren. De meest opvallende: een versnelde procedure voor de erkenning van buitenlandse diploma's. “Een vereenvoudigde procedure of automatische toekenning van bepaalde diploma’s, ontbreekt," zegt Lippens.
Dat betekent dat migranten en vluchtelingen, bijvoorbeeld artsen uit Oekraïne, niet of pas heel laat erkend worden als arts of verpleegkundige in België. “Dit verklaart deels onze enorme krapte op de arbeidsmarkt, vooral in de zorg,” zegt Lippens. “We hebben competente profielen nodig, maar er is een mismatch als het gaat om erkenning.”
Beleidsmakers zouden volgens de onderzoekers tot slot, naar voorbeeld van andere landen, de groep inactieven aan kunnen moedigen om te gaan werken. Dat vereist - naast de specifieke maatregelen zoals die van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid - ook een beleid dat werken aantrekkelijker maakt ten opzichte van niet-werken.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , tewerkstelling , werkloosheid
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.