Maandag start in Parijs proces tegen terrorist Mehdi Nemmouche

Maandag start voor het hof van assisen in Parijs het proces tegen de dader van de aanslag op het Joods Museum in Brussel, Mehdi Nemmouche, en vier andere jihadisten. De vijf worden ervan beschuldigd dat ze in 2013 verschillende Franse journalisten hebben ontvoerd in Syrië voor de terreurgroep IS.

Journalisten Didier François en Edouard Elias werden in juni 2013 ontvoerd in de regio Aleppo in Noord-Syrië. Tien dagen later was het de beurt aan Nicolas Hénin en Pierre Torres, in de regio Raqqa, in het oosten van het land. Bijna een jaar later, op 18 april 2014, werden ze vrijgelaten na maanden van marteling, waaronder fysiek en psychologisch geweld, uithongering en schijnexecuties.

Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL) ontvoerde heel wat westerse hulpverleners en journalisten. Verschillende van hen, waaronder de Amerikaanse journalist James Foley en de Britse hulpverlener David Haines, heeft IS geëxecuteerd. De macabere beelden van de executies in oranje kledij gingen de wereld rond.

Aanslag in Brussel

Een maand nadat de vier bewuste journalisten teruggekeerd waren naar Frankrijk, op 24 mei 2014, schoot Mehdi Nemmouche koelbloedig vier mensen dood bij het Joods Museum in het centrum van Brussel. Hij was de eerste in een lange lijst van IS-jihadisten die uit Syrië terugkeerden om aanslagen te plegen in Europa.

Toen hij een paar dagen later in Marseille werd gearresteerd, kwam zijn foto in de pers. Zijn voormalige gijzelaars herkenden hem meteen als 'Abu Omar', een van hun gijzelnemers in Syrië.

Tijdens het onderzoek beschreven journalisten hem als een praatgrage, perverse man, een delinquent die zich bekeerde tot "religieuze etnische zuivering" zoals hij het zelf zei, die bijzonder antisemitisch is en een bewonderaar is van Mohamed Merah, de man die in een school in Toulouse in 2012 Joodse kinderen vermoordde.

Beul

De voormalige gijzelaars hadden het onder meer over het ondraaglijke geschreeuw van Syrische gevangenen die gemarteld werden door beulen die in het Frans schreeuwden, en het sadistische plezier van Mehdi Nemmouche wanneer hij hun die verhalen kwam vertellen, of een van de lichamen voor hun deur achterliet.

Nemmouche, nu 39, werd in 2019 in België veroordeeld tot een levenslange celstraf voor de aanslag op het Joods Museum in Brussel. In deze zaak hangt hem dezelfde straf boven het hoofd.

Naast Mehdi Nemmouche, staat ook Oussama Atar terecht, die bij verstek werd veroordeeld tot levenslang in het proces voor de aanslagen van 13 november, evenals Salim Benghalem, die wordt beschouwd als de leider van de gijzelnemers. Van die twee laatste wordt vermoed dat ze overleden zijn.