De vzw The Belgian Pride is officieel failliet verklaard. De vereniging organiseerde in 1996 de allereerste Pride-mars in Brussel, maar ging tenonder aan geruzie en financiële problemen.
Organisatie achter eerste Brusselse Pride failliet na interne twisten
De handelsrechtbank van Brussel heeft op 8 oktober de 'sluiting wegens faillissement' van de vzw The Belgian Pride, met hoofdzetel op de Kolenmarkt, officieel uitgesproken. Dat een vzw gebruik maakt van de faillissementsprocedure, doet vermoeden dat er nog schulden openstaan die de vereniging niet kan terugbetalen.
Voorzitter Laurent Wallet, die door de handelsrechter aangesteld is als vereffenaar, zegt aan BRUZZ dat hij om juridische redenen geen verdere uitleg kan geven.
De vzw zag het daglicht in 1996 en droeg in haar begindagen de naam ‘Belgian Lesbian and Gay Pride Roze Zaterdag Samedi Rose’. Dat werd in 2010 vereenvoudigd tot 'The Belgian Pride'. De eerste Brusselse Pride-demonstratie in datzelfde jaar bracht naar schatting 2.000 tot 4.500 deelnemers op de been.
De jaarlijkse steunbetoging voor de LGBTQI+-gemeenschap is in de loop der jaren uitgegroeid tot een veel grootschaliger evenement, met tienduizenden deelnemers. De jongste editie in mei lokte 60.000 deelnemers volgens de politie, 200.000 volgens de organisatie.
Haantjesgevechten
Die grotere uitstraling ging achter de schermen echter gepaard met oplopende spanningen onder de organisatoren. Daar kwam de disruptie door de coronacrisis in de periode 2020-2022 bovenop.
"Niet alleen waren er interne twisten waarbij mensen uitgesloten werden, er werden ook vraagtekens geplaatst bij het financieel beheer van de vzw. Vergeet daarbij niet dat de bestuurders van een vzw persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden bij zware fouten", zegt een goedgeplaatste bron.
Het leidde tot een schisma binnen de LGBTQIA+-gemeenschap, waardoor The Belgian Pride de organisatie van het Pride-evenement kwijtspeelde aan een andere vzw, RainbowHouse. Die koepelorganisatie heeft overigens hetzelfde adres op de Kolenmarkt als The Belgian Pride.
De overdracht leidde logischerwijs tot een heroriëntatie van de bijbehorende subsidies. Zo schrapte de Stad Brussel in 2021 haar subsidie van 5.000 euro voor The Belgian Pride, om meteen hetzelfde bedrag toe te kennen aan de RainbowHouse. Ook aan de naam werd gesleuteld: het Pride-festival werd in 2022, na de coronapauze, geherlanceerd als Rainbow Festival.
De Brusselse toerismedienst visit.brussels verhuisde mee. Woordvoerder Jeroen Roppe laat weten dat de toerismedienst nog steeds het logistieke deel van Pride op zich neemt en al twee jaar niet meer met de vzw Belgian Pride samenwerkt. “Voor ons veranderde er eigenlijk niets."
Visit.brussels kreeg van de federale regering 10.000 euro voor de organisatie van de jongste Pride-mars. Opmerkelijk is dat de federale overheid daarbij nog steeds van 'The Belgian Pride' spreekt, terwijl de huidige organisatoren visit.brussels, RainbowHouse en bevriende organisaties 'Brussels Pride - In the Capital of Europe' als officiële naam gebruiken.
Opgedroogde subsidies
De oorspronkelijke vzw The Belgian Pride, die overigens nog steeds het internetadres Pride.be bezit, bleef zo met lege handen achter. Dat leidde tot financiële problemen: de jaarlijkse subsidiestroom droogde op, waardoor de verliezen uit het boekjaar ervoor niet meer gedempt konden worden.
De laatste publieke jaarrekening van The Belgian Pride dateert van het boekjaar 2020. Daarin is sprake van ruim 59.000 euro aan uitstaande kortlopende schulden.
Chille Deman, medestichter van The Belgian Pride en ook voormalig voorzitter van RainbowHouse, was niet meteen bereikbaar voor commentaar.
Voormalig Brussels minister Pascal Smet (Vooruit.brussels), sinds jaar en dag een fervente aanhanger van de Pride-parade, vindt het niet zo erg dat de oorspronkelijke vzw kapseist. "Het belangrijkste is dat de toekomst van de jaarlijkse Pride verzekerd is", zegt hij aan BRUZZ.
"Het komt erop aan een nieuw evenwicht te vinden tussen het militante en het feestelijke karakter van Pride. Dat is een win-win: ik ben ervan overtuigd dat als je van Pride een feest maakt voor iedereen, je ook meer succes zal hebben om de meer militante boodschap bij een groot publiek te krijgen."
Een van de vaak terugkerende twistpunten binnen de community is in welke mate bedrijven Pride-activiteiten mogen financieren of sponsoren. "Ondanks de hele discussie rond pinkwashing, vind ik dat Pride moet openstaan voor de privé", zegt Smet daarover.
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Economie , Belgian Pride , Brussels pride , Pride , lgbt+ , LGBTI+ , Pascal Smet , Rainbow House , visit.brussels , Jeroen Roppe
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.