In de nacht van zaterdag 30 maart op zondag 31 maart schakelen we over op zomertijd. Om 2 uur 's ochtends wordt de klok een uur vooruit gedraaid. We verliezen die nacht dus een uur slaap, maar in ruil krijgen we 's avonds een uur langer licht.
Paasweekend brengt zomertijd
De zomer- en de wintertijd worden in België sinds 1977 toegepast. Dat was toen vooral om energiebesparende redenen: dankzij de zomertijd kunnen mensen 's avonds namelijk langer van het daglicht profiteren en is er dus geen elektrisch licht nodig. Hoewel die redenering intussen al door vele studies naar de prullenmand verwezen is, hanteren we dus nog steeds zomer- en wintertijd.
Strikt genomen werd de zomertijd in ons land -op de Westhoek na- al eens ingevoerd in 1916: het Duitse Rijk zette toen in eigen land en in alle bezette gebieden in Europa de klokken één uur vooruit voor de duur van de zomer. Ook toen was energiebesparing de reden. De zomertijd werd ook nog in 1917 en 1918 toegepast in onze contreien.
Tegenstanders van de zomertijd wijzen op de verstoring van het bioritme. Bovendien leidt het in veel landen ook tot verwarring, want niet elk land schakelt op hetzelfde moment over, waardoor het een kluwen wordt. Volgens VIAS institute gebeuren er in de eerste week na de omschakeling naar de zomertijd ook meer ongevallen op de wegen.
In 2018 opperde de Europese Commissie om het verschil tussen het zomer- en winteruur af te schaffen. De lidstaten slaagden er niet in om overeen te komen welk uur van de twee te kiezen. Uiteindelijk werd besloten dat elk land zelf mag kiezen welke "klok" ze afschaffen. In ons land moet de federale regering hierover nog een beslissing nemen
Lees meer over: Samenleving , zomertijd