Pro-Palestijnse collectief trekt naar Raad van State tegen stad Brussel

Twee leden van het pro-Palestijnse collectief Unis pour la Palestine (UPP) zijn naar de Raad van State getrokken tegen de stad Brussel. Ze verzetten zich tegen de "informele weigeringen" van de stad om Palestijnse steunbetogingen toe te laten voor de Brusselse Beurs.

De betogingen werden georganiseerd sinds oktober 2023 "en informeel - via telefoon - verboden door de stad sinds een tweetal maanden", zegt de UPP. Volgens het pro-Palestijnse collectief was zijn enige doel om "het publiek bewust te maken van de huidige genocide in Palestina en de bombardementen op Libanon, en op te roepen tot een staakt-het-vuren".

"Ondanks de vreedzame betogingen worden de manifestanten, die steun betuigen aan de Palestijnse zaak, dikwijls agressief uiteengedreven. Zo wordt een klimaat van angst en intimidatie gecreëerd", zegt het collectief.

UPP voert aan dat het grondrecht wordt geschonden van vrijheid van vergadering en betoging. Ook voert UPP aan dat de stad "ongeschikte" alternatieven aanreikt. "De stad Brussel verhindert burgers om zich op een zichtbare en efficiënte manier uit te drukken in de publieke ruimte, en stelt hen bloot aan politiegeweld", aldus het pro-Palestijnse collectief.

Ook maandag zou er een herdenkingsmoment zijn voor de Beurs, "maar we zijn nog altijd in het ongewisse, want de stad Brussel heeft dat nog altijd niet toegelaten".

In een reactie zegt de stad Brussel dat ze meer dan duizend betogingen per jaar toelaat, en dat ze volgende week verschillende pro-Palestijnse manifestaties goedkeurde, op het Albertinaplein en het De Brouckèreplein. Over de bijeenkomst van maandag aan de Beurs klinkt het dat "de procedure loopt".