Nicolas Estienne, een van de advocaten van slachtofferorganisatie V-Europe, nam woensdag tijdens de debatten over de burgerlijke belangen op het proces over de terreuraanslagen in Brussel het woord. Hij vroeg een symbolische of voorlopige euro schadevergoeding voor de meeste van de meer dan 350 slachtoffers die door de vereniging worden vertegenwoordigd.
V-Europe vraagt 1 euro schadevergoeding per slachtoffer aanslagen
De advocaat legde uit dat veel van de directe slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016 op het punt stonden een schadevergoeding van verzekeraars te ontvangen of al hadden ontvangen. Daarom werd een voorlopige euro gevraagd voor diegenen wiens zaak nog in behandeling was, en een symbolische euro voor wie al een schadevergoeding had ontvangen.
Indirecte slachtoffers konden geen schadevergoeding aanvragen bij de verzekeraars, maar wel bij de Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders. Volgens dezelfde logica eiste de advocaat een voorlopige euro voor diegenen die deze steun nog niet hadden ontvangen en een symbolische euro voor zij die al een schadevergoeding hadden ontvangen.
Voor de enkele slachtoffers die geen dossier hebben bij een verzekeraar of de Commissie, vroeg Estienne bedragen tussen 10.000 en 50.000 euro, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer.
Posttraumatische stress
Daarnaast onderzocht de advocaat het oorzakelijk verband tussen de posttraumatische stresssyndromen van verschillende leden van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die op de dag van de aanslagen in Maalbeek en Zaventem werkten.
"Het was hun taak, maar ze waren er niet op voorbereid. Hun dagelijkse routine is branden, ongelukken... Maar het verplaatsen van ledematen om bij ernstig gewonde slachtoffers te komen, staat veraf van hun gebruikelijke taken", zo zei hij. "De vraag is: zou de schade zijn veroorzaakt als de gebeurtenis niet had plaatsgevonden? En in dit geval wordt causaliteit vastgesteld", klonk het nog.
Enkel de verdediging van Sofien Ayari verzet zich tegen eisen van burgerlijke partijen. Volgens zijn advocaat hadden de acties van Ayari binnen de terroristische cel geen invloed op de manier waarop de aanslagen werden uitgevoerd. Hij deed onder meer boodschappen en kookte voor zijn medeplichtigen en maakte ook de vuurwapens schoon.
Lees meer over: Brussel , Haren , Samenleving , Justitie , proces aanslagen 22 maart 2016 , Brussel Kort