Het verzoek van prins Laurent om ingeschreven te worden bij een sociaal verzekeringsfonds is maandag ongegrond verklaard door de Franstalige arbeidsrechtbank van Brussel. Door die beslissing krijgt de prins geen toegang tot de sociale zekerheid. Toch reageert de advocaat van de prins, meester Olivier Rijckaert, niet helemaal ontevreden. Hij wijst erop dat de rechter in het vonnis het werk van Laurent erkent als een professionele activiteit en ook erkent dat er een lacune is in zijn statuut wat zijn pensioen betreft.

© Photonews
Verzoek van prins Laurent om toegang te krijgen sociale zekerheid ongegrond verklaard
Hoewel prins Laurent een jaarlijkse dotatie ontvangt van 388.000 euro als hoge ambtenaar die representatieve taken uitvoert, is hij ook actief als zelfstandige. In die hoedanigheid heeft hij geen recht op een vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid of faillissement of op bijstand in bepaalde familiale situaties.
Prins Laurent diende onlangs een aanvraag in bij het socialeverzekeringsfonds van de Union des Classes Moyennes (UCM), maar toen de UCM hem probeerde in te schrijven bij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), werd de inschrijving geweigerd. Volgens het instituut kan de prins niet als zelfstandige worden beschouwd.
Onmogelijk zelfstandige
De rechter bevestigt dat de prins geen zelfstandige kan zijn, want zijn professionele activiteiten gebeuren onder controle van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de regering. Hij ontvangt hiervoor een dotatie, en moet daarbij voldoen aan bepaalde regels (Wet van 27 november 2013). De rechter meent dat uit het wetgevend werk blijkt dat de ontvanger van een dotatie geen zelfstandige is, geen loontrekkende en geen ambtenaar, "maar dat er inzake sociale zekerheid wel een gelijkenis bestaat met het statuut van parlementairen", staat in het vonnis.
Voor de ziekteverzekering zou dat betekenen dat in de dotatie ook socialezekerheidsbijdragen kunnen worden geïntegreerd, "als kosten in het kader van de functie". In geval van langdurige ziekte, zou dat betekenen dat de ontvanger van een dotatie die kan behouden, zoals ook geldt voor de parlementaire vergoeding, oordeelt de arbeidsrechter.
In verband met het pensioen stelt de rechter daarentegen wel een aantal lacunes vast, zoals het feit dat de wet van 27 november 2013 geen dotatie tot aan het overlijden voorziet. Die dotatie kan zelfs unilateraal worden beëindigd door de Kamer. Tegelijk heeft de begunstigde van een dotatie de voorbije jaren geen pensioenbijdragen betaald, zoals wel geldt voor parlementairen. "Het statuut van de begunstigde van een dotatie blijft op bepaalde punten onvolledig (...) Deze lacunes kunnen alleen door de wetgever worden opgevuld", staat in het vonnis.
Tevreden
Volgens advocaat Olivier Rijckaert heeft prins Laurent het vonnis nog niet kunnen lezen en heeft hij nog niet officieel gereageerd. "Maar er is toch een vorm van tevredenheid over het punt dat hij een professionele activiteit uitoefent en dat de rechtbank de lacune in zijn sociaal statuut erkent."
Over de volgende stappen, namelijk al dan niet beroep aantekenen of een ingebrekestelling sturen naar de wetgevende macht om de lacunes in zijn statuut op te lossen, is nog geen beslissing genomen, aldus de advocaat.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Prins Laurent , sociale zekerheid