Over honderd dagen starten de Olympische Spelen op een boogscheut van Brussel, maar voor sommige sporters ligt Parijs al dichterbij dan voor andere. Wie is al zeker van een ticket en wie mag de komende weken dromen van kwalificatie? Drie Brusselaars om aan te moedigen.
Bart Dewaele/Montage: BRUZZ
| Drie Brusselse atleten op de Olympische spelen: breaker Maxime Blieck, sprintster Lea Bayekula en bokser Vasile Usturoi.
Brusselaars aan de start op de Olympische Spelen in Parijs
• ULB-studente Sarah Chaâri is als enige Belgische taekwondoka zeker van een ticket naar Parijs. Dat maakte het BOIC vorige maand bekend. Chaâri maakt kans op een medaille en traint in de club van Brussels taekwondocoach Jaouad Achab.
• Sprintster Cynthia Bolingo uit Ukkel liep vorig jaar een toptijd op de 400 meter (49.96), goed genoeg voor een nationaal record en een ticket naar Parijs. Het BOIC heeft dat nog niet officieel gemaakt. Bij de atleten wachten verder Delphine Nkansa, die in Brussel traint, de Anderlechtse Yanla Ndjip-Nyemeck, 400-meterloopster Camille Laus en de broers Borlée nog op hun selectie.
• De mannelijke hockeyploeg Red Lions telt meerdere Brusselaars, onder wie doelman Vincent Vanasch uit Evere, Victor Wegnez uit Molenbeek en Tom Boon uit Ukkel. De Red Lions haalden een gouden medaille bij de vorige Spelen van 2021 in Tokio.
• Bij de vrouwelijke hockeyploeg Red Panthers staan de Brusselse Ambre Ballenghien en Alexia t’Serstevens mee op het veld.
• Turnster Maellyse Brassart uit Ukkel maakt grote kans op kwalificatie. De selectie gymnasten wordt pas bekendgemaakt na het Europees kampioenschap, begin mei in Italië.
• Golfer Thomas Detry uit Ukkel mikt op een gouden medaille in Parijs, zei hij al in andere pers, maar wacht nog op officiële kwalificatie.
• In het judo heeft de 31-jarige Toma Nikiforov uit Schaarbeek al twee jaar geen grote medaille meer gehaald. Zijn kwalificatie voor de Spelen in Parijs is nog onzeker en wellicht zijn laatste Olympische kans.
• Rolstoelwielrenner Maxime Hordies, dispatcher bij de Brusselse brandweer, neemt zo goed als zeker deel aan de Paralympische Spelen
“Aparte aandacht voor de Paralympische Spelen is er weinig”
Vooral tevreden zijn van zichzelf, dat neemt para-atlete Léa Bayekula zich voor in Parijs. De sprintster uit Ukkel wacht nog op haar officiële kwalificatie voor de Paralympische Spelen eind augustus. Die tickets worden in juni verdeeld, na de laatste stages en toernooien om de juiste tijden te halen, maar Bayekula maakt grote kans met enkele sterke tijden. Zowel op de 100, 400, 800 als 1.500 meter sprint behoort ze momenteel tot de wereldtop in haar klasse.
“Ik train twee keer per dag,” zegt Bayekula, na een paar stevige rondjes op de atletiekpiste in het Fallonstadion in Sint-Lambrechts-Woluwe. Daar begon ze als achttienjarige te sprinten bij atletiekclub Royal White Star, intussen elf jaar geleden. Daarvoor had ze drie jaar vooral gebasket. “De laatste twee jaar is atletiek mijn voltijdse job.” De Brusselse studeerde grafisch ontwerp aan kunsthogeschool Le 75. Ze komt uit een gezin van zes kinderen waar zij en haar tweelingzus Simone de oudste zijn.
Bayekula is geboren met spina bifida ofwel open rug. “Ik ben ermee opgegroeid, dus ik ken het leven niet anders en heb geen speciale band met mijn handicap,” vertelt ze. “De ernst van spina bifida varieert ook. Sommige mensen zullen nooit kunnen lopen, maar ik heb geluk dat ik op jonge leeftijd een beetje heb leren wandelen. Zo red ik me wel. Beetje bij beetje worden restaurants en andere zaken in Brussel ook meer toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Ik geniet zeker van uitgaan met vriendinnen, gewoon ergens naartoe rijden en iets gaan eten.”
Maar dat is niet waar het in Parijs om draait. Bayekula wil er starten op haar vier vaste sprintnummers. “Ik weet niet of ik over vier jaar nog eens de kans krijg om deel te nemen, ik wil me dus alleen op dit jaar richten. Ik zal geven wat ik kan, net zoals je doet bij een examen waarvoor je goed hebt gestudeerd,” zegt ze. Vooruitlopen op medaillekansen wil ze niet. “Ik geef wat ik kan en zie de juiste score daarna wel.”
In en rond het Fallonstadion wordt ze in elk geval al meer en meer aangesproken. “'Dat is dat meisje dat zo snel kan sprinten,' zeggen mensen dan als ze me herkennen. Ik vind dat leuk,” zegt Bayekula. “Het toont dat ze appreciëren dat ik in mijn rolstoel sport. We spreken nu ook vooral over 'de Spelen' of rekenen de paralympiërs mee bij het Belgisch Olympisch Team, wat ons beter integreert, maar aparte aandacht voor de Paralympische Spelen is er weinig. Toch wil ik er zelf geen eigen campagne rond voeren. Ik denk dat ik al genoeg toon met mijn sport.” “Ik beschouw het echt als studeren voor een examen.”
“Ik voel dat ik als breaker veel kan doen”
In het trainingslokaal van breaker Maxime Blieck, beter bekend als b-girl Madmax, hangen grote affiches aan de muur met haar wedstrijdplanning en de opbouw van haar komende battles. “In het breaken moet je bepaalde technische criteria halen, maar de jury kijkt ook naar creativiteit. Wie komt met nieuwe moves, die duidelijk en verfijnd kan uitvoeren en zijn ronde logisch opbouwt, haalt meer punten. Vergelijk het met een boek schrijven: dat moet ook vlot lezen.”
Op de planning staan moves als flare boeda, travel baloo en de Bruce Lee knee slide, lezen we, en de 25-jarige Blieck spreekt snel en enthousiast met woorden als dope en fresh. “Als je er fresh uitziet, maak je een betere indruk op de jury,” zegt ze. Haar haren liet ze onlangs blauw verven bij een Japanse kapper en op haar tanden kleven glitters.
Maar wie haar wil aanmoedigen voor haar Olympische droom, zal vooral termen als toprocks, footworks, powermoves en freezes moeten kennen. “Onze bewegingen zijn meer fysiek en technisch dan bij veel andere dansstijlen en ook onze manier van trainen is bijna sport. Wij drillen alles,” legt Blieck uit. Daarom is breaking dit jaar voor het eerst een Olympische discipline. “Ik ben regelmatig in Parijs en als ik aan Place de la Concorde passeer, denk ik al hoe nice het zou zijn om er te staan,” lacht ze breed. Op dat plein vinden op 9 en 10 augustus de breaking battles plaats. “Het kan zeker in mijn voordeel spelen dat ik de stad al zo goed ken.”
Haar ticket voor Parijs is nog niet binnen. Daarvoor moet ze zich de komende maanden bij de beste zeven b-girls ter wereld plaatsen tijdens de Olympische kwalificaties in Shanghai in mei en Boedapest in juni. “Het wordt spannend,” geeft ze toe, want er dingen nog veertig vrouwen mee naar zo'n ticket. “Ik eindig op wereldkampioenschappen gemiddeld als negende. Er zijn zeven tot tien plaatsen te verdelen (afhankelijk van de score van bepaalde landen, zoals gastland Frankrijk, die zeker mogen aantreden, red.). Tegelijkertijd is het een voordeel om zo kort voor de Spelen tegen de absolute wereldtop te kunnen battelen. Raak ik door die line-up, dan ben ik goed voorbereid op Parijs.”
Trainen doet Blieck onder meer in gemeenschapscentrum De Kriekelaar, vlak bij haar huis in Schaarbeek. “Ik geef hier soms workshops of showcases voor jongeren, dat is fijn,” vertelt ze. In Gent traint ze in de Sport Vlaanderen topsporthal tussen Olympische roeiers en turners als Nina Derwael. Verder is ze zo goed als elk weekend in het buitenland voor wedstrijden, pas nog in Seattle. “In het breaken is er elke maand wel ergens een wereldkampioenschap.” Die reizen kan ze maken dankzij steun van Danssport Vlaanderen en Sport Vlaanderen, waar ze in 2020 als eerste danser ooit een vast contract kreeg. Ook het BOIC ondersteunt haar met coaches en trainingen. “Ik voel dat ik als atlete veel kan doen. Nu gaat al mijn aandacht naar de competities, maar ik zet mijn zinnen al op Parijs. Manifest,” lacht ze.
“Mijn resultaten spreken voor zich”
“Rondje lopen?” Vasile Usturoi (27) staat klaar voor zijn dagelijkse looptraining in het Elisabethpark. Het lichtgewicht van 57 kilogram oogt vinnig als een veertje, maar klappen wil je er niet van krijgen. Usturoi sleepte als eerste Belgische bokser sinds 1992 een ticket in de wacht voor de Olympische Spelen deze zomer. Bij de vrouwen wist ook de West-Vlaamse Oshin Derieuw dat klaar te spelen.
“Ik ga voor goud, natuurlijk,” zegt hij. “Dat is een hoge ambitie, maar mijn kansen liggen goed. Ik heb de wereldkampioen bij de jeugd al eens verslagen (in 2022, een Oezbeek, red.),” vertelt hij. Twee jaar geleden haalde hij als eerste Belg in 71 jaar de Europese titel. En in Parijs zullen maar zestien andere boksers in zijn gewichtsklasse aantreden. Bij een goede loting kan hij dan snel doorstoten. “Maar, boks is onvoorspelbaar. Je kan van iedereen winnen en van iedereen verliezen. Ik moet vooral goed kunnen trainen,” zegt Usturoi.
Dat doet hij elke avond in Merksem bij Antwerpen, in de club van nationaal bokscoach Hubert Firens. Later volgen het Europees kampioenschap in Servië en een trainingsstage in Thailand. Tussendoor loopt Usturoi los in de buurt van de basiliek van Koekelberg of in het Laarbeekbos. Voor spiertraining vind je hem bij Stadium Kinetix in Schaarbeek. Usturoi woonde daar tien jaar vlakbij, maar verhuisde een dik jaar geleden naar Ganshoren. Een echtscheiding bracht hem terug naar het ouderlijke huis.
“Ik ben mijn ex-vrouw wel enorm dankbaar, want dankzij haar ben ik tot Belg genaturaliseerd,” vertelt hij. Het gezin Usturoi kwam veertien jaar geleden uit Roemenië naar ons land. “Ik heb een kappersopleiding gevolgd, maar stopte met school toen ik zestien was,” vertelt hij. Hij trainde toen al vier jaar bij de Brussels Boxing Academy en werd er opgepikt door het Belgische team. Vooral zijn explosiviteit en stootsnelheid waren coach Firens daar opgevallen. Usturoi had zijn basistechniek in Roemenië geleerd. “Sinds mijn achttiende lukt het me om prijzengeld te winnen. Intussen kan ik daarvan leven,” zegt hij.
Echte naamsbekendheid heeft hij nog niet. Om geld in te zamelen voor zijn trainingen, is hij een crowdfunding gestart. “Ik hoop natuurlijk op zichtbaarheid en steun van supporters, maar er komt verder geen grote campagne. Mijn resultaten spreken voor zich,” vindt Usturoi. “Ik kijk nu vooral uit naar de sfeer in Parijs, die wordt zeker fantastisch. En dan trainen, focussen en niet te veel eten.” Pas na de Spelen mag hij weer boven 57 kilogram gaan. “Dan eet ik het liefst pasta bij een Brusselse Italiaan.”
Lees meer over: Brussel , Sport , Olympische Spelen Parijs , boksen , breakdance , Maxime Blieck , b-girl Madmax , Léa Bayekula , Vasile Usturoi , Paralympics Parijs , atletiek , rolstoelsport , Olympische Spelen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.