BRUZZ blikt in de aanloop naar Kerstmis samen met vier Brusselaars terug op een woelig jaar. Vandaag: Jacques Borlée. De Olympische Spelen in Parijs betekenden voor hem het afscheid als coach van de Belgische 4x400-meterploeg. Ook Brussel heeft hij achter zich gelaten, al heeft hij de hoofdstad wel leren omarmen. “De levenslust van de mensen staat haaks op het politieke status quo.”
Ivan Put
| Jacques Borlée vindt dat de muren tussen grootstad en buitengebieden dringend moeten gesloopt worden: "Het is toch niet meer van deze tijd dat Brussel klem zit en geen volwaardige economische motor van dit land kan zijn."
Jacques Borlée
*67 jaar, vader van zeven kinderen, verhuisde van Brussel naar Louvain-La-Neuve
*Voormalig 200 en 400 meterloper, won zilver op de 200 meter indoor op het EK in Boedapest in 1983 ('achter een Sovjetrus')
*Werd in 2003 trainer van dochter Olivia Borlée. Sloot in 2024 zijn carrière af als coach van de Belgian Tornados, de aflossingsploeg waarvan zijn tweelingzonen Kevin en Jonathan bijna twee decennia het gezicht waren, en die sinds de oprichting 57 medailles wonnen op internationale toernooien.
Halverwege het gesprek kijkt de anders zo spraakzame Jacques Borlée me zwijgend aan. De vraag was wie in zijn ogen dé Brusselse sporter van het voorbije jaar is. Na enkele voorzetten, die alleen maar op een verbaasde blik worden onthaald, antwoordt hij schoorvoetend: “Misschien verdient Dylan, mijn zoon, wel het meest die titel. Welke andere Brusselse atleet is in 2024 wereld- én Europees kampioen geworden en vierde geëindigd op de Olympische Spelen?
Je had ook Léa Bayekula kunnen antwoorden, de rolstoelatlete die twee keer goud won op de Paralympische Spelen.
JACQUES BORLÉE: Ik heb veel bewondering voor haar prestaties, maar je mag die twee categorieën niet met elkaar vergelijken. De omstandigheden zijn totaal anders. Ik ken Léa, met haar geweldige uitstraling is ze een voorbeeld voor andere mensen, én een prachtig cadeau voor Brussel.
Het brein bespelen
2024 was voor vader Borlée opnieuw een turbulent jaar, met een zuur einde dat de succesvolle eerste maanden vrijwel volledig overschaduwde. Want, als hij zijn zoon tot Brussels atleet van het jaar uitroept, heeft dat vooral te maken met het goud dat het door hem getrainde 4x400-meterteam wist te behalen op het WK indoor (Glasgow, maart) en EK outdoor (Rome, juni).
BORLÉE: Glasgow was mijn persoonlijke hoogtepunt. In 2023 hadden we tot onze eigen verbazing geen finale gehaald op het WK in Boedapest. De kritiek achteraf was niet mals, ook met het nakende afscheid van Jonathan en Kevin waarmee een einde zou komen aan ons uitzonderlijke verhaal, dat vijftien jaar heeft geduurd.
Die criticasters blijken me dan toch nog niet zo goed te kennen. Met de steun van enkele experts heb ik begin dit jaar onder andere gewerkt op de stimulatie van de hersengolven. Zowel in de hal van Louvain-la-Neuve als die van Gent hangen langs de piste foto's die de geschiedenis van ons team omvatten – wie heeft er zo'n legacy? Enfin, daar is de basis gelegd voor een bijzondere wedergeboorte. Dylan, Jonathan Sacoor, Christian Iguacel en Alexander Doom die in de hal van Glasgow de Amerikanen (mét superster Noah Lyles) verslaan, dat was een kolossale prestatie.
In een Olympisch jaar staat dat WK indoor altijd een beetje in de schaduw.
BORLÉE: Maakt me niets uit. Glasgow heeft in de hoofden van mijn atleten iets losgemaakt. (Op docerende toon) De kennis over hoe we fysiek vorderingen kunnen maken, was er al langer, maar in het bespelen van het brein valt nog veel winst te boeken. Drie maanden na Glasgow maakte het team zijn favorietenrol volledig waar op het EK in Rome, met een nieuwe gouden medaille. Zeg mij eens, welk team in België kan zo om met torenhoge verwachtingen?
Was de voldoening zo groot omdat de aanloop naar dat EK vol hindernissen lag?
BORLÉE: Absoluut. De federatie (Borlée en co maken na een conflict met de Franstalige Atletiekliga sinds enkele jaren deel uit van de Vlaamse vleugel, red.) dwong ons op stage te gaan naar Curaçao. Die draaide uit op een kleine ramp, met veel blessures vanwege de slechte accommodatie. Lang verhaal kort: dat mijn atleten in Rome goud wonnen, vormt het beste bewijs dat ze mentaal oersterk zijn geworden.
Alexander Doom, die in Rome ook individueel Europees kampioen werd en het Belgische record van je zoon Jonathan met drie tienden van een seconde verbeterde, heeft onverwacht snel de rol van kapitein van de ploeg overgenomen van Kevin. Heeft zijn spectaculaire ontwikkeling je niet doen twijfelen over je beslissing om te stoppen als coach?
BORLÉE: Nee. Na bijna twintig jaar wilde ik meer energie steken in mijn andere projecten, ervan uitgaande dat men zou kiezen voor continuïteit, niet voor een afbraak van wat we zo zorgvuldig hebben opgebouwd. Denk je dat er het voorbije jaar ook maar iemand van de federatie heeft gepolst of geanalyseerd hoe wij al die tijd te werk zijn gegaan? Ik hoef geen bloemen of felicitaties, maar ik word woest wanneer Carole Bam, die zes jaar geleden vanaf nul met de Cheetahs begon en in Rome met de vrouwen brons won op het EK, door het systeem aan de kant wordt geschoven. Mensen die iets in beweging zetten, zou je met liefde moeten overladen, maar het tegendeel lijkt eerder het geval: ze stuiten op weerstand.
Met de familie door Azië reizen
De aanhoudende blessures – Jonathan Borlée zette een maand voor de Spelen een punt achter zijn carrière en Alexander Doom zag door een liesblessure de hoge verwachtingen voor Parijs in rook opgaan – verhinderden dat de Tornados hun trainer met een Olympische medaille, het enige manco op het bijzondere palmares, konden uitzwaaien. Borlée zegt niet gefrustreerd te zijn, “zeker als de anderen beter zijn, accepteer ik het verlies”.
BORLÉE: Dylan liep in de olympische finale een splittijd van 44 seconden. Dat heeft hij nooit eerder gedaan, wat mij doet besluiten dat hij op zijn 32ste allesbehalve is opgebrand. Het moet Camille en Cynthia (Laus en Bolingo, de Brusselse atletes die het fundament vormen van de aflossingsploeg van de vrouwen en even oud zijn als Dylan, red.) stimuleren om naar verbetering te blijven zoeken.
Ze hebben beiden Brussel ingeruild voor een avontuur in Amerika.
BORLÉE: Camille, die stukje bij beetje overschakelt naar de 800 meter, heeft er nog op aangedrongen of ik haar toch niet wilde blijven trainen, maar ik bezit te weinig kennis over de halve fond. Ik ben een sprintcoach. Van lucht veranderen zal de twee goed doen. Zeker Cynthia, die door alle blessures en de negatieve sfeer in de Belgische atletiek een wel heel moeilijke periode achter de rug heeft. Ik weiger te geloven dat ze niet meer onder 50 seconden kan lopen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Jonathan en Kevin is zij ook pas op latere leeftijd aan de wereldtop verschenen.
Blijft de vraag: hadden Jonathan en Kevin vanaf nu niet in jouw voetsporen moeten treden?
BORLÉE: Dat kan later nog altijd. Na twee decennia topatletiek hebben ze nood aan innerlijke rust en vrijheid. Het is daarom beter dat ze voor even weg blijven uit de topsport. Kevin is vorige maand in Japan geweest, niet alleen om Olivia te bezoeken die met haar gezin enkele maanden door Azië reist, maar ook om de eerste wereldtitel van Thierry Neuville, een vriend van hem, te kunnen meemaken. Ik zie dat hij geniet van zulke dingen.
Weg met het systeem van de 19 gemeenten en 900 politici. Uiteindelijk moeten we evolueren naar maximaal vier districten van om en nabij de 300.000 inwoners.
In tegenstelling tot jou zijn de meeste van je kinderen wel in Brussel blijven wonen. Welke band heb je nog met de stad?
BORLÉE: Ik was drie toen ons gezin vanuit Congo in Brussel aankwam. Van de luchthaven tot in de Vogelzangwijk in Woluwe heb ik gehuild. Later heb ik Brussel omarmd. De stad is geniaal, maar vuil. De levenslust van de mensen staat haaks op het politieke status quo. Bovendien leeft de stad van haar reserves, een heel gevaarlijke ontwikkeling.
Vanochtend was ik om kwart voor zeven in de hoofdzetel van Belfius aan het Rogierplein. Ik heb daar een kantoor omdat het bedrijf wil dat ik mijn kennis, die ik via de topsport opbouwde, aan het management doorgeef. Belfius is een van de laatste Belgische bolwerken in de stad, het is belangrijk dat er nog zulke bedrijven zijn.
Brussel heeft een grote behoefte aan een visionaire leider. Of die nu van binnen of buiten de stad komt, is niet zo belangrijk, maar hij of zij moet de ambitie hebben en de kans krijgen om er een volwaardig metropolitaan gebied van te maken, waardoor Brussel een economische motor kan zijn en niet langer klem zit in een keurslijf.
De muren tussen grootstad en buitengebieden moeten gesloopt worden, dat is toch niet meer van deze tijd. Dat betekent dus ook: weg met het systeem van de negentien gemeenten en de negenhonderd politici, die de polarisatie alleen maar bevorderen. Uiteindelijk moeten we maar maximaal vier districten van om en nabij de 300.000 inwoners overhouden. Internationale studies hebben uitgewezen dat entiteiten van zo'n omvang bijzonder efficiënt functioneren.
Alleen, ik zie alle politici nog steeds achter de meest onbeduidende problemen van iedere dag aanhollen. Hoe men dat mobiliteitsplan doorgedrukt heeft, zonder een versterking van het openbaar vervoer en met betonblokken die plots een belangrijke verkeersas versperren. Dat kan alleen maar komen uit de koker van mensen die aan de joints zitten.
"Er was in de aanloop veel scepsis over de Spelen in Parijs, maar als je ziet hoe geweldig die hebben uitgepakt, moeten we er niet voor terugdeinzen ook in Brussel de dingen groter te zien."
Wie is of was in jouw ogen een visionair?
BORLÉE: Franco Dragone (Belgische regisseur van spektakels die in 2022 onverwacht stierf aan een hartaanval, red.) was een genie. Zulke figuren zoeken hun heil in het buitenland omdat we hun ideeën nogal snel als buitenissig beschouwen. Soms vraag ik me af: willen we nog wel uitblinken? Er was in de aanloop veel scepsis over de Spelen in Parijs, maar als je ziet hoe geweldig die hebben uitgepakt, moeten we er niet voor terugdeinzen ook in Brussel de dingen groter te zien.
Of Union een nieuw voetbalstadion verdient, is voer voor discussie, maar het jarenlange proces dat ermee gepaard gaat zal je vertrouwd in de oren klinken.
BORLÉE: Zowel Anderlecht als Union heeft het voorbije jaar een unieke kans laten liggen om na bijna tien jaar de titel nog eens naar Brussel te brengen. Een kampioenschap van Union zou het stadiondossier zeker in een stroomversnelling hebben gebracht, alleen begon hun trainer bij de start van de play-offs ineens allerlei dingen om te gooien. Welke trainer doet dat als de dingen goed lopen?
Naast de economische waarde mag je ook de symbolische betekenis van een nieuw stadion niet onderschatten: het zet jongeren aan tot dromen en biedt ze een weg uit de ellende. Toen ik kind was, woonde Eddy Merckx in onze buurt. Ik wist alles over hem, zat zelfs in de kerk toen hij trouwde. Later, als ik hem op de fiets zag passeren, was dat een stimulans om zelf ook beter te worden.
Al die trammelant over dat stadion zegt alles over ons gebrek aan trots. Met wat ga je dan wel jongeren overtuigen om komaf te maken met drugs en schietpartijen en weer deel uit te maken van onze gemeenschap?
Is er ook frustratie omdat het topsportcentrum in Sint-Pieters-Woluwe, waar jij al jaren een van de drijvende krachten achter bent, op zich laat wachten?
BORLÉE: Het zal er komen, wees gerust. Op 30 juni 2025 stellen we de maquette voor en ligt er ook een haalbaarheidsstudie van Deloitte, waaraan EHSAL Management School heeft meegewerkt. In principe is er achttien maanden nodig om de bouw te voltooien, maar je weet hoe raar het in Brussel soms kan lopen met stedenbouwkundige plannen.
Laat ik optimistisch blijven: Benoît Cerexhe, de burgemeester, is enthousiast en ik heb al een eerste gesprek met formateur David Leisterh achter de rug.
Het centrum wil topsporters en jonge Brusselaars met olympische ambities samenbrengen. Over de taalgrenzen heen, op hoog wetenschappelijk niveau en met alle technologische kennis die we de aflopen jaren verzameld hebben. De kostprijs is 64 miljoen euro. Aangezien het om een publiek-private samenwerking gaat, zou de bijdrage van de overheid ongeveer neerkomen op 20 miljoen euro, dat is minder dan de totale kostprijs voor het WK wielrennen dat in 2030 in Brussel plaatsvindt.
Nu de Vlaamse sport uit besparingsoverwegingen voor een afbouwscenario kiest, wil ik een stap vooruit zetten.
Genoteerd, waar in Brussel vinden we jou tussen Kerstmis en Nieuwjaar?
BORLÉE: (Verrast) Ik blijf aan het werk, maar misschien word ik toch verleid om naar La Belle Maraîchère te gaan, aan het Sint-Katelijneplein. Hoewel veel restaurants daar het water aan de lippen staat, slagen ze er toch in die unieke Brusselse sfeer te bewaren. Dat verdient respect.
Dit was 2024
Lees meer over: Brussel-Stad , Sint-Pieters-Woluwe , Sport , Economie , Dit was 2024 , jacques borlee , Kevin Borlée , Jonathan Borlée , Dylan Borlée , Olympische Spelen Parijs
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.