Brusselse club Excelsior stuurt recordaantal atleten naar de Olympische Spelen

Maar liefst zeven atleten die deze Olympische zomer in actie komen in Parijs, zijn aangesloten bij de Brusselse atletiekclub Excelsior. Bij de vorige Spelen in Tokio waren ze nog met minder dan de helft. De groei is een bewuste keuze, vertelt sportief directeur Bruno Schroeven. “Atleten weten dat ze bij ons de juiste steun krijgen om zich te ontwikkelen."

Marathonloper Koen Naert, sprintsters Delphine Nkansa en Liefde Schoemaeker, 400 meter-loper Florent Mabille, lange afstandsloper John Heymans en verspringers Daniel Segers en Tom Campagne: de Brusselse club Excelsior stuurt deze zomer maar liefst zeven atleten naar Parijs. Behalve Campagne lopen die allemaal onder Belgische vlag. Campagne komt als Fransman uit voor het Franse nationale team.

De Olympische Spelen kunnen deze zomer hoe dan ook rekenen op de grootste Belgische delegatie in net geen honderd jaar. In totaal stuurt ons land 165 atleten naar Parijs in 21 verschillende disciplines. Atletiek is daar de grootste sporttak. “Het is al enkele edities de belangrijkste sport om medailles mee te behalen op de Spelen voor ons land. Noem atletiek gerust de buik van onze Olympische prestaties,” zegt sportief directeur Bruno Schroeven van Excelsior daarover.

Ook het succes van de nationale estafetteteams, zowel bij de mannen als de vrouwen, heeft atletiek een nieuwe wind gegeven, zegt hij. “Je merkt dat jonge atleten het hoge niveau nu zelf opzoeken. Dat wij de beste club zijn van het land, trekt hen uiteraard aan.”

Wat maakt jullie dan zoveel beter dan andere clubs?
Bruno Schroeven: Alles is begonnen met een wil, een ambitie. In 2011 lanceerden we als clubbestuur een project om de beste club van België te worden voor interclubwedstrijden. Dat is gelukt. Onze atleten Arnaud Ghislain, Antoine Gillet, Frédéric Xhonneux en Anne Zagré lagen daar mee aan de basis van. Uiteraard heeft onze ambitie hen naar een hoger niveau getild in eigen land, maar ook internationaal. We zijn beschikbaar om sporters te ondersteunen waar nodig en ons aanbod is interessant. Dat weten intussen atleten uit het hele land. Ze komen naar ons omdat wij de juiste steun aanbieden.

Over welke steun gaat het dan?
Schroeven: Van materiaal aanbieden tot reizen betalen die de atletiekfederatie niet dekt, maar ook de juiste sponsoring zoeken en medische hulp aanbieden als dat nodig is. We zijn beschikbaar voor allerlei vragen van onze atleten. Een nieuwe speer kost bijvoorbeeld makkelijk duizend euro. Niet iedereen kan dat zomaar betalen. Dan kijken wij hoe we kunnen tussenkomen. We organiseren bovendien wedstrijden in het Koning Boudewijnstadion, een van de beste atletiekpistes van Europa.

Niet al die atleten trainen ook echt in Brussel. Gaat het dan vooral om financiële steun?
Schroeven: Wij zoeken ook samenwerking op met de juiste trainers, maar het klopt, dikwijls gaat het om parallelle ondersteuning. Delphine Nkansa traint vooral in Parijs, waar ze studeert. Koen Naert vooral rondom Brugge of in het buitenland. Ook John Heymans doet veel buitenlandse stages. Daniel Segers traint vooral in Gent en Liefde Schoemaeker eerder in de omgeving van Luik. Maar Florent Mabille en de Fransman Tom Campagne zijn vaak bij ons. Ze trainen met dezelfde coach op de piste van het Koning Boudewijnstadion. En als daar concerten of voetbalwedstrijden plaatsvinden, betalen wij hun toegang tot atletiekpistes in de buurt, zoals die van Schaarbeek of Vilvoorde.

Wat verwacht u van hun prestaties in Parijs?
Schroeven: Uiteraard hopen wij dat ze zoveel mogelijk kunnen schitteren en hun persoonlijke resultaten kunnen verbeteren. Voor de meeste atleten is het vooral een kans om ervaring op te doen. Ik schat de kans op een medaille het hoogst in voor het mannelijke estafetteteam op de 4x400 meter. Florent Mabille loopt daarin mee en Daniel Segers is geselecteerd als laatste reserve. Mogelijk halen zij een podiumplaats. John Heymans kan op de 5.000 meter zeker ook een finale halen. Verder hoop ik dat Koen Naert een goede marathon kan lopen, maar de uitslag hangt daar altijd af van het weer en de conditie van de concurrentie.

Is het niet gek dat een Brusselse club, met steun van de Stad en het Gewest, vooral atleten van buiten de hoofdstad ondersteunt?
Schroeven: Waarom? Brussel ondersteunt ook voetbalclubs als RSCA en Union en basketclubs die vooral spelers van buiten Brussel tellen, soms zelfs het buitenland. Het zijn niet eens de beste clubs van België. Wij zijn dat wel voor atletiek. Het gaat erom dat we bijdragen tot de uitstraling van de hoofdstad. We gebruiken bovendien tachtig procent van onze werkingsmiddelen rechtstreeks voor de omkadering en ondersteuning van atleten. In het clubbestuur werkt iedereen vrijwillig, ook ik.

Hoe willen jullie als club de komende jaren evolueren?
Schroeven: Onze ambitie blijft gelijk: de beste club van België blijven. We leiden een nieuwe generatie op in uitstekende omstandigheden. Onze jeugdploeg traint in en rond het Koning Boudewijnstadion en vooral bij de meisjes tussen 12 en 14 jaar zit vandaag al heel wat talent op nationaal niveau. Zij zullen de komende jaren doorgroeien. Als onze atleten medailles halen in Parijs, is dat uiteraard ook onze verdienste. Alleen zie je in atletiek minder nadruk op de omkadering dan bij voetbal of wielersport. Wij hebben vooral ambitie gecreëerd en getoond dat onze atleten hoog kunnen scoren op wereldniveau.