Het Broodhuis op de Grote Markt wacht al een kwarteeuw op een grondige restauratie. Inmiddels zijn het dak en de gevel zo lek dat de collectie op de tweede verdieping weggehaald wordt. "De kunstwerken zijn in gevaar."
Broodhuis lekt en brokkelt af, kunstcollectie wordt weggehaald
Het Broodhuis ligt op de Grote Markt pal tegenover het Brusselse stadhuis en heeft een rijke geschiedenis. In de dertiende eeuw stond er op die plek een houten broodhal, vandaar de naam. Drie eeuwen later verrees er door toedoen van keizer Karel V een prestigieus gebouw in flamboyante gotiek. Dat was op het einde van de negentiende eeuw in zulke slechte staat dat het afgebroken werd en door toenmalig stadsarchitect Pierre Victor Jamaer gereconstrueerd werd in neogotische stijl. Vanaf toen deed het dienst als Museum van de Stad Brussel.
Het gebouw is beschermd en is, net als de rest van de Grote Markt, uitgeroepen tot Unesco-Werelderfgoed. Maar terwijl de andere huizen en gebouwen van de Grote Markt de afgelopen 25 jaar werden gerestaureerd en in hun oude glorie werden hersteld, ligt het Broodhuis er grauw en enigszins vervuild bij. Van de wapenschilden in polychromie en goud bovenaan is bijvoorbeeld nog nauwelijks iets te zien. “Wij zijn de laatste,” zegt conservator Marieke De Baerdemaker van het museum. “De hele Grote Markt werd onder handen genomen, ook het stadhuis, alleen wij niet.”
Intussen wordt het steeds duidelijker dat het Broodhuis een grootscheepse restauratie behoeft. De fijne geveldecoratie heeft in de loop der jaren erg te lijden gehad onder regen en wind en brokkelt af. “Regelmatig breken er stukjes af,” zegt De Baerdemaeker. En vanwege serieuze stabiliteitsproblemen staan er binnen in het gebouw her en daar stutten.
Waterinfiltraties
Maar er is meer. Het dak en de gevel zijn lek, waardoor het gebouw al ruimt twintig jaar af te rekenen heeft met waterinfiltraties. Die zijn intussen zo ernstig dat het Museum van de Stad de schitterende tentoonstellingszaal met houten vloer en zoldering op de tweede verdieping moet ontruimen. “De werken zijn in gevaar,” zegt hoofdconservator Bérengère de Laveleye.
Deze zaal is volledig gewijd aan de geschiedenis van de Grote Markt, met onder meer het bekende schilderij ‘Het bombardement van 1695’. “Voor dat doek, zo belangrijk voor de geschiedenis van de stad, zullen we elders in het museum een plek zoeken, maar al de rest verdwijnt naar de reserve. De Laveleye betreurt het. “Als een museum begint met werken weg te halen omdat de omstandigheden van conservatie niet meer geschikt zijn, is dat een heel negatief signaal.”
De ontruiming van de zaal begint op 13 mei. Alleen de 5,5 meter hoge, originele windwijzer van Sint-Michiel die vijf eeuwen lang op het stadhuis stond en die in 2018 met veel moeite naar binnen getakeld werd, blijft staan wegens te groot om opnieuw te verplaatsen. Ook het aanpalende zaaltje met de Manneken Pis-collectie blijft ongemoeid.
Na de verhuizing, vanaf 8 juni, zal de lege zaal nog wel te bezoeken zijn. “De zaal is niet meer geschikt om kunstwerken tentoon te stellen, maar we gaan de ruimte gebruiken voor publieksactiviteiten,” zegt De Laveleye.
“Als een museum kunstwerken moet weghalen omdat de omstandigheden van conservatie niet meer geschikt zijn, is dat een heel negatief signaal”
Hoofdconservator Museum van de Stad Brussel/Broodhuis
Want er is nog een bijkomend probleem: het gebouw is niet uitgerust voor het onthaal van de vele bezoekers. Het Broodhuis krijgt jaarlijks honderd- tot honderdtwintigduizend bezoekers over de vloer. “Op onze gratis zondag, eens per maand, komen er ongeveer 1.400 mensen. Maar daar is het gebouw niet op voorzien. Er is geen lift, amper vestiaireruimte en er zijn onvoldoende toiletten. Kortom, de infrastructuur om onze bezoekers correct te ontvangen, ontbreekt,” zegt De Laveleye. “Ook dat moet dringend worden aangepakt.”
Al jaren ligt er een dik restauratie- en renovatiedossier klaar. “De hele buitenschil moet worden gerestaureerd, de stabiliteitsproblemen binnen moeten aangepakt worden en er moet een nieuw onthaal komen,” aldus De Laveleye. Het is een project waarvoor het Broodhuis helemaal leeggemaakt zal moeten worden en het Museum enkele jaren dicht zal gaan.
Stevig prijskaartje
Het prijskaartje is stevig: twintig miljoen euro, aldus De Laveleye. Dat geld is er vooralsnog niet. De Stad Brussel is eigenaar, maar vermits het een beschermd gebouw is, zal het gros van het bedrag volgens de Laveleye van het Gewest moeten komen. “Het is wachten tot het Gewest of eventueel Beliris de nodige middelen vrijmaakt.”
Volgens het kabinet van Ans Persoons (Vooruit), Brussels staatssecretaris belast met Stedenbouw en Erfgoed, heeft de Stad Brussel nog geen vraag tot subsidie en ook geen stedenbouwkundige vergunning voor de volledige restauratiewerken ingediend bij het Gewest. “Dus dan kan het Gewest ook geen geld vrijmaken.”
De bevoegde Brusselse schepen van Cultuur, Delphine Houba (PS), laat enkel weten dat het exacte bedrag van de restauratie nog niet helemaal vastligt.
Lees meer over: Brussel-Stad , Stedenbouw , Cultuurnieuws , broodhuis , Grote Markt , Museum van de Stad Brussel , Marieke De Baerdemaeker