In een open brief vraagt de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) meer aandacht voor de huidige staat van het Brusselse erfgoed. Die historische landschappen zouden maar al te vaak onderwerp zijn van ingrijpende veranderingen, ten koste van de beeldbepalende gehelen. “Erfgoed zou terug een prioriteit moeten worden bij de inrichting van de publieke ruimte”, klinkt het bij voorzitter Stefaan Van Acker.
Monumenten en Landschappen in open brief: 'Beeldbepalende gehelen dreigen te verdwijnen'
Het merendeel van de bestaande wegen en openbare ruimten in het Brussels gewest dateert uit de negentiende eeuw. Volgens de KCML een periode waarin “bebouwing en openbare ruimte op elkaar werden afgestemd.” Maar die coherente gehelen en landschappen komen steeds meer onder de druk te staan, zo stelt de commissie in een open brief.
“Voor alle duidelijkheid, we zijn zeker niet tegen stadsvernieuwing”, duidt KCML-voorzitter Stefaan Van Acker aan BRUZZ. “Wel vragen we meer aandacht voor het behoud van de historische en esthetische troeven van het erfgoed in stedenbouwkundige projecten. Vandaag legt men te vaak alleen de klemtoon op de functionaliteit van het ontwerp.”
Zo kende urban.brussels een vergunning toe aan de herinrichting van de tramhaltes in de Regentschapsstraat. Die omvat onder meer de verplaatsing van de haltes ‘Kleine Zavel’ in beide rijrichtingen.
Perspectief
In een eerste versie van de plannen stonden die haltes tegenover elkaar. Maar om de doorgang van de huldiensten te verzekeren in geval dat twee trams er gelijktijdig stilstaan, volgt een verplaatsing. De tramhalte richting Louizalaan komt zo voor de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk te liggen, de halte in de andere richting voor het Koninklijk Conservatorium. De wijzigingen gaan onder meer gepaard met enkele trottoirverbredingen, nieuwe markeringen en rode oversteekplaatsen.
Door de ingrepen ontstaat een zigzagpatroon op het Koninklijk Tracé, met kleine bochten langs de tramperrons. En daar wringt het schoentje voor de KCML. “Op die manier verdwijnen het rechtlijnige perspectief en de symmetrie van de as”, zegt Van Acker. En net dat perspectief blijkt essentieel voor de monumentaliteit van de zichtas tussen het Koningsplein en het Justitiepaleis.
Volgens Van Acker kunnen kleinere, subtielere ingrepen de veiligheid en toegankelijkheid evenzeer bevorderen. Hij denkt bijvoorbeeld aan markeringen in minder opvallende materialen, die tramreizigers kunnen gebruiken om over te steken. Maar ondanks een negatief advies van de KCML, werd de vergunning verleend.
Niveauverschil
Dat scenario herhaalde zich bij de geplande heraanleg van het Vrijheidsplein. De KCML kantte zich tegen het terugbrengen van het plein naar één niveau en het behoud van de aanwezige bomen. “Terwijl dat niveauverschil, de typische vormen en materialen net deel uitmaken van het neoclassicistische karakter van het plein. Maar dat wordt in het huidige project teniet gedaan”, legt Van Acker uit.
Dat de bomen betreft, geeft de KCML aan van kappen geen voorstander te zijn. “Maar de schaal ervan is niet aangepast aan het plein. De kruinen verbergen het zicht op de omliggende historische gevels, en de wortels duwen de kasseien omhoog. Ze verkeren trouwens in een niet al te beste gezondheid, waardoor ze de voorziene heraanleg mogelijk niet overleven.”
Volgens de voorzitter van de KCML zijn er nochtans mogelijkheden om stadsvernieuwing en erfgoed met elkaar te verzoenen. Hij verwijst naar de aanleg van een tramhalte op de beschermde Place de la Bourse in Bordeaux. “De halte doet er geen afbreuk aan de erfgoedwaarde. Om ze meer toegankelijk te maken, werd bijvoorbeeld een subtiel hellend vlak ingericht. Dat zou perfect mogelijk zijn op het Vrijheidsplein. En de KCML is zeker een voorstander van begroening, met beplantingen op schaal van het plein en aangepaste soorten die de pleinverhardingen minder schade toebrengen.”
Nog in het rijtje staat de heraanleg van een deel van de Tervurenlaan. Dat er een stadsboulevard wordt aangelegd met vernieuwde fietspaden tussen het Jubelpark en het Leopold II-plein, is op zich geen probleem voor de KCML. “We betreuren wel dat er geen omvattend masterplan is voor het geheel van de majestueuze, historische as, maar de herinrichting gefragmenteerd verloopt”, zegt Van Acker. “Daardoor ontstaat een deel van de Tervurenlaan waarvan het uitzicht losstaat van het gedeelte achter het Leopold II-plein.”
Prioriteit
Van Acker vindt het ook jammer dat bij stedenbouwkundige projecten vooral functionele visies primeren. “De Tervurenlaan werd aangelegd nog voor de auto de belangrijkste vervoersmodus werd. Verschillende andere verplaatsingswijzen hadden er hun plaats. Volgens ons kunnen die historische plannen zeker als inspiratie dienen voor hedendaagse stadsprojecten die het zachte weggebruikers aanmoedigen.”
Naar de volgende Brusselse regering toe hoopt de KCML dat de beleidsmakers erfgoed hoger op de agenda zetten. “En dat er aan historische landschappen, indien nodig, subtiele aanpassingen volgen, zonder verlies aan erfgoedwaarde. De meest waardevolle verdienen ook het statuut als beschermd landschap.”
Ook vraagt de commissie om nauwer betrokken te worden bij de eerste ontwerpfasen van nieuwe projecten. “Nu verstrekken we doorgaans pas advies nadat projecten al grotendeels vorm kregen. Regelmatig met frustraties van alle partijen als gevolg.”
“In Parijs wil men de Place de la Concorde aanpassen aan de huidige klimaatuitdagingen. Maar wel met de erfgoedwaarde en behoud van alle waardevolle elementen als prioriteiten. Die aanpak zou in Brussel ook op zijn plaats zijn. Zoniet, dreigen de historische landschappen in de hoofdstad te verdwijnen”, besluit Van Acker.
Lees meer over: Stedenbouw , KCML , Stefaan van Acker , Regentschapsstraat , Tervurenlaan , Vrijheidsplein
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.