Stripping Architects hekelen vijandige inrichting publieke ruimte

Michiel Leen
© BRUZZ
23/01/2025

Emiel Viellefont

Wie op een kritische manier naar architectuur wil kijken, vindt in Brussel een dankbaar onderwerp. Dat hebben architecten Filip Momikj en Mohammad Hammash, die op Instagram furore maken onder de naam Stripping Architecture, goed begrepen. “Architectuur heeft de kracht om mensenlevens vorm te geven op een stille manier.”

Met Stripping Architecture willen Filip Momikj (36) en Mohammad Hammash (40) het debat over architectuur en ruimtelijke ordening in Brussel van de tekentafel naar de straat brengen. Met een eigen webplatform – inclusief Patreon en Instagram – en een reeks even ludieke als kritische YouTube-filmpjes vestigt het duo de aandacht op wat er beter kan aan de inrichting van de openbare ruimte in Brussel. En of de architecturale bric-à-brac van de hoofdstad voor voldoende inspiratie zorgt. Hun recepten voor een oplossing bundelden ze onlangs in het boek The urban revolution is a fun sketch, waarin ze met cartoons aangeven hoe een grootstad op relatief eenvoudige wijze op mensenmaat gemaakt kan worden.

“Je hoeft geen architect te zijn om mee te praten over de publieke ruimte en mee te denken over oplossingen,” zegt Momikj. “In België wordt er op hoog niveau aan architectuurkritiek gedaan, maar wie krijgt dat te zien, buiten enkele professionals en enthousiastelingen? Wij willen een veel breder publiek bereiken.”

Octopus

Om die aanpak even concreet te maken, halen Momikj en Hammash het Justitiepaleis aan. Dat deelt momenteel het Poelaertplein met een octopussculptuur – de ‘Nauti-poulpe’, een tijdelijk kunstwerk ontsproten aan de geest van tekenaar François Schuiten om de 120e verjaardag van het overlijden van Jules Verne te vieren. Voor het duo is de octopus een dankbare metafoor voor het Justitiepaleis zelf, dat met zijn tentakels het omliggende stadslandschap in de greep houdt.

“Veel architecten hebben een burgerlijke middenklasseachtergrond. Dat zorgt voor misverstanden als ze een plein heraanleggen in een arme volksbuurt”

Mohammad Hammash

Architect en helft van het duo achter webplatform Stripping Architecture

“Alleen al door zijn voorgeschiedenis is het Justitiepaleis een iconisch gebouw,” zegt Hammash. “De inplanting in een volksbuurt, waarvoor talloze huizen moesten wijken, de aanslepende saga van de stellingen rond het gebouw ... Tegelijkertijd is het Justitiepaleis een zware last voor de gemeenschap. Het is een prestigieus gebouw, maar dat in stand houden kost handenvol geld.”

“Daarom moet de overheid op zoek naar een manier waarop het gebouw duurzaam kan worden uitgebaat, om zo zelf budgetten voor de instandhouding te genereren,” treedt Momikj hem bij. “Dat betekent natuurlijk niet dat we er een winkelcentrum van willen maken. Het moet een plek zijn die toegankelijk blijft voor de burger. Nu gaat het vooral over het in stand houden van het prestige. Maar als de huidige restauratie erop zit, begint alles binnen vijftig jaar gewoon opnieuw. En allicht opnieuw met publiek geld. Dat begint op het stockholmsyndroom te lijken. Waarom zou je bijvoorbeeld geen open oproep organiseren om op zoek te gaan naar een duurzame oplossing?”

Pittoreske kasseien

Het voorbeeld illustreert meteen hoe de twee naar hun eigen vakgebied kijken. Die bijzondere blik kreeg vorm tijdens hun architectuuropleiding, waarin veel aandacht ging naar antropologie, sociologie en culturele gevoeligheden. Maar in de professionele praktijk bleek al snel dat er voor zulke gevoeligheden weinig plaats was. Technische maatstaven, strakke timelines en beperkte (publieke) budgetten zetten de toon. Het is een spreidstand waar Momikj en Hammash ook in hun eigen praktijk tegen aanlopen. Stripping Architecture is dan een welkome uitlaatklep voor hun verzuchtingen en ideeën. “De stad staat vol fraai ontworpen gebouwen, daar gaat het ons niet om. Wij willen de bestaande architectuur herdenken zodat de stad menselijker, aantrekkelijker en toegankelijker wordt voor iedereen.”

BRZ 20250122 Stripping Architecture 1

Emiel Viellefont

| Mohammad Hammash (links) en Filip Momikj van webplatform Stripping Architecture: “Politici denken in cycli van een jaar of vier. Vandaar hun voorliefde voor grote projecten die snel opleveren. Alleen werken die beslissingen nog decennia door.”

In het Brusselse stadslandschap is er op dat vlak nog wel wat werk aan de winkel. Het begrip ‘hostile architecture’ valt geregeld: een gebrek aan groen, betonnen pleinen waar de wind door jaagt, plaatsen die vooral gemaakt lijken om mensen weg te jagen. “Weet je, in Rotterdam is het nog veel erger,” zegt Momikj. Maar ook in de charmante buurt rond de Zavel ontwaren hij en zijn collega vijandige elementen. “Die pittoreske kasseien zijn de hel voor mensen die slecht te been zijn, of op pad zijn met fiets of kinderwagen,” verduidelijkt Hammash. “Stedelijke architectuur is te veel gericht op de ‘productieve’ laag van de bevolking: fitte, werkende mensen tussen de 20 en de 60 die genoeg geld bezitten om als consument staande te blijven in de omgeving. De rest kan het schudden. Jongeren hebben hier bijvoorbeeld geen plek: hun aanwezigheid zou als overlast worden gezien.”

Geen copy-paste

Het kopiëren van buitenlandse succesrecepten, zoals het veelgeroemde ‘Kopenhagen-model’ ziet het duo niet zitten. “Je kan zulke zaken niet klakkeloos nabootsen in Brussel. Je moet rekening houden met de noden en gevoeligheden van de bewoners. Dat gebeurt nu nog veel te weinig.”

De oplossing moet van onderuit komen, ook voor probleembuurten als het Zuid- en het Noordstation. “Vijandige architectuur, dat zijn grote projecten die als aliens neerploffen in bestaande buurten. Het nieuwe hoofdkwartier van de NMBS bij het Zuidstation is zo’n project. Het heeft geen enkele connectie met de buurt, men heeft zich zelfs niet afgevraagd of zo’n kantoormastodont nog van deze tijd is.”

“Je hoeft geen architect te zijn om mee te praten over de publieke ruimte en mee te denken over oplossingen”

Filip Momikj

Er is, kortom, werk voor politici en beleidsmakers. “Politici denken in cycli van een jaar of vier: tegen de volgende verkiezingen moet het resultaat zichtbaar zijn,” vertelt Hammash. “Vandaar hun voorliefde voor grote projecten die snel opleveren. Alleen werken die architecturale beslissingen nog decennia door. Kijk maar naar de Noordwijk, of het Brusselse stratenplan, dat nog heel erg op maat van de auto is toegesneden.”

“Architectuur heeft de kracht om mensenlevens vorm te geven op een stille manier,” vult Momikj aan. “Daarom houden politici er ook van. Je gedrag wordt als het ware gestuurd zonder dat er schijnbaar bevelen worden gegeven.”

Gentrificatie

In die buurten waar de opwaardering werd ingezet, is gentrificatie een hot topic. Al vinden de mannen van Stripping Architecture dat de term zijn beste tijd heeft gehad. “Mensen voelen zich ontheemd wanneer hun buurt begint te veranderen, zelfs als het er op het eerste gezicht beter wordt, door bijvoorbeeld meer groen, een betere mobiliteit ...” vertelt Momikj. “Maar het gevoel leeft sterk dat er boven hun hoofden wordt beslist. Iemand die elke dag vanuit Molenbeek op de luchthaven moet raken om te gaan werken, gaat daar echt niet met de bakfiets naartoe. Voor zo iemand is het Good Move-plan een vijandige ingreep, zeker bij een gebrek aan alternatieven. Om maar een voorbeeld te geven: in buurten die gebaat zouden zijn met meer deelmobiliteit, zijn veel deelplatformen gewoon niet te vinden.”

BRZ 20250122 Stripping Architecture 6

Emiel Viellefont

| Filip Momikj: “Weet je, in Rotterdam is het nog veel erger”

“Wij willen de intenties van politici en regeringen niet veroordelen, maar als je een buurt jarenlang verwaarloost en ze daarna plots gaat upgraden, krijg je problemen. Zo’n opwaarderingsproces zou moeten beginnen bij het niet laten verloederen van de wijken. Geef de bewoners de middelen om hun huizen te renoveren en te upgraden, en begin pas daarna aan je prestigeproject in Pompidou-stijl. Het debat over architectuur in de publieke ruimte gaat te vaak over grote, zichtbare prestigeprojecten. Terwijl 99% van het stadsweefsel bestaat uit private woningen, kantoren en winkels. Dat wordt al te vaak vergeten.”

Wie betaalt, bepaalt

En zoals zo vaak gaat het ook over geld. “Een project als de duurzame wijkcontracten hebben een budget van 16 miljoen euro. De nieuwe hoofdzetel van BNP Paribas Fortis was een private investering van 320 miljoen. Dat schetst de verhoudingen wel,” verzucht Momikj.

“Promotoren hebben veel macht in Brussel,” zegt Hammash. “Brussel is in theorie een rijke regio, maar het Gewest is bankroet. Daarom rekent het op private ontwikkeling en publiek-private partnerschapsprojecten. Het Gewest zelf heeft de middelen niet om architecturaal zijn stempel te drukken. En dus bepalen de promotoren hoe gebouwen eruitzien, zonder daarbij altijd rekening te houden met de noden van de buurten waarin die gebouwen verschijnen.”

“Er zouden meer garanties moeten zijn om beide doelen met elkaar te verzoenen. Architecten zouden samen kunnen beslissen om enkel in een project te stappen als er voldoende overleg is geweest tussen private en publieke partijen, om zo tot een evenwichtig geheel te komen. Dan moeten promotoren en investeerders wel meegaan in een compromis.”

Als beroepsgroep moeten de architecten ook in eigen boezem durven te kijken, vinden de ‘Stripping Architects’. “Veel architecten hebben een burgerlijke middenklasseachtergrond. Als je hun gaat vragen om een plein opnieuw aan te leggen in een arme Brusselse volksbuurt, stuit je vanzelf op wederzijdse misverstanden. Begrijpt zo iemand wel wat de lokale noden zijn? Weten ze hoe het is om daar te overleven? Architecten zouden een inspanning moeten doen om zich in te leven in hun projecten. Grote bureaus zouden veel meer jonge talenten van buitenaf moeten betrekken om een frisse, actuele blik te behouden op wat ze doen. Met ‘meer van hetzelfde’ ga je de hedendaagse problemen niet oplossen. Met nieuwe perspectieven breek je het kleine wereldje van de architecten open.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni