Vijfendertig jaar al is Espace P de steun en toeverlaat van Brusselse sekswerkers, een verjaardag die vorige week een feestje in de C12 verdiende. Coördinatrice Isabelle Jaramillo is er al een kwarteeuw bij en zag hoe het oudste beroep ter wereld blijft veranderen. “Studentes beseffen vaak niet dat ze risicovol sekswerk doen.”
Saskia Vanderstichele
| Isabelle Jaramillo: “Met de nieuwe arbeidswet wordt België het eerste land ter wereld om sekswerk binnen een officieel arbeidscontract te organiseren.”
Wie is Isabelle Jaramillo?
• Studies sociaal assistent
• Master antropologie
• Sociaal assistent bij Espace P sinds 1999
• Algemeen coördinatrice bij Espace P en coördinatrice voor Brussel
Zelfs in het meest sjofele bordeel ben ik uiteindelijk op zoek naar liefde.” Het is maar een van de citaten van sekswerkers en klanten in het zaaltje van de C12 waar we afgesproken hebben met Isabelle Jaramillo. De ruimte is ingericht als eendagsexpo rond prostitutie, met foto's, aangeklede bustes en dus ook citaten. Terwijl de ene kist cava na de andere wordt aangesleept, blikt de coördinatrice terug op een bewogen periode. “De sekswerkers durfden de voorbije jaren zelfs niet meer naar ons kantoor te komen door het geweld in de buurt.”
U werkt ondertussen al 25 jaar voor Espace P. Is de prostitutie sindsdien erg veranderd?
Isabellle Jaramillo: Jazeker. De vormen van sekswerk en de plekken waar het beoefend wordt, zijn bijvoorbeeld niet meer dezelfde. Toen ik in 1999 begon, bevond de straatprostitutie zich eerder op de Albert II-laan. In het algemeen waren de sekswerkers ook zichtbaarder in de openbare ruimte. De voorbije jaren zag je een verschuiving naar privéplekken, of dat nu appartementen, massagesalons of hotels zijn. Die evolutie is enorm versneld door covid. In de openbare ruimte waren nu eenmaal veel minder klanten. Velen onder hen – vaak pendelaars – werkten van thuis uit.
“Zodra je je als sekswerker out, kan je dat huurcontract vaak vergeten”
coördinatrice Espace P
En het profiel van de sekswerkers?
Jaramillo: Hun herkomst evolueerde samen met het migratiebeleid en de geopolitieke situatie in de herkomstlanden. Toen ik begon, werkten vooral Belgen en vrouwen uit Congo in de Brabantwijk. Daarna kwam een golf van Albanese en Moldavische sekswerkers en ook wel Bulgaarse. Veel Belgische vrouwen gingen op pensioen en vroegen daarbij een steeds hoger sleutelgeld om hun zaak door te geven. Dat had een grote invloed op de structuur van de prostitutie. De prijzen werden zo hoog dat een zelfstandige sekswerker die niet meer kon betalen, maar een georganiseerd netwerk wel. Daar hebben maffieuze structuren, zoals die van de Nigeriaanse prostitutie, van geprofiteerd.
In de Aarschotstraat kreeg de Albanese maffia dan weer vaste voet aan de grond. Die kon erg gewelddadig zijn tegenover de meisjes. Dat netwerk is uiteindelijk door de politie ontmanteld.
Wat kwam er dan in de plaats?
Jaramillo: De vrijgekomen plekken zijn vaak door Roemeense en Bulgaarse vrouwen ingenomen. Die functioneerden niet meer in een piramidaal systeem zoals de Albanese maffia, maar via het principe van de loverboy: mannen manipuleren daarbij economisch en emotioneel kwetsbare vrouwen om in de prostitutie te gaan, 'uit liefde voor hem'. Vaak ontdekken die vrouwen dan ter plaatse dat ze niet de enige vrouw zijn in die situatie. Dat leidt soms tot serieuze spanningen tussen verschillende sekswerkers, die concurreren om de 'eerste vrouw' te zijn. Dat model is een vorm van uitbuiting, maar er is ook een win-winaspect aan. Zodra een bepaald bedrag verdiend is, zijn de vrouwen vrij in hun keuzes.
Die vrouwen hebben tenminste de mogelijkheid om aansluiting te vinden in onze maatschappij. Na een recente grote operatie tegen de Chinese prostitutie en mensenhandel, wou geen enkele vrouw een klacht indienen. Al hun referentiepunten bevinden zich in het netwerk dat ze controleert.
Jaramillo: Misschien is het nog te vroeg in hun parcours. Het heeft bijvoorbeeld ook vele maanden geduurd voor die Chinese vrouwen onze sociaal assistent vertrouwden, die daar nochtans wekelijks langskomt. Ook de Nigeriaanse meisjes vinden hier moeilijk aansluiting. De vrouwen worden er onder meer gecontroleerd via het geloof en voodoopraktijken. Zodra een meisje zich te goed begint te voelen en contacten aanknoopt, wordt ze naar een andere stad versluisd. Sommige vrouwen die hier werkten, zitten nu in Zweden, waar de omstandigheden nog clandestiener zijn. (Lees verder onder de foto)
De organisatie van sekswerk is sinds 2022 legaal in België. Bleek dat ook een vooruitgang in de praktijk?
Jaramillo: O ja. Dankzij de nieuwe wet kunnen allerlei mensen die diensten verlenen aan sekswerkers dat nu onbezorgd doen: boekhouders, webmasters of fotografen riskeren nu niets meer. Dat maakt echt een verschil, want sommigen weigerden vroeger uit angst. Ook wij mogen hen nu bijvoorbeeld helpen met hun online annonces.
Samen met andere belangenorganisaties vraagt Espace P een arbeidswet, zodat sekswerkers ook werknemer kunnen worden. Hoe zit het daarmee?
Jaramillo: Als alles goed gaat, wordt die nog gestemd voor de verkiezingen. We worden daarmee het eerste land ter wereld – dat is toch niet niets – om sekswerk binnen een officieel arbeidscontract te organiseren. We erkennen sekswerk daarmee als een beroep als een ander.
Tijdens de energiecrisis bleek dat steeds meer studentes sekswerk doen. Hoe evolueerde dat sindsdien?
Jaramillo: Cijfers zijn altijd moeilijk. Maar we hebben de indruk dat de drempel naar sekswerk lager ligt door online evoluties. Nogal wat jongeren zijn begonnen met Only Fans, sugardaddy's of webcamseks. Dat valt voor ons allemaal onder sekswerk. Maar studentes met een of twee sugardaddy's associëren zichzelf doorgaans niet met prostitutie. Ze vinden daardoor ook de weg niet naar een organisatie zoals Espace P, hoewel ze soms wel risico's nemen. We kunnen ze nochtans helpen en begeleiden, op het vlak van veiligheid of om ze aan ander werk te helpen bijvoorbeeld.
Zijn er andere subgroepen die plots groeien binnen het sekswerk?
Jaramillo: Sinds covid zien wij plots véél meer Braziliaanse sekswerkers. Die zijn erg goed georganiseerd en functioneren enkel via whatsapp. Ze communiceren ook in whatsappgroepen, waar ze tips rond airbnb's en aparthotels uitwisselen. De meisjes zijn erg argwanend en staan vaak onder druk van landgenoten uit het milieu. We kennen gevallen van vrouwen die niet durven buiten te komen om boodschappen te doen.
Hoe zit het met de mannelijke prostitutie in Brussel, of het nu voor mannen of voor vrouwelijke klanten is?
Jaramillo: Gigolo's die seks hebben met vrouwen zien wij amper. Die zien zichzelf vaak niet als sekswerker en lijken ons ook niet nodig te hebben. Dat is prima zo. Mannen die seks met mannen hebben, zien we een beetje, die werken enkel online. Of er meer of minder mannelijke prostitués zijn, kunnen wij moeilijk zeggen.
De covidperiode was heel moeilijk voor de sector, omdat veel klanten wegbleven door het telewerk. Voelen de sekswerkers de naweeën nog?
Jaramillo: Ja, enerzijds zijn er nog steeds minder klanten. Anderzijds is de onveiligheid in de openbare ruimte flink toegenomen, sinds de lockdown. De sociale controle is weg en dat opent de poort naar maffieuze praktijken, onder meer de drugshandel die vaste voet aan de grond heeft gekregen in de Noordwijk. Om die reden zijn we zelf van de Plantenstraat naar de Aarschotstraat verhuisd. Het was zo erg dat veel sekswerkers ons niet meer durfden te bezoeken. Ook in de Alhambrawijk zie je meer geweld.
Wat is de grootste uitdaging vandaag voor Espace P en de sekswerkers die jullie helpen?
Jaramillo: De strijd tegen het geweld tegen sekswerkers. En de strijd tegen uitsluiting en discriminatie. Want de stigmatisering blijft reëel, of het nu over gezondheidszorg gaat, de ontvangst bij een OCMW of over huisvesting. Zodra je je als sekswerker out, kan je dat huurcontract vaak vergeten. Zo zijn er een hele reeks rechten die vanzelfsprekend zouden moeten, maar dat in de praktijk niet blijken.
Je hoort vaak de roep naar één prostitutiebeleid in heel Brussel. Merkt u vandaag iets van die versnippering?
Jaramillo: O ja. In de Alhambrawijk hebben we een echte heksenjacht beleefd. Op een dag moesten ze allemaal verplaatst worden naar een andere wijk, maar de dag dat het zover was, bleken ze de buurgemeenten niet verwittigd te hebben. Zodra die merkt dat er sekswerkers op het trottoir staan, stuurt die gemeente vrachtwagens om die mensen opnieuw terug te rijden … (Jaramillo verwijst naar een episode waarbij de Stad Brussel sekswerkers liet verhuizen richting Albert II-laan, waarop Schaarbeek en Sint-Joost ze terugstuurden, red.). Ook Schaarbeek en Sint-Joost houden er verschillende visies op na. Schaarbeek is pragmatisch, terwijl Sint-Joost de prostitutie liefst zo onzichtbaar mogelijk maakt, bijvoorbeeld via een Villa Tinto ver buiten de stad.
Is zo'n groot, maar goed omkaderd prostitutiecomplex een goed idee voor Brussel?
Jaramillo: Het beantwoordt aan één behoefte, maar niet aan allemaal. Vrouwen die aan straatprostitutie doen, zullen er misschien niet meteen zin in hebben, wie in een vitrine werkt mogelijk wel, omdat het comfortabeler, veiliger en wellicht ook minder duur is. We hebben sowieso een soort P-zone nodig, een zone van verschillende straten die vooral op sekswerk gericht zijn, met hotels waar veilig gewerkt kan worden, met een klein commissariaat liefst. Dat kan nog steeds een gemengde wijk zijn, met winkels en kunstenaarsplekken.
Lees meer over: Brussel , Veiligheid , Gezondheid , sekswerker , Isabelle Jaramillo , Espace P
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.