Staatsveiligheid onderzoekt één dossier waarin Brussels parlementslid genoemd wordt

De afgelopen drie jaar is één Brussels parlementslid opgedoken in een nota van Staatsveiligheid, omdat die persoon al dan niet bewust bijdraagt aan een veiligheidsdreiging. Dat wordt bevestigd aan BRUZZ. Om wie het gaat, is niet bekend.

De civiele en militaire inlichtingendiensten hebben sinds het einde van 2020 – de start van de Vivaldi-regering – negen meldingsnota’s opgesteld waarin in totaal tien leden van verschillende parlementen genoemd worden die mogelijk een bedreiging vormen. Dat bleek vorige week al uit een rapport van Comité-I, het orgaan dat de inlichtingendiensten controleert.

Toen werd melding gemaakt van één of meerdere Brusselse parlementsleden. Het blijkt nu om één Brussels parlementslid te gaan.

In het gros van de cases onderzoekt Staatsveiligheid bij politieke mandatarissen dreigingen rond ofwel extremisme, ofwel rond buitenlandse inmenging en spionage.

Meldingsnota

Staatsveiligheid volgt geen politici op, verduidelijkt een woordvoerder, maar stuurt bij een onderzoek naar een (on)bewuste dreiging die van een burgemeester, parlementslid, regeringslid of EU-commissaris uitgaat een meldingsnota naar de premier, de minister van Justitie en het Comité I.

“Dat gebeurt niet wanneer een parlementslid bijvoorbeeld het slachtoffer is van een hackerscollectief. Het gaat bij deze meldingsnota’s echt over politieke mandatarissen die opduiken als onderdeel van een dreiging.” Bijvoorbeeld wanneer een parlementslid betaald wordt om inlichtingen te verzamelen uit een commissie.

Het is niet bekend welk Brussels parlementslid onderdeel uitmaakt van één van de acht nota’s die de civiele inlichtingendiensten sinds eind 2020 opmaakte (de andere nota die in de cijfers van het rapport werd meegenomen, kwam van de militaire inlichtingendiensten). Daar wordt het Bureau van het Brussels parlement ook niet over op de hoogte gebracht.