Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat de elfjarige Zeger in Sint-Joost-ten-Node. Hij racet al vijf jaar in karts en doet mee aan internationale wedstrijden. Is hij de nieuwe Max Verstappen? “Dat weet ik niet.”
Zeger (11): ‘Ooit reed ik 110 kilometer per uur in mijn kart’
Waar zit jij in?
Dat is mijn racesimulator.
Zit je daar elke dag in?
Nee, soms game ik zonder de simulator. Behalve gamen doe ik ook aan atletiek.
Je bent een ‘racepiloot’, zei je moeder al. Hoelang doe je dat al en waar?
In Brussel zijn er geen plekken om te trainen, dat doe ik in Genk. Ik train om de twee weken. Sinds een jaar rijd ik in een Rotax en daarvoor in karts met een lichter type motor. Alles samen rij ik vijf jaar.
Wat heeft je geïnspireerd om te gaan racen?
Toen we gingen karten tijdens mijn verjaardagsfeestje. Het maakt me heel blij om snel te gaan. Het geeft wel een kick, ja.
Ik zie hier allemaal bekers en prijzen. Zijn die van jou?
Het zijn allemaal trofeeën van de karting. Deze hier is de belangrijkste, toen had ik mijn eerste race gewonnen. En hier (Wijst naar een andere trofee) werd ik tweede.
Eens kijken: 2020, tweede plaats, Racing Kids ...
Ja, dat is hem. Tijdens een race rij je tegen ongeveer twintig mensen. Mijn zus heeft ook een paar trofeeën gewonnen. Zij is dertien, ik ben elf.
Hoe ziet een training eruit?
Om het uur ga je een kwartier op de baan, daarna ga je met de trainer kijken wat er is gebeurd en wat beter kan. Vaak train je alleen, soms tegen iemand anders. Zo kun je leren om tegen elkaar te racen. Je oefent op de bochten, en ook op remmen. Als je hard wil remmen, doe je dat door juist niet té hard te remmen en ook niet te zacht. Soms lukt dat goed, soms rem je te hard en spin je … dat is niet heel erg, maar je moet daarna je kart weer poetsen, omdat hij helemaal vuil is.
Hoe hard ga je tijdens een training?
Het snelste dat ik al gegaan ben, is 110 kilometer per uur.
Dat is super snel! Is dat ook gevaarlijk?
Ik denk het niet. Als je met auto’s rijdt, is het veel gevaarlijker. Omdat de auto groter en zwaarder is.
“Sint-Joost is leuk, maar er zouden meer speeltuintjes mogen zijn”
Wist je dat ze vroeger in Brussel aan Formule I deden?
Mijn papa heeft weleens verteld over de races in Brussel. Het zou wel mooi zijn als het terug zou komen. Het liefst in Sint-Joost, maar hier is niet zoveel plek. Bij het Atomium zou ook kunnen, zoals het vroeger was.
Wat vind je van Sint-Joost-ten-Node?
Sint-Joost is leuk, maar er zouden meer speeltuintjes mogen zijn. Als ik het voor het zeggen had, zou ik meer parkjes maken en alles een beetje opknappen, de straten zijn best wel vuil.
Weet je al naar welke middelbare school je gaat?
MABO, want daar gaat mijn zus ook. Als ik daar klaar ben, ga ik het liefst met auto’s racen (in de autosport, red.), maar anders weet ik het nog niet.
Word jij de nieuwe Max Verstappen?
Dat weet ik niet.
Is hij je grote held, of zijn er andere?
Nee, het is Verstappen. Want hij is in België geboren en werd al twee keer wereldkampioen Formule I.
Je bent veel van huis als coureur. Lijkt je dat een interessant leven?
Ja. Ik moet nu ook soms voor een race naar het buitenland en dan ga ik een paar dagen niet naar school. Meestal in België, soms in Duitsland en ik ben een keer gaan trainen in Spanje. Op die buitenlandse races heb ik nog niet in de top 3 gestaan.
Dat lijkt me een kwestie van trainen voor het jou ook lukt.
Ja. (Glimlacht en kruipt op zijn racesimulator)
De slaapkamer
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Jongeren , De slaapkamer