Burgemeester Schepmans heeft amper iets in beweging gezet. Pascal Smet is geen zekerheid als lijsttrekker voor de gewestverkiezingen. En het gewest mag een tandje bijsteken als het over luchtvervuiling gaat. Brussels parlementslid Jef Van Damme (SP.A) kan scherp uit de hoek komen. “Er moet dringend een ‘new deal’ komen voor onze gemeente.”
| Jef Van Damme aan het Weststation.
Jef Van Damme praat snel en een tikje zenuwachtig. Zijn spreekstijl zegt veel over zijn manier van aan politiek doen. De fractieleider voor SP.A in het Brussels parlement is een doener, een die zijn traag evoluerend Brussel liefst een flinke schop onder de kont zou geven. “’Papa, wat doe jij eigenlijk?’ vragen mijn kinderen soms. Ik antwoord dan dat ik de stad wil veranderen, dat ik dat afval waar we ons allemaal aan ergeren uit de straten wil krijgen.”
In Molenbeek komt SP.A nu op de lijst van Catherine Moureaux, dochter van Philippe.
Jef Van Damme: Het is de PS-SP.A-lijst met Catherine Moureaux als lijsttrekker.
Juist. Waarin verschilt de dochter eigenlijk van de vader?
Van Damme: Ik ken Catherine Moureaux als iemand die net als haar vader heel geëngageerd is, heel links. Die met haar voeten in de realiteit staat ook, tot voor kort was ze arts. Ideologisch zitten we met haar op dezelfde lijn. Ze communiceert misschien wat minder defensief dan haar vader. Die vergelijking dringt zich altijd op, maar is voor mij niet echt relevant. Ik ga niet met haar in zee voor haar achternaam, maar voor haar linkse engagement.
Maakt u dat eens concreet, dat jullie op een lijn zitten met de lokale PS. Want in de vorige legislatuur was er toch een breuk en is uw fractie in de gemeenteraad gesplitst na irritatie over fractieleider Jamal Ikazban?
Van Damme: We hebben niet alleen met de PS gepraat. Ook met Groen en CD&V, al ging de deur daar heel snel dicht. Die breuk met de PS in 2013 had te maken met de stijl van de partij in het begin van de bestuursperiode. De stijl van Catherine is anders.
Wat die gemeenschappelijke doelen betreft: ik teken het even wat breder. Molenbeek komt de laatste tijd vaak ook positief in het nieuws, met tal van projecten als de Wijkacademie, het Begijnencafé en Molengeek.
Typisch voor al die initiatieven is dat het middenveldprojecten zijn waar geen euro van de gemeente naartoe gaat. Dat toont de veerkracht van de Molenbeekse bevolking na de aanslagen. Maar aan de kant van het beleid moet je dat middenveld ook kunnen steunen, door volop te investeren in die initiatieven en meer in het algemeen in de gemeente.
"Wie op café een zware uitspraak doet, zit vaak met een probleem van sociaal-economische aard"
Dat is de afgelopen vijf jaar amper gebeurd. Françoise Schepmans heeft veel lintjes doorgeknipt van projecten die al voor haar burgemeesterschap zijn begonnen, maar heeft zelf erg weinig in beweging gezet. In een gemeente als Molenbeek dreigt dan achteruitgang. Schepmans en haar meerderheid ondergaan de dingen meer dan dat ze echt sturen. Wat de PS en SP.A willen is dat we een new deal voor Molenbeek maken, met belangrijke investeringen in allerlei dingen.
In welke zaken moet Molenbeek meer investeren?
Van Damme: In de politiezone bijvoorbeeld, waar er nog steeds tweehonderd agenten ontbreken. Schepmans staat dicht bij Charles Michel, maar ze heeft die hefboom niet gebruikt. In de plaats krijgen we dan tijdelijk een klein aantal gedetacheerde agenten uit het kanaalplan die elk moment weer kunnen worden weggeroepen. In mijn wijk ken ik mijn wijkagent niet meer. Nog een voorbeeld: de gemeente Molenbeek had een zeer performante dienst die op zoek ging naar financiering en investering in Molenbeekse projecten. Dat heb je nodig als de inkomsten uit de personenbelasting zo laag zijn. Schepmans doekte die dienst op.
Eigenlijk verwijt u Schepmans een gebrek aan visie.
Van Damme: Ik zie haar visie niet, ik weet niet waar ze naartoe wil. Ze zegt dat ze meer inkomsten wil door nieuwe bewoners uit de middenklasse aan te trekken. Eenvoudig gesteld: gentrificatie van de kanaalzone. Wij denken dat we eerder de bestaande middenklasse in de gemeente moeten houden. Veel mensen zijn hier de sociale ladder opgeklommen en vertrekken dan omdat de levenskwaliteit niet hoog genoeg is. Ze willen meer veiligheid en netheid, minder auto’s en beter onderwijs voor hun kinderen. Heel Vlaams-Brabant woont zo bij wijze van spreken vol met ex-Molenbekenaars.
Om die mensen hier te houden moet je de publieke ruimte veel kwaliteitsvoller maken. Maar wat zie je in de praktijk? De liberalen en groenen laten vandaag toe dat de straathygiëne catastrofaal is. Mijn kinderen van zes en acht spreken me daar zelfs op aan: ‘Waarom is de straat weer zo vuil, papa? Waarom staan er zoveel auto’s op het Gemeenteplein, dat mag toch niet?’ Dat gebrek aan straathygiëne is een van de redenen waarom mensen hier vertrekken.
En dat wordt beter met een PS-burgemeester?
Van Damme: We hebben dat in het verleden bewezen.
Met de PS liep het afgelopen jaar niet zo lekker op gewestniveau. In het kader van het taxiplan noemde Rudi Vervoort de regeringsdiscussies zelfs ‘therapie voor Pascal Smet’. Een coalitiegenoot bijna als psychiatrisch patiënt bestempelen is uitzonderlijk.
Van Damme: Tegenwoordig is het blijkbaar normaal geworden dat regeringsleden onderling kibbelen, je ziet dat ook in de Vlaamse en federale regering. Ik vind dat jammer. Je kan meningsverschillen intern uitvechten en dan samen naar buiten komen.
Staat SP.A eigenlijk nog als één man achter Smet? Wordt hij lijsttrekker bij de gewestverkiezingen?
Van Damme: Voor 2019 zullen we de beslissing nemen na de gemeenteraadsverkiezingen, onder meer op basis van de resultaten van die stembusgang.
Maar Smet doet niet eens mee aan die verkiezingen.
Van Damme: Dat heb ik ook vastgesteld. Ik vind het een vreemde beslissing dat je een lokale lijst niet steunt als minister. Pascal Smet heeft zijn meerwaarde omdat hij al vijftien jaar minister is, maar er zijn verschillende sterke kandidaten voor het gewestelijk lijsttrekkerschap. Nationaal trekt men ook meer de kaart van de vernieuwing. En neen, ik ga geen namen van kandidaten noemen.
Wat wordt de belangrijkste inzet voor die gewestverkiezingen?
Van Damme: Er zijn heel wat uitdagingen. De luchtvervuiling zal daar zeker een van zijn. Deze regering heeft op dat vlak al een en ander gerealiseerd: de lage-emissiezone, die trouwens nog strenger mag voor ons, de elektrische en hybride bussen en de verkeersbelastingen die moeten worden vergroend.
Allemaal mooi, maar zelfs als je die drie maatregelen scherp uitwerkt, levert dat toch amper minder auto’s op in de stad?
Van Damme: Het is al een begin, dat de groenen bijvoorbeeld niet realiseerden. Toen zij in de regering zaten, werd de emissiezone die in het regeerakkoord stond afgevoerd en werden nieuwe dieselbussen aangekocht. Maar het klopt dat er meer moet gebeuren. Op federaal, Vlaams én lokaal niveau. Een voorbeeld uit Molenbeek: we hebben daar actiegevoerd tegen het transitverkeer voor de Vierwindenschool waar mijn kinderen zitten. Vijfhonderd mensen tekenden een petitie. De rijrichting is daarop omgedraaid, met veel minder verkeer tot gevolg. Drie dagen later heeft de burgemeester de maatregel weer ongedaan gemaakt omdat een paar handelaars geprotesteerd hadden.
Het voorbeeld toont dat maatregelen tegen autodruk snel veel weerstand oproepen.
Van Damme: Dat klopt, maar je moet ook eens kijken hoeveel mensen geen auto hebben. Dat gaat in Brussel over vijftig procent van de gezinnen. In de meeste gevallen zijn dat mensen die er het geld niet voor hebben.
Tegelijk lijden zij het meest onder het autoverkeer omdat ze in de meest getroffen wijken wonen. Het voorbeeld van de handelaars toont nog iets anders dat me steeds meer opvalt, onder meer als je met zo’n petitie rondgaat. Mobiliteit wordt langzaam ook een thema waar mannen en vrouwen in volkswijken anders naar kijken. Veel mannen roepen luid als de auto niet meer door kan, terwijl veel vrouwen vooral de risico’s zien van al dat verkeer voor hun kinderen.
Deze regering had eigenlijk de hefbomen om een echt mobiliteitsbeleid te voeren: op papier is er een gewestelijk parkeerbeleid gesteund door de zesde staatshervorming. Daarmee kon het aantal parkeerplaatsen naar beneden en de parkeerprijs in het centrum drastisch omhoog. Er is niets van gekomen.
Van Damme: Er is te weinig gerealiseerd, maar we hebben nu eenmaal die dynamiek gewest-gemeenten. Het Parkeeragentschap kan zich daardoor niet helemaal ontplooien. Vergeet trouwens de Ring rond Brussel niet. Het is belangrijk dat we die pomp, die autoverkeer naar Brussel stuurt, niet verbreden. Als de capaciteit echt omhoog moet, kan dat morgen al door de snelheid naar 80 of 100 km/u te laten dalen. Dat heeft veel voordelen: minder geluidsoverlast, vervuiling of ongevallen. Als Vlaanderen die verbreding tot elke prijs wil, moeten we eisen dat een groot stuk overkapt wordt. Wat in Antwerpen kan, moet ook rond Brussel kunnen.
"Pascal Smet heeft zijn meerwaarde omdat hij al vijftien jaar minister is, maar er zijn verschillende sterke kandidaten voor het gewestelijk lijsttrekkerschap"
Waar moet de volgende gewestregering nog op focussen?
Van Damme: Huisvesting. Vandaag moet een groeiend deel van de bevolking in een steeds kleiner segment van de woningenmarkt gaan wonen, omdat ze de meeste woningen niet meer kunnen betalen. De facto worden Brusselaars daardoor uit het gewest geperst. Als gewest moeten we actiever worden op de huizenmarkt. Niet alleen via sociale huisvesting, maar ook met sociale verhuurkantoren en middenklassenwoningen. We zitten nu in een situatie waarbij ook middeninkomens het moeilijk hebben om nog in de stad te wonen.
Met Groen loopt het al een decennium niet lekker. De dramatische regeringsvorming in 2009 was de climax, toen Groen een soort voorakkoord met SP.A losliet. Komt het ooit nog goed tussen twee partijen die inhoudelijk erg dicht bij elkaar staan?
Van Damme: Het klopt dat we qua ideeën veel gemeen hebben, al zijn er ook verschillen op bijvoorbeeld sociaal vlak. Maar ik zie ook dat groenen het vaak moeilijk hebben om die ideeën in beleid om te zetten. We hebben nu drie groene schepenen in Molenbeek, maar er gebeurt weinig. Op het gewestniveau zag ik dat ook al, onder meer met die afgevoerde emissiezone. Dat neemt niet weg dat ze een logische partner blijven voor een coalitievorming. We mogen dus zeker niet alle bruggen opblazen. Veel zal ook afhangen van de lijsttrekkers die SP.A en Groen naar voren zullen schuiven.
Als je het bredere plaatje bekijkt heeft de sociaal-democratie het in heel Europa wel lastig. Is het in Brussel wel duidelijk genoeg voor wie jullie er zijn? Zijn dat de hoogopgeleide progressieven of eerder de arbeidersklasse die vaak een migratieachtergrond heeft?
Van Damme: We moeten niet kiezen. Kijk naar de kinderbijslag. Brussel heeft als enige regering een systeem gekozen dat een positief effect op armoede zal hebben. En we hebben de jeugdwerkloosheid aangepakt.
Het zijn maatregelen waarbij je in eerste plaats aan de PS denkt. Bij SP.A hoort eerder de associatie levenskwaliteit en fietsen. Smet lijkt vooral die eerste groep van hoogopgeleiden te belichamen.
Van Damme: Dat heeft ook wat met de portefeuille van Openbare Werken en Mobiliteit te maken. Maar op sociaal vlak hebben wij zwaar gewogen op de kinderbijslag, de sociale belastinghervorming die Guy Vanhengel eigenlijk tegen zijn zin heeft moeten doorvoeren en de sociale bescherming. Als we de kans hebben in een volgende regering te stappen, moet het misschien niet noodzakelijk opnieuw die bevoegdheid van vandaag zijn.
Het politieke debat focust de voorbije jaren nogal op het identitaire, met de N-VA als kampioen daarin. De SP.A lijkt geen helder antwoord te hebben.
Van Damme: N-VA stookt voortdurend identitaire brandjes en zit ondertussen in de zakken van de mensen, dat heeft Bruno Tobback zeer goed gezegd. Mensen beginnen langzaam door te hebben dat die identitaire discussies een rookgordijn zijn dat de rechtse sociaal-economische agenda moet verbergen: de sociale zekerheid wordt afgebouwd, de pensioenleeftijd verhoogt, er is een zorgcrisis … SP.A focust met John Crombez terecht op die thema’s. We moeten goed luisteren naar de klachten van mensen, want onder dat identitaire zit vaak een andere nood. Wie op café een zware uitspraak doet, zit vaak met een probleem van sociaal-economische aard. Het is aan de socialisten om aan te tonen dat het niet de migranten zijn, maar de rechtse regering die de sociale zekerheid afbreekt.
U bent zelf schepen geweest, maar was de voorbije jaren alleen nog parlementslid. Waar ligt uw ambitie?
Van Damme: Ik wil heel graag schepen worden in Sint-Jans-Molenbeek en zal me volop inzetten om dat te bereiken. Mijn kinderen vragen me soms wat ik doe. Ik antwoord dan dat ik de stad probeer te veranderen. Ik wil deel zijn van de oplossing voor deze stad, ook voor die kinderen. Zij zullen de nieuwe Brusselaars zijn, ik ben hier maar aangespoeld. Ik herinner me het moment dat mijn zoontje over een man met een bril sprak op straat. Ik keek en zag geen man met een bril maar een zwarte man. Met een bril, bleek dus. De toekomst, dat zijn de mensen die het verschil niet meer zien tussen al die origines, maar enkel Brusselaars zien op straat.
En als u minister kan worden in de gewestregering?
Van Damme: Die vraag is nu niet aan de orde. Eerst de gemeenteraadsverkiezingen.
Jef Van Damme
- 39 jaar, vader van twee
- Opgegroeid in Lokeren
- Studeerde rechten in Antwerpen, Louvain-la-Neuve en Londen en European Studies in Berlijn
- Kabinetsmedewerker Pascal Smet voor mobiliteit (2004-2009)
- Schepen van Mobiliteit, Nederlandstalig Onderwijs en Nederlandstalige Cultuur in Sint-Jans-Molenbeek (2006-2012)
- Brussels parlementslid (sinds 2009), fractieleider sinds 2014
- Fractieleider voor SP.A in de gemeenteraad van Molenbeek
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Kiest 2018: Sint-Jans-Molenbeek , Brussel Kiest 2018 , Jef Van Damme , afval , afvalophaling , straathygiëne
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.